Bewakingsinrichtingen; Bedrijf In Explosieve Atmosfeer; Bedrijfssituaties - Wilo EMU FA+T Einbau- Und Betriebsanleitung

PRODUCTOMSCHRIJVING
De exacte gegevens over de bedrijfssituatie
vindt u op het typeplaatje of in het aparte spe-
cificatieblad.
Omdat er bij de grotere motorvermogens con-
denswater kan ontstaan in de motor door de
ontstane warmte, zijn de motoren vanaf bouw-
grootte 24 uitgerust met een aparte lekkageka-
mer voor het condenswater. Als de motorruimbe-
waking aanstaat, kan het condenswater worden
afgevoerd.
GEVAAR in explosieve atmosfeer!
Bij motoren met Ex-toelating kan construc-
tie-afhankelijk het condenswater niet bij alle
motoren worden afgevoerd, omdat de aftap-
schroef de vonkoverslagbestendige zones kan
beschadigen.
De aansluitkabel is langswaterdicht ingegoten en
heeft vrije kabeluiteinden. De standaardlengte
bedraagt 10 m en wordt opdrachtspecifiek aan-
gepast.
3.2.3. Afdichting
Tussen motor en hydraulisch systeem bevindt
zich het afdichtings- resp. lagerhuis met de
medium- en motorzijdige afdichting. De afdich-
ting kan op twee verschillende manieren worden
uitgevoerd:
• Variant "H": motorzijde asafdichtring, mediumzij-
dig mechanische afdichting
• Variant "G": motor- en mediumzijdig elk een
aparte mechanische afdichting
• Variant "K": twee mechanische afdichtingen in
een cassetteafdichting
Welke afdichtingsvariant u hebt, kunt u opmaken
uit de motoraanduiding op het typeplaatje, de
opdrachtbevestiging of het technische specifica-
tieblad.
Tussen de beide afdichtingen bevindt zich een
afdichtingskamer die is gevuld met potentieel
biologisch afbreekbare witte olie. Deze kamer
neemt de lekkage van de mediumzijdige afdich-
ting op.
Bij de motortypen met lagerhuis is bovendien nog
een lekkagekamer aanwezig, die in het normale
geval leeg is. Deze kamer neemt de lekkage van
de motorzijdige afdichting op.

3.3. Bewakingsinrichtingen

De bewakingsinrichtingen zijn afhankelijk van de
mottorgrootte en de -uitvoering. Een overzicht
van de aanwezige bewakingsinrichtingen kunt
u vinden in de opdrachtbevestiging en het aparte
technische specificatieblad.
Alle aanwezige bewakingsinrichtingen moeten
altijd worden aangesloten!
Voor de motoren van de T-bouwserie zijn de vol-
gende bewakingsinrichtingen mogelijk:
• Motor-/ klemmenkastbewaking
De klemmenkast-/motorruimtebewaking meldt
het binnentreden van water in de motorruimte
resp. aan de klemmenplaat.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-EMU FA+T-Motor
• Thermische motorbewaking:
Thermische motorbewaking beschermt de
motorwikkeling tegen oververhitting. Er kunnen
zowel 1-circuit-bewakingen (alleen begrenzin-
gen) als ook 2-circuit-bewakingen (regeling en
begrenzing) worden gebruikt. Standaard worden
hiervoor bimetaalsensoren gebruikt. Optioneel
kunnen de motoren met PTC-voelers uitgerust
worden.
• Bewaking afdichtingskamer:
De bewaking van de afdichtingskamer vindt
plaats met behulp van een staafelektrode. Deze
meldt het wanneer er water in de afdichtingska-
mer binnendringt door de mediumzijdige mecha-
nische afdichting.
• Bewaking lekkagekamer:
De bewaking van de lekkagekamer vindt plaats
met behulp van een vlotterschakelaar. Deze
meldt het wanneer er water in de lekkagekamer
binnendringt door de motorzijdige mechanische
afdichting.
• Thermische motorlagerbewaking:
De thermische motorlagerbewaking beschermt
het motorlager tegen oververhitting. Als voelers
worden Pt100-voelers gebruikt.

3.4. Bedrijf in explosieve atmosfeer

EX-gekenmerkte pompen zijn voor het gebruik
in explosieve atmosferen geschikt. Voor deze
toepassing moeten de pompen aan bepaalde
richtlijnen voldoen. Eveneens moeten bepaalde
gedragregels en richtlijnen door de gebruiker
nageleefd worden.
Pompen die voor de inzet in explosieve atmo-
sferen goedgekeurd zijn, moeten als volgt op het
typeplaatje gekenmerkt zijn:
• "EX"-symbool
• Opgaven bij de EX-classificering
Neem bij het gebruik in explosieve atmosferen
ook de overige opgaven in de bijlage van deze
handleiding in acht.
GEVAAR door verkeerd gebruik!
Voor de inzet in explosieve atmosferen moet
de pomp een overeenkomstige goedkeuring
hebben. Eveneens moeten ook de accessoires
voor dit gebruik goedgekeurd zijn! Controleer
de pomp alsmede alle accessoires voor het
gebruik op goedkeuring conform de richtlij-
nen.

3.5. Bedrijfssituaties

3.5.1. Bedrijfssituatie S1 - (continubedrijf)
De pomp kan continu onder nominale belasting
werken zonder dat de toegestane temperatuur
overschreden wordt.
3.5.2. Bedrijfssituatie S2 (kortstondig bedrijf)
De max. werkduur wordt in minuten aangegeven,
bijv. S2-15. De pauze moet zolang duren dat de
machinetemperatuur niet meer dan 2 K van de
temperatuur van het koelmiddel afwijkt.
Nederlands
177