Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Andere Technische Gegevens - Telwin ELECTROMIG 220 SYNERGIC Bedienungsanleitung

Professionelle schweißmaschinen mig-mag, tig (dc), mma mit invertertechnik
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für ELECTROMIG 220 SYNERGIC:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 25
MOETEN vooraf geëvalueerd worden door een "Verantwoordelijke expert"
en altijd uitgevoerd worden in aanwezigheid van andere personen die
opgeleid zijn voor ingrepen in noodgeval.
De technische beschermingsmiddelen beschreven in 7.10; A.8; A.10 van
de norm "EN 60974-9: Apparatuur voor booglassen. Deel 9: Installatie en
gebruik" MOETEN gebruikt worden.
- Het lassen MOET verboden zijn terwijl de lasmachine of de draadvoeder
ondersteund wordt door de operator (vb. middels riemen).
- Het lassen MOET verboden zijn met een operator die van de grond opgeheven
staat, behoudens het eventueel gebruik van een veiligheidsplatform.
- SPANNING TUSSEN ELEKTRODENHOUDER OF TOORTSEN: wanneer men
werkt met meerdere lasmachines op een enkel stuk of op meerdere elektrisch
verbonden stukken, kan er een gevaarlijke som van nullastspanningen tussen
twee verschillende elektrodenhouders of toortsen gegenereerd worden, aan
een waarde die het dubbel van de toegelaten limiet kan bereiken.
Het is noodzakelijk dat een ervaren coördinator de instrumentmeting
uitvoert om te bepalen of er een risico bestaat, zodanig dat hij de geschikte
beschermingsmaatregelen kan treffen zoals wordt aangeduid in 7.9 van
de norm "EN 60974-9: Apparatuur voor booglassen. Deel 9: Installatie en
gebruik".
RESIDU RISICO'S
- OMKANTELING: de lasmachine op een horizontaal oppervlak plaatsen met
een adequaat draagvermogen voor de massa; zoniet (vb. hellende, oneffen
bevloeringen enz...) bestaat het gevaar van omkanteling.
- ONJUIST GEBRUIK: het gebruik van de lasmachine is gevaarlijk voor gelijk
welke bewerking die verschilt van diegene die voorzien zijn (vb. ontvriezen
van buizen van de waterleiding).
- VERPLAATSING VAN HET LASAPPARAAT: bevestig de gasfles altijd met
geschikte middelen om te voorkomen dat deze kan vallen (indien gebruikt).
- De handgreep mag niet worden gebruikt om het lasapparaat aan op te hangen.
De beschermingen en de mobiele gedeelten van het omhulsel van de lasmachine
en van de draadvoeder moeten in hun stand staan voordat de lasmachine wordt
verbonden met het voedingsnet.
OPGELET! Gelijk welke manuele ingreep op gedeelten in beweging van de
draadvoeder, bijvoorbeeld:
- Vervanging rollen en/of draadgeleiders;
- Invoer van de draad in de rollen;
- Lading van de draadspoel;
- Schoonmaak van de rollen, van de raderwerken en van de eronder staande
zone;
- Smering van de raderwerken.
MOET UITGEVOERD WORDEN MET EEN UITGESCHAKELDE LASMACHINE DIE
LOSGEKOPPELD IS VAN HET VOEDINGSNET.
2. INLEIDING EN ALGEMENE BESCHRIJVING
Dit lasapparaat is een stroombron voor booglassen, speciaal vervaardigd voor MAG-
lassen van koolstofstaal of laaggelegeerd staal met beschermgas CO
van Argon/CO
met massieve of holle (buisvormige) draadelektroden.
2
Verder is het geschikt voor MIG-lassen van roestvrij staal met Argongas +1-2% zuurstof,
van aluminium en CuSi3, CuAI8 (solderen) met Argon-gas, met draadelektroden die
geschikt zijn voor het te lassen werkstuk.
Er kunnen holle Flux-draden worden gebruikt die geschikt zijn voor gebruik zonder
beschermgas, waarbij de polariteit van de toorts wordt aangepast volgens de
aanwijzingen van de producent van de draad.
Deze werking is bijzonder geschikt voor toepassingen in de kleinmetaal en voor
koetswerk, voor het lassen van verzinkte platen, high stress staal (met hoge
vloeigrens), roestvrijstaal en aluminium. In de SYNERGETISCHE werking kunnen de
lasparameters snel en eenvoudig worden ingesteld om altijd een goede controle van
de lasboog en de laskwaliteit te garanderen (OneTouch Technology).
Het lasapparaat kan ook worden gebruikt voor TIG-lassen met gelijkstroom (DC), met
start van de boog bij contact (LIFT ARC modus), van alle staalsoorten (koolstofstaal,
laaggelegeerd en hooggelegeerd staal) en zware metalen (koper, nikkel, titanium en
hun legeringen) met puur (99,9%) Ar beschermgas of, voor bijzondere toepassingen,
met mengsels van Argon/Helium. Het apparaat kan ook worden gebruikt voor MMA-
lassen met gelijkstroom (DC) met beklede elektroden (rutiel, zuur, basisch).
2.1 BELANGRIJKSTE KENMERKEN
MIG-MAG
- Synergetische (automatische) of handmatige werking;
- 17 vooraf ingestelde synergetische curves;
- Weergave op LCD-display van draadsnelheid, spanning en lasstroom;
- Selectie werking 2T, 4T, spot;
- Instellingen: stijging draad, elektronische reactantie, definitieve brandtijd van de
draad (burn-back), post gas;
- Omkering van de polariteit voor lassen met GAS MIG-MAG/BRAZING of ZONDER
GAS/FLUX.
TIG
- LIFT-ontsteking;
- Weergave op LCD-display van spanning en lasstroom.
MMA
- Arc force-, hot start- en anti-stick-apparaten vooraf ingesteld;
- Weergave van de aanbevolen elektrodediameter voor de lasstroom;
- Weergave op LCD-display van spanning en lasstroom.
BEVEILIGINGEN
- Thermostaatbeveiliging;
- Bescherming tegen kortsluiting door contact tussen toorts en massa;
- Bescherming tegen afwijkende spanningen (voedingsspanning te hoog of te laag).
- Anti-stick beveiliging (MMA).
2.2 STANDAARD-ACCESSOIRES
- toorts;
- retourkabel met aardeklem.
2.3 ACCESSOIRES OP AANVRAAG
- Adapter Argon-gasfles;
- Wagen;
- Automatisch donkerkleurend masker;
- Kit MIG/MAG-lassen;
- Kit MMA-lassen;
- Kit TIG-lassen.
3. TECHNISCHE GEGEVENS
3.1 KENTEKENPLAAT
De belangrijkste gegevens m.b.t. het gebruik en de prestaties van de lasmachine zijn
samengevat op de kentekenplaat met de volgende betekenis:
1- EUROPESE referentienorm voor de veiligheid en de bouw van de machines voor
booglassen.
2- Symbool van de binnenstructuur van de lasmachine.
3- Symbool van de voorziene lasprocedure.
4- Symbool S: wijst erop dat er lasoperaties mogen uitgevoerd worden in een ruimte
met een verhoogd risico van elektroshock (vb. in de onmiddellijke nabijheid van
grote metalen massa's).
5- Symbool van de voedingslijn:
1~ : eenfase wisselspanning;
3~ : driefasen wisselspanning.
6- Beschermingsgraad van het omhulsel.
7- Kentekens van de voedingslijn:
- U
: Wisselspanning en voedingsfrequentie van de lasmachine (toegelaten
1
limieten ±10%).
- I
: Maximum stroom verbruikt door de lijn .
1 max
- I
: Effectieve voedingsstroom .
1eff
8- Prestaties van het lascircuit:
- U
: maximum spanning piek leeg (lascircuit open).
0
- I
/U
: Genormaliseerde overeenstemmende stroom en spanning die door de
2
2
lasmachine tijdens het lassen kunnen verdeeld worden.
- X : Verhouding intermittentie: duidt de tijd aan dat de machine de
overeenstemmende stroom kan verdelen (zelfde kolom). Wordt uitgedrukt in %,
op basis van een cyclus van 10min (vb. 60% = 6 minuten werk, 4 minuten pauze;
en zo verder).
Ingeval de gebruiksfactoren (van de kentekenplaat, die verwijzen naar 40°C
ruimte) overschreden worden, wordt de ingreep van de thermische beveiliging
bepaald ( de lasmachine blijft in stand-by tot haar temperatuur terug binnen de
toegestane limieten ligt).
- A/V-A/V : Duidt de gamma aan van de regeling van de lasstroom (minimum -
maximum) aan de overeenstemmende boogspanning.
9- Inschrijvingsnummer voor de identificatie van de lasmachine (noodzakelijk voor de
technische service, de aanvraag van reserve onderdelen en het opzoeken van de
oorsprong van het product).
10-
: De waarde van de zekeringen met vertraagde werking moet voorzien
worden voor de bescherming van de lij.
11- Symbolen m.b.t. de veiligheidsnormen waarvan de betekenis aangeduid is in
hoofdstuk 1 "Algemene veiligheid voor het booglassen".
Opmerking: Het aangegeven voorbeeld van de kentekenplaat geeft een indicatieve
aanwijzing van de betekenis van de symbolen en van de cijfers; de exacte waarden
van de technische gegevens van de lasmachine in uw bezit moeten rechtstreeks
genomen worden van de kentekenplaat van de lasmachine zelf.
of mengsels
3.2 ANDERE TECHNISCHE GEGEVENS:
2
- LASAPPARAAT: zie tabel 1 (TAB. 1)
- MIG-TOORTS: zie tabel 2 (TAB. 2)
- TIG-TOORTS: zie tabel 3 (TAB. 3)
- ELEKTRODEHOUDER: zie tabel 4 (TAB. 4)
Het gewicht van het lasapparaat staat in tabel 1 (TAB.1).
4. BESCHRIJVING VAN HET LASAPPARAAT
4.1 BESTURINGS-, REGEL- EN AANSLUITORGANEN.
4.1.1 LASAPPARAAT (Fig. B)
Op de voorkant:
1- Bedieningspaneel (zie beschrijving).
2- Laskabel en -toorts.
3- Retourkabel met massaklem.
4- Positieve snelkoppeling (+) voor aansluiting van de laskabel.
5- Negatieve snelkoppeling (-) voor aansluiting van de laskabel.
Op de achterkant:
6- Hoofdschakelaar ON/OFF.
7- Aansluiting voor de beschermgasslang.
8- Voedingskabel.
Op de haspelruimte:
9- Positieve klem (+).
10- Negatieve klem (-).
N.B. Omkering van de polariteit voor FLUX-lassen (zonder gas).
4.1.2 BEDIENINGSPANEEL VAN HET LASAPPARAAT (Fig. C)
1- selectie, bij indrukken, van de lasprocedure MIG-MAG (SYNERGETISCH of
HANDMATIG), TIG of MMA
MIG-MAG SYNERGETISCH
- Regeling van het lasvermogen.
MIG-MAG HANDMATIG
- Regeling voedingssnelheid van de draad.
TIG:
- Regeling van de lasstroom.
MMA:
- Regeling van de lasstroom.
2- toegang, bij indrukken, tot de menu's voor het instellen van de lasprocedures MIG-
MAG (SYNERGETISCH of HANDMATIG).
MIG-MAG SYNERGETISCH
- Regeling van de lasnaad (lengte van de boog)
MIG-MAG HANDMATIG
- Regeling van de lasnaad (lasspanning)
- 49 -
Fig. A

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis