Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Telwin TECHNOLOGY PLASMA 60 XT Betriebsanleitung Seite 48

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für TECHNOLOGY PLASMA 60 XT:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 26
- Erop letten dat de verdeelring in de correcte richting gemonteerd
wordt.
- De sproeierhouder terug monteren en deze hierbij met de hand
vastdraaien en lichtjes forceren.
- In geen geval de sproeierhouder monteren zonder vooraf
elektrode, verdeelring en sproeier te hebben gemonteerd.
- Vermijden de pilootboog in de lucht nutteloos ingeschakeld te
houden teneinde het verbruik van de elektrode, de verdeler en de
sproeier niet te verhogen
- De elektrode niet met excessieve macht vastdraaien omdat men
het risico loopt de toorts te beschadigen.
- De goede timing en de correcte procedure van de controles op de
verbruiksgedeelten van de toorts zijn van vitaal belang voor de
veiligheid en de functionaliteit van het systeem van snijden.
- Indien men beschadigingen aan de isolering vaststelt, zoals
breuken, scheuren en verbrandingen, ofwel een loszitten van de
elektrische geleiders, mag de toorts niet meer gebruikt worden
tot de veiligheidscondities hersteld zijn. In dit geval kan de
herstelling (buitengewoon onderhoud) niet ter plaatse worden
uitgevoerd maar moet deze gebeuren in een geautoriseerd
assistentiecentrum, dat in staat is de speciale testen van controle
uit te voeren na de herstelling.
Persluchtfilter (Fig. G).
- Het filter heeft een automatische condensafvoer die steeds in werking
treedt als het filter wordt losgekoppeld van de persluchtleiding.
- Inspecteer het filter regelmatig, als er water in de beker zit, moet deze
handmatig worden geleegd door de afvoer omhoog te duwen.
- Als de filterpatroon bijzonder vuil is, moet deze worden vervangen om
overmatig verlies van lading te voorkomen.
BUITENGEWOON ONDERHOUD
DE WERKZAAMHEDEN VOOR
MOGEN UITSLUITEND WORDEN UITGEVOERD DOOR ERVAREN OF
DESKUNDIG PERSONEEL OP ELEKTRISCH-MECHANISCH GEBIED EN
IN OVEREENSTEMMING MET DE TECHNISCHE NORM IEC/EN 60974-4.
OPGELET! VOORDAT MEN DE PANELEN VAN DE MACHINE
WEGNEEMT EN NAAR DE BINNENKANT ERVAN GAAT, MOET
MEN CONTROLEREN OF DEZE UITGESCHAKELD IS EN
LOSGEKOPPELD VAN HET VOEDINGSNET.
Eventuele controles uitgevoerd onder spanning aan de binnenkant
van de machine kunnen zware elektroshocks veroorzaken
gegenereerd door een rechtstreeks contact met gedeelten onder
spanning.
- Regelmatig en in ieder geval met een zekere frequentie in functie
van het gebruik en de stofgraad van de ruimte, de binnenkant van
de machine nakijken en het stof wegnemen dat zich heeft afgezet op
de transformateur, de gelijkrichter, de inductantie, de weerstanden
middels een straal droge perslucht (max 10 bar).
- Vermijden de straal perslucht te richten op de elektronische fiches;
zorgen voor hun eventuele schoonmaak met een heel zachte borstel
of geschikte oplosmiddelen.
- Bij gelegenheid verifiëren of de elektrische verbindingen goed
vastgedraaid zijn en of de bekabelingen geen beschadigingen aan de
isolering vertonen.
- De integriteit en de dichting van de buizen en aansluitingen van het
circuit van de perslucht controleren.
- Op het einde van deze operaties de panelen van de machine terug
monteren en hierbij de stelschroeven tot op het einde toe vastdraaien.
- Strikt vermijden operaties van snijden uit te voeren met een open
machine.
- Nadat men het onderhoud of de reparatie heeft uitgevoerd, de
verbindingen en bekabelingen herstellen zoals ze oorspronkelijk
waren en erop letten dat ze niet in contact komen met componenten
in beweging of met componenten die hoge temperaturen kunnen
bereiken. Alle geleiders omwikkelen zoals ze oorspronkelijk waren
en erop letten dat de verbindingen van de primaire transformator
in hoge spanning goed gescheiden zijn van die van de secundaire
transformators in lage spanning.
Alle aanpasstukken en de originele schroeven gebruiken om de
constructie terug te sluiten.
8. PROBLEMEN OPLOSSEN
CONTROLEER HET VOLGENDE ALS HET APPARAAT NIET GOED GENOEG
WERKT, VOORDAT U MEER SYSTEMATISCHE CONTROLES UITVOERT OF
CONTACT OPNEEMT MET UW ASSISTENTIECENTRUM:
- Controleer of er geen led brandt die de inschakeling van de
thermische beveiliging, de over- of onderstroombeveiliging of de
BUITENGEWOON
ONDERHOUD
kortsluitingsbeveiliging aangeeft.
- Controleer of u de nominale inschakelduur in acht heeft genomen; als
de thermostaatbeveiliging inschakelt, wacht dan tot de machine op de
natuurlijke manier is afgekoeld, controleer of de ventilator goed werkt.
- Controleer de netspanning: als de waarde te hoog of te laag is, blijft de
machine geblokkeerd.
- Controleer of er geen kortsluiting is bij de uitgang van de machine: hef
in dat geval de storing op.
- Controleer of de aansluitingen van het lascircuit goed zijn uitgevoerd,
met name of de klem van de massakabel ook werkelijk op het werkstuk
is aangesloten zonder isolerend materiaal ertussen (bijv. verf ).
MEEST VOORKOMENDE DEFECTEN VAN SNIJDEN
Tijdens de operaties van snijden kunnen er zich defecten van uitvoering
voordoen die normaal niet toe te schrijven zijn aan anomalieën van
werking van de installatie maar aan andere operatieve aspecten zoals:
a - Onvoldoende penetratie of excessieve vorming van slak:
- Te hoge snelheid van snijden
- Toorts teveel geïnclineerd
- Excessieve dikte stuk of stroom van snijden te laag.
- Druk-vermogen perslucht niet adequaat.
- Elektrode en sproeier toorts versleten.
- Neus sproeierhouder niet geschikt
b - Gebrek van overbrenging van de snijboog:
- Elektrode versleten
- Slecht contact van de klem van de retourkabel.
c - Onderbreking van de snijboog:
- Snelheid van snijden te laag
- Afstand toorts-stuk excessief
- Elektrode versleten
- Ingreep van een bescherming
d - Snijden geïnclineerd (niet loodrecht):
- Stand toorts niet correct.
- Asymmetrische slijtage van het gat sproeier en/of niet correcte
montage componenten toorts.
- Inadequate luchtdruk
e - Excessieve slijtage van sproeier en elektrode:
- Luchtdruk te laag.
- Vervuilde lucht (vocht, olie of andere verontreinigingen).
- Mondstuksteun beschadigd.
- Overmatig veel hulpboogontstekingen in de lucht.
- Te hoge snelheid met terugslag van gesmolten deeltjes op de
toortsonderdelen.
- De gemiddelde lengte van de snede.
- De luchtkwaliteit (aanwezigheid van olie, vocht of andere
verontreinigingen).
- De perforatie van het metaal of de snede vanaf de rand.
- De afstand toorts-werkstuk is niet juist tijdens het snijden.
- 48 -

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis