9.1 Menu BEDRIJF
Het eerste display in dit menu is dit:
9.1.1 Gewenste waarde
Ingestelde gewenste waarde
Actuele gewenste waarde
Actuele opvoerhoogte
Stel in dit display de gewenste waarde in, in [m].
Ïn de regelmodus proportionele druk, is het instelbereik van 1/4
tot 3/4 van de maximale opvoerhoogte.
In regelmodus constante druk, gaat het instelbereik van 1/8 van
de maximale opvoerhoogte tot de maximale opvoerhoogte.
In regelmodus constante curve wordt de gewenste waarde inge-
steld in % van de maximale curve. De curve kan worden ingesteld
binnen het bereik van min.curve tot max. curve.
Selecteer één van de volgende bedrijfsmodi:
•
Stop
•
Min. (min. curve)
•
Max. (max. curve).
Als de pomp is aangesloten op een signaal van een externe
gewenste waarde, dan zal de waarde in dit display het maximum
van het signaal van de externe gewenste waarde zijn, zie para-
graaf 13. Signaal van externe gewenste waarde.
Gewenste waarde en extern signaal
De gewenste waarde kan niet worden ingesteld als de pomp
wordt bestuurd via externe signalen (Stop, Min. curve of Max.
curve). De R100 zal deze waarschuwing geven: Externe regeling!
Controleer of de pomp wordt uitgeschakeld via klemmen 2-3
(open circuit) of wordt ingesteld op min. of max. via klemmen 1-3
(gesloten circuit).
Zie hoofdstuk 11. Prioriteit van instellingen.
Gewenste waarde en buscommunicatie
De gewenste waarde kan ook niet worden ingesteld als de pomp
wordt geregeld vanuit een extern besturingssysteem via buscom-
municatie. De R100 zal deze waarschuwing geven: Busregeling!
Koppel de busverbinding los om buscommunicatie op te heffen.
Zie hoofdstuk 11. Prioriteit van instellingen.
9.1.2 Bedrijfsmodus
Selecteer één van de volgende bedrijfsmodi:
•
Normaal (bedrijf)
•
Stop
•
Min.
•
Max.
De bedrijfsmodi kunnen worden geselecteerd zonder de
gewenste waarde instelling te veranderen.
228
9.1.3 Storingsmeldingen
Bij E-pompen kunnen storingen twee typen aanduidingen tot
gevolg hebben: storing of waarschuwing.
Een "storing" activeert een storingsaanduiding in de R100 en
zorgt dat de pomp van bedrijfsmodus wijzigt, waarschijnlijk stopt.
Bij sommige storingen die een storingsmelding geven is de pomp
echter ingesteld om in bedrijf te blijven, zelfs als er een storing is.
Een "waarschuwing" activeert een waarschuwingsaanduiding in
de R100, maar de pomp wijzigt niet van bedrijfs- of regelmodus.
De aanduiding 'Waarschuwing' is alleen van toe-
N.B.
passing op pompen van 11 kW en meer.
Storing
In geval van storing zal de oorzaak in dit display verschijnen.
Mogelijke oorzaken:
•
Geen alarmmelding
•
Te hoge motortemperatuur
•
Onderspanning
•
Asymmetrie in netspanning (11-22 kW)
•
Overspanning
•
Teveel herstarten (na storingen)
•
Overbelasting
•
Onderbelasting (11-22 kW)
•
Opnemersignaal buiten signaalbereik
•
Gewenste waarde signaal buiten signaalbereik
•
Externe storing
•
Andere storing.
Als de pomp is ingesteld op handmatige herstart, dan kan een
storingsmelding worden gereset in dit display als de oorzaak van
de storing is verdwenen.
Waarschuwing (alleen 11-22 kW)
Bij een waarschuwing verschijnt de oorzaak in dit display.
Mogelijke oorzaken:
•
Geen waarschuwingsmelding
•
Opnemersignaal buiten signaalbereik
•
Smeer motorlagers, zie hoofdstuk 19.2
•
Vervang motorlagers, zie hoofdstuk 19.3
•
Vervang varistor, zie hoofdstuk 19.4.
Een waarschuwingsmelding verdwijnt automatisch als de storing
eenmaal is verholpen.