Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Werkhouding En Werktechniek - AL-KO solo 132 Betriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für solo 132:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Herhaal de bovenstaande stappen
enkele malen, tot de motor start en blijft
lopen.
7. Laat de motor een aantal minuten
warmdraaien.
8. Druk de gashendel kort in, zodat de
vergrendeling op halfgas wordt vrijgegeven.
De motor loopt nu met een stationair
toerental. Opmerking: Druk de gashendel
weer in, wanneer de motor niet meer rustig
en constant loopt.
Warme start
Wanneer de motor nog op bedrijfstemperatuur is,
d.w.z. kort nadat deze is uitgeschakeld, wordt
een "warme start" uitgevoerd. Hierbij wordt de
choke niet gebruikt.
1. Aan/uit-schakelaar (11/1) inschakelen.
2. Controleer of de chokehendel (11/5) in stand
RUN staat.
Duw het apparaat met een hand stevig
tegen de grond.
Trek met de andere hand de
starterhandgreep (11/7) eerst voorzichtig
en langzaam uit, tot een weerstand
voelbaar wordt. Trek de greep dan
krachtig en snel omhoog, tot u weer een
weerstand voelt (ong. 1 armlengte).
Laat het starterkoord oprollen,
echter zonder de handgreep los te laten.
Herhaal de bovenstaande stappen
enkele malen, tot de motor start en blijft
lopen.
3. Druk de gashendel kort in, zodat de
vergrendeling op halfgas wordt vrijgegeven.
De motor loopt nu met een stationair
toerental. Opmerking: Druk de gashendel
weer in, wanneer de motor niet meer rustig
en constant loopt.
6.3.2
Motor stoppen
1. Laat de gashendel (11/2) los, zodat de motor
stationair loopt.
2. Aan/uit-schakelaar (11/1) uitschakelen.
3. Wacht tot het maaigereedschap tot stilstand
is gekomen.
6.4
Maaidraad verlengen tijdens het bedrijf
(12)
De maaidraad wordt korter tijdens het gebruik en
rafelt uit.
2500126_a
1. Laat de motor volgas draaien.
2. Tik met draadkop (12/1) herhaaldelijk op het
gazon (12/a). Daardoor wordt een stuk
nieuwe maaidraad van de draadspoel
afgewikkeld en het verbruikte draadeinde
afgesneden door de draadafsnijder (12/2).
7

WERKHOUDING EN WERKTECHNIEK

Houd altijd een veilige werkpositie aan.
Zorg voor een juiste werkhouding, door het
draagharnas correct af te stellen.
Werk nooit op een heuvel of helling wanneer
deze glad of glibberig is.
Blijf bij maaiwerkzaamheden op hellingen
altijd beneden het maaigereedschap.
Laat de motor tijdens het trimmen en maaien
altijd in het hogere toerentalbereik draaien,
dan maait de bosmaaier het best.
Wanneer het mesblad resp. de draadspoel
geblokkeerd raken:
Dichte begroeiing, jonge boompjes en
struikgewassen kunnen het mesblad blokkeren
en tot stilstand brengen. Hoog gras kan de
maaidraad blokkeren.
Voorkomen van blokkades:
Kijk naar de richting waarin het
struikgewas buigt en maai het dan vanaf
de tegenoverliggende zijde.
Maai hoog gras altijd in meerdere lagen.
Werk daarbij altijd van boven naar
beneden.
Bij een blokkade:
Schakel de motor direct uit en houd het
apparaat omhoog, zodat het mesblad
verspringt of breekt en de motor niet
beschadigd raakt.
7.1
Trimmen
Beweeg de maaikop in een horizontale,
boogvormige beweging van de ene kant naar
de andere.
Houd de maaikop daarbij steeds parallel aan
de grond.
Apparaat uit de buurt houden van kwetsbare
planten.
Laag trimmen
107

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Solo 141

Inhaltsverzeichnis