Aesculap
3-Chip-videocamerasysteem DAVID 3 PV430/PV432/PV435
Endoscoop aansluiten
PV430/PV432:
►
Druk de beide bedieningstoetsen 19 van het endo-objectief 11 tegelijk
in om de bevestigingsklemmen te spreiden.
►
Breng de endoscoop 10 aan en laat de bedieningstoetsen 19 los.
►
Controleer of de endoscoop 10 goed is bevestigd door deze te draaien.
PV435:
►
Let erop dat de schuifknop 14 open is (stand UNLOCK).
►
Druk op de bedieningstoets 19.
►
Breng de endoscoop 10 aan en laat de bedieningstoets 19 los.
►
Sluit de schuifknop 14 (standLOCK) om de endoscoop te borgen tegen
verdraaien.
Opmerking
De stand van het endo-objectief 11 is vrij te kiezen. Draai het endo-
objectief 11 in de gewenste positie (uitsluitend PV435).
Lichtgeleiderkabel aansluiten
►
Sluit de lichtgeleiderkabel 20 aan op de endoscoop 10.
►
Schakel de lichtbron in bij een lage lichtsterkte.
Beeld scherpstellen/beeldgrootte instellen
►
Pas de lichtsterkte van de lichtbron aan tot u voldoende verlichting
bereikt.
►
Om het beeld scherp te stellen draait u aan de blauwe focusseerring 12
van het endo-objectief 11.
►
Om de beeldgrootte in te stellen, draait u aan de zwarte zoom-
focusseerring 13 van het endo-objectief 11 (uitsluitend PV435).
Gebruik van endoscopen met verschillende schachtdiameter
Om een optimale beeldkwaliteit te bereiken bij endoscopen met een ver-
schillende schachtdiameter, kan de belichtingsmeting MODE worden aan-
gepast.
Aesculap raadt de volgende instelling van de belichtingsmeting aan:
■
MODE HIGH voor schachtdiameter ≥ 4 mm; bij normale lichtomstan-
digheden
■
MODE MEDIUM voor schachtdiameter ≥ 4 mm; bij lichte lichtomstan-
digheden, om fading te voorkomen (bijv. bij de arthroscopie)
■
MODE LOW voor schachtdiameter ≤ 3 mm
►
Druk op de druktoets belichtingsmeting (MODE) 5 op het frontpaneel
van de camera.
De
LED
van
de
actieve
camerasturing 1 licht op.
92
®
belichtingsmetingsmodus
MODE HIGH geac-
tiveerd
LED belichtingsme-
ting (MODE HIGH) 8
licht op
►
Druk de druktoets belichtingsmeting (MODE) 5 herhaaldelijk in tot de
gewenste instelling verschijnt.
Opmerking
De instellingen blijven ook na het uit- en weer inschakelen van de came-
rasturing bewaard. De actuele instelling van de belichtingsmetingsmodus
wordt door een LED aan de camerasturing aangeduid.
Witbalans uitvoeren
►
Richt de endoscoop 10 op een wit voorwerp (bijv. steriele depper).
►
Druk op de toets witbalans (WHITE) 4 op de camerasturing 1 of
►
Druk op de witbalanstoets 16 aan de camerakop 18 en houd de
endoscoop 10 5 seconden lang op het witte voorwerp gericht.
Het beeld wordt helderwit. Deze procedure garandeert een natuurge-
trouwe weergave van alle kleuren.
Tijdens de witbalans verschijnt het volgende op de monitor:
Tijdens witbalans
WHITE BALANCE
►
Na een mislukte witbalans moet u de witbalans opnieuw starten, zie
Witbalans uitvoeren.
Opmerking
Voor iedere modus (HIGH, MEDIUM, LOW) wordt de witbalans afzonderlijk
opgeslagen.
De instellingen blijven ook na het uit- en weer inschakelen van de came-
rasturing bewaard.
aan
de
MODE MEDIUM geac-
MODE LOW geacti-
tiveerd
veerd
LED belichtingsmeting
LED belichtingsme-
(MODE MEDIUM) 7
ting ((MODE LOW) 6
licht op
licht op
Na witbalans
Bij gestoorde witba-
lans
OK
NG (NG = niet goed)