inhealth BLOM-SINGER Gebrauchsanweisung Seite 61

Blom-Singer ® door de patiënt verwisselbare stemprotheses
deze geheel is ingebracht tot aan het halsbandje (diagram 2).
Maak de dilatator stevig vast door het halsbandje met medische
zelfklevende tape op de huid rond de stoma vast te plakken
zodat deze niet weg kan glijden.
De stemprothese reinigen
Hier volgt een kort overzicht van hoe de stemprothese moet worden
verzorgd en onderhouden. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van het reinigingssysteem voor de stemprothese (met het
Blom-Singer spoelapparaat meegeleverd) voor de volledige
instructies voor het gebruik van het spoelapparaat.
De stemprothese moet worden gereinigd om blokkades van het
lumen te voorkomen waardoor de patiënt niet zou kunnen spreken.
Met het spoelapparaat kan de stemprothese zorgvuldig worden
gereinigd terwijl deze in de TE-punctie van de patiënt kan blijven.
Voorzichtig:: Gebruik alleen het Blom-Singer spoelapparaat.
Steek geen vreemde objecten in de stemprothese. Als u andere
objecten in de prothese steekt dan het spoelapparaat, kan een
deel van of de hele stemprothese losraken.
De handen van de gebruiker moeten altijd met water en zeep
worden gewassen voordat het spoelapparaat kan worden gebruikt.
De stemprothese mag uitsluitend voor een spiegel worden
gereinigd, met een fel licht direct op de stoma gericht zodat het
open uiteinde van de prothese duidelijk zichtbaar is.
Herhaal de spoelprocedure als u niet kunt spreken. Als het daarna
nog steeds niet luktm moet de stemprothese worden verwijderd,
gewassen met een mild reinigingsmiddel en vervolgens
afgespoeld onder sterk stromend kraanwater.
De stemprothese plaatsen
Raadpleeg de diagrammen aan het einde van deze
instructiehandleiding.
Opmerking: Voordat u de stemprothese gaat gebruiken,
controleert u het klepmechanisme om te zien of dit intact is
en correct werkt: de klep van de lage-druk stemprothese hoort
in gesloten stand plat binnen in het hulpmiddel te liggen. De
spleetklep op de duckbill-stemprothese zou zichtbaar volledig
moeten aansluiten.
37531-01I | 61