Reely Rex-X Promo RTR Bedienungsanleitung Seite 25

3 V
OORBEREIDINGEN
3.4
U
ITLIJNING EN TANDFLANKSPELING VAN DE AANDRIJVING CONTROLEREN
De motor brengt zijn vermogen over via de rondsels op de koppelingsklok op het hoofdtandwiel van het middendifferentieel.
Beide draaiassen, dus de krukas aan de motorzijde en de as van de aandrijving naar de voor-
exact parallel uitgelijnd zijn. Zo worden spanningsverschillen in de aandrijving, voortijdige slijtage van de rondsels en
kogellagers en prestatieverlies voorkomen.
De parallelle afstelling van de krukas en de aandrijving moet vóór de ingebruikname van het voertuig
gecontroleerd en evt. bijgesteld worden!
Bij een parallelle afstelling grijpen het rondsel op de koppelingsklok en het hoofdtandwiel gemakkelijk in elkaar.
Te veel speling zal mettertijd de tandwielen en te weinig speling de kogellagers in de koppeling en de motor vernielen.
Tandflankspeling controleren
- Leg telkens dunne papierstrookjes tussen de rondsels
op de koppelingsklok en de hoofdtandwielen in de
aandrijving.
- Draai de tandwielen met de hand;
de papierstrookjes mogen bij het doordraaien niet
scheuren!
Justeren
- Vier schroeven van de bevestiging van de motorhouder
aan de onderkant van de bodemplaat (chassis) losmaken.
- Motor zijdelings afstellen en de schroeven weer goed
vastdraaien.
- Vier schroeven boven op de motordrager losmaken en de
motor verticaal justeren.
3.5
RC-I
NSTALLATIE IN GEBRUIK NEMEN
Houd rekening met de afzonderlijke gebruiksaanwijzingen van het afstandsbediening!
- Verwijder het deksel van het - Open de batterijbox op het chassis
batterijvak aan de onderkant van en
de zender. - haal de batterijhouder uit de
- Plaats de 8 AA batterijen (accu´s) batterijbox.
in het batterijvak. Let op de juiste
polariteit!
- Sluit het deksel weer.
110
en achteras, moeten
- Plaats 4 AA batterijen (accu´s) in
de houder.
- Let op de juiste polariteit en dat de
batterijen goed vastzitten.
Gebruiksaanwijzing 4WD Buggy Chassis Bestel No. 23 30 00
5 T
UNING
Untersteuerndes Fahrverhalten:
Das Modell lässt sich nur schwer um die Kurve steuern, "schiebt" über die Vorderräder nach außen (zuviel Traktion der
Hinterachse bzw. zuwenig Traktion der gelenkten Vorderachse).
Als Gegenmaßnahme sollte die Dämpfung hinten härter (bzw. vorne weicher) eingestellt werden.
Übersteuerndes Fahrverhalten:
Das Modell "zieht" in die Kurve, das Heck neigt zum Ausbrechen (zuwenig Traktion auf der Hinterachse bzw. zuviel Traktion
an der gelenkten Vorderachse).
Als Gegenmaßnahme sollte die Dämpfung hinten weicher (bzw. vorne härter) eingestellt werden.
Als Grundeinstellung sollte die Vorderachse ca. 5 mm niedriger liegen als die Hinterachse!
Übersteuerndes bzw. untersteuerndes Fahrverhalten kann auch die Folge ungleicher Seitenführungskräfte von Vorder- und
Hinterachse durch fehlerhafte Einstellung des Radsturzes sein.
Einstellung der Federvorspannung
- Erhöhen der Federvorspannung
Der Austausch des Distanzringes
gegen einen höheren Distanzring
aus dem Zubehör-Set
erhöht die Federvorspannung,
die Federung wird "härter".
- Verringern der Federvorspannung
Der Austausch des Distanzringes gegen
einen flacheren entlastet die Feder,
die Federung wird "weicher".
Tuning
Zur weiteren Optimierung der Dämpfungseigenschaften bieten wir Ihnen in unserem Zubehör Silikonöl für die
Stoßdämpfer in unterschiedlichen Viskositäten an!
© REELY 09/06
Distanzring
23