Inhaltsverzeichnis
Werbung
DEUTSCH
DE
- Die Taste "SEL" viermal drücken: es
erscheint die max. Temperatur des
Niedertemperaturkreises
Vorziffer "6".
- "MODE" drücken: es erscheint der
entsprechende Sollwert und die beiden
rechten Stellen blinken. Der Wert kann
durch Drücken von "+" oder "-" geän-
dert werden. Andernfalls den Wert mit
Taste "MEMO" übernehmen.
b
Bei Niedertemperaturanlagen
eine Temperatur im Bereich
zwischen 20 und 45°C einstel-
len. Durch Einstellung einer
" N i e d e r t e m p e r a t u r a n l a g e "
wird die Eingabe der max.
Vorlauftemperatur auf 50°C
begrenzt (Par. 23=T_CH_Low_
limit).
b
D i e
Ä n d e r u n g
Vo r l a u f t e m p e r a t u r h a t e i n e
Änderung der Heizkurve zur Folge (siehe Abschnitt zur
"Einstellung der Temperaturregelung"). Diese Änderung darf
ausschließlich vom technischen Kundenservice RIELLO dur-
chgeführt werden.
Bei Anbindung der Heizeinheit an einen Erhitzer muss der Parameter
6 eingestellt werden (Vorgabe 0 = keine Warmwasserbereitung).
Hierzu den Modus „Programmierung für den Installateur" aufrufen
und den Parameter 6 folgendermaßen einstellen:
2 = bei Erhitzer mit Fühler
6 = bei Erhitzer mit Thermostat.
Außerdem den Parameter 9 (DHW_Priority) für absoluten Vorrang
auf 2 einstellen.
Bei Erhitzer mit NTC Fühler kann die gewünschte Temperatur vom
Display aus im Bereich 10 bis 50°C eingestellt werden.
Bei Erhitzer mit Thermostat wird die gewünschte Temperatur
direkt am Erhitzer eingegeben, der
Parameter 3 aber auf 50°C belassen.
- Die Taste "SEL" zweimal drücken:
es erscheint die Temperatur des
Warmwasserkreises mit der Vorziffer "3".
- "MODE" drücken: es erscheint der
entsprechende Sollwert und die beiden
rechten Stellen blinken. Der Wert kann
durch Drücken von "+" oder "-" geän-
dert werden. Andernfalls den Wert mit
Taste "MEMO" übernehmen.
Die Heizeinheit läuft solange in der
Betriebsart Warmwasserbereitung, bis
der Bedarf gedeckt ist.
40
mit
der
d e r
Deze wijziging mag uitsluitend aangebracht worden door de
Technische Servicedienst RIELLO.
Wanneer de verwarmingsketel is aangesloten op een boiler, moet
parameter 6 ingesteld worden (vooringesteld op 0 = geen warm
sanitair water).
Ga hiervoor naar de "Programmeermodus voor Installateur" en stel
parameter 6 in op:
2 = voor boiler met sonde
6 = voor boiler met thermostaat.
Stel verder parameter 9 (DHW_Priority) in op 2 met het oog op
absolute prioriteit.
Wanneer de boiler is uitgerust met een NTC sonde kan op het
display de gewenste temperatuur van 10°C tot 50°C ingesteld
worden. Is de boiler voorzien van een thermostaat, dan wordt de
NEDERLANDS
- Druk viermaal op de toets "SEL":
weergegeven wordt de maximumtem-
peratuur van het lage temperatuurcir-
cuit, voorafgegaan door het symbool
"6".
- Druk op "MODE": het betreffende
setpoint wordt weergegeven, terwijl de
twee tekens rechts knipperen. Druk op
"+" o "-" om de waarde te wijzigen.
Bevestig met de toets "MEMO".
b
Bij installaties met lage tempera-
tuur moet een temperatuur tussen
de 20°C en 45°C gekozen worden.
Bij installaties van het type "Lage
Temperatuur" blijft de instelling
van de max. toevoertemperatuur
beperkt tot 50°C (Par. 23=T_CH_
Low_limit).
b
Wijzigen van de toevoertempera-
tuur heeft wijziging van de klimaat-
kromme tot gevolg (zie paragraaf
"Instellen van de Warmteregeling").
gewenste temperatuur op de boiler zelf
ingesteld, terwijl parameter 3 op 50°C
moet blijven staan.
- Druk tweemaal op de toets "SEL":
de temperatuur van het sanitair water
wordt weergegeven, voorafgegaan
door het symbool "3".
- Druk op "MODE": het betreffende
setpoint wordt weergegeven, terwijl de
twee tekens rechts knipperen. Druk op
"+" o "-" om de waarde te wijzigen.
Bevestig met de toets "MEMO".
De verwarmingsketel start in modus
Sanitair, totdat aan de vraag is vol-
daan.
NL
Werbung
Inhaltsverzeichnis
