9.3 De taphoek aanpassen
9.3.1 Kantelhoek
1. Druk op de kantelontgrendelingshendel (16) en kantel de bedieningshendel (9)
voorzichtig naar de gewenste hoek (Afb. P).
2. Draai de vergrendelingsknop (15) vast om de bedieningshendel (9) op zijn plaats
te vergrendelen (Afb. P).
P
3. Test de beweging van de bedieningshendel (9). Zorg ervoor dat deze vrij beweegt
binnen het ingestelde hoekbereik, zonder blokkering of weerstand.
9.3.2 Draaihoek
1. Draai de bedieningshendel (9) voorzichtig naar de gewenste hoek (Afb. Q).
2. Zorg er bij het aanpassen van de hoek voor dat de kabelmantel niet wordt bekneld
of ingedrukt.
Q
Kabelmantel
3. Test de beweging van de bedieningshendel (9). Zorg ervoor dat deze vrij beweegt
binnen het ingestelde hoekbereik, zonder blokkering of weerstand.
9.4 Positie van de operator
WAARSCHUWING! Risico op letsel door een onjuiste houding van de
operator!
» Om de controle te behouden en het risico op ongevallen of overbelasting te
minimaliseren, neem een aanbevolen houding aan tijdens het werken met
het gereedschap. Dit omvat het aannemen van een stabiele en gebalanceerde
houding, een juiste lichaamshouding en het zorgen voor de correcte plaatsing van
de handen en voeten.
• Ga naast het gereedschap staan, niet direct voor de roterende tap. Dit beschermt
u in geval van tapbreuk of onverwachte beweging van het gereedschap.
• Houd een stabiele en gebalanceerde houding aan met uw voeten op
schouderbreedte voor een goede controle en stabiliteit tijdens het tappen.
• Houd uw lichaam en handen te allen tijde uit de buurt van de roterende tap en
bewegende onderdelen van het gereedschap. Plaats geen enkel lichaamsdeel in
de baan van de tap of andere componenten.
Kantelontgrendelingshendel (16)
90
360°
9.5 Gebruikstips
• Pas een consistente en gelijkmatige druk toe bij het geleiden van de tap in het
werkstuk. Vermijd snelle of schokkende bewegingen, dit kan ervoor zorgen dat de
tap breekt.
• Handhaaf een vloeiende in- en uitgaande beweging tijdens het tappen. Dit zorgt
ervoor dat de tapdraad gelijkmatig wordt gesneden en voorkomt schade aan het
werkstuk.
• Trek de tap langzaam en voorzichtig terug wanneer het tappen voltooid is. Dit
voorkomt beschadiging van de schroefdraad.
• Herhaal het tapproces op een gecontroleerde manier. Vermijd het gebruik van
overmatige kracht of ongelijkmatige druk, dit kan leiden tot tapbreuk of slechte
draadkwaliteit.
• Bij gebruik van de automatische modus van het gereedschap, pas de
°
geautomatiseerde beweging niet handmatig aan of omzeil deze niet, het
gecontroleerd proces kan verstoord raken en tot mogelijke schade of slechte
draadkwaliteit leiden.
• Gebruik een geschikte snijolie tijdens het tappen. De snijolie helpt de tap en het
werkstuk te smeren, warmte af te voeren en het verwijderen van metaalspaanders
te vergemakkelijken.
• Zorg ervoor dat de parameterinstellingen binnen het aanbevolen bereik liggen om
consistente tapresultaten te garanderen.
• Pas de tapsnelheid aan en gebruik de juiste tapmaat en -stijl op basis van het
materiaal van het werkstuk.
• Plaats de oliesproeier (12) dicht bij het getapte gat. Vermijd contact met het
werkstuk om efficiënt metaalspanen weg te blazen.
• Pas de vertragingstijd van de olieafgifte aan in de gebruikersparameters. Breng
de smeerolie net voor en tijdens het tapproces aan voor optimale resultaten.
10. Reiniging en onderhoud
WAARSCHUWING! Risico op elektrische schok!
» Schakel het gereedschap uit en ontkoppel het van de voedingsbron voordat u het
schoonmaakt. Dit beperkt het risico op een elektrische schok en voorkomt een
onbedoelde start tijdens de reiniging.
10.1 Reiniging
VOORZICHTIG! Risico op schade!
» Breng het reinigingsmiddel aan op een doek of spons voordat u het gereedschap
schoonveegt, in plaats van het direct op het gereedschap aan te brengen.
Dit voorkomt dat overmatig vocht of reinigingsmiddel gevoelige gebieden
binnendringt en mogelijk schade veroorzaakt.
» Vermijd het gebruik van agressieve chemicaliën of op chloor gebaseerde
oplosmiddelen, evenals schurende materialen zoals staalwol of ruwe
schrobborstels, deze kunnen schade veroorzaken.
» Test het reinigingsmiddel eerst op een minder zichtbaar gebied om te controleren
op eventuele ongewenste effecten.
10.1.1 Het gereedschap reinigen
1. Gebruik een stofzuiger met een geschikt opzetstuk om overtollige
metaalspaanders, schilfers of ander puin van het gereedschap te verwijderen.
2. Neem een droge doek en veeg eventueel stof van het gereedschap af. Zorg ervoor
dat u alle gebieden grondig afdekt.
3. Als er zich hars op het gereedschap ophoopt, breng een harsoplossend
reinigingsmiddel aan. Volg altijd de instructies van de fabrikant van de
harsreiniger. Laat het reinigingsmiddel inwerken op de aangetaste gebieden en
veeg het vervolgens weg met een schone doek.
10.1.2 De snelkoppelingstapadapter en spantang reinigen
1. Gebruik een zachte borstel en/of een schone, pluisvrije doek om metaalsnippers,
spanen of opgehoopt vuil voorzichtig weg te vegen.
2. Gebruik perslucht om achtergebleven vuil uit moeilijk bereikbare plekken te blazen.
3. Breng een dunne en gelijkmatige laag hoogwaardige machine- of smeerolie aan
op:
– de interne schroefdraad van de tapadapter,
– het buitenste cilindrische oppervlak van de tapadapter dat in contact staat met
de spindel van het gereedschap,
– het interne taps toelopende oppervlak van de spantang.
10.1.3 De lucht-/oliesproeier reinigen
1. Gebruik een klein speld of naald om voorzichtig eventuele opgehoopte puin uit de
sproeieropeningen te krabben en te verwijderen.
2. Veeg de sproeiers (11/12) en de omliggende gebieden schoon met een pluisvrije
doek om eventuele resten te verwijderen.
37