Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Afstellen Zonder De Lokalisator; Specifieke Gevallen Van Kleppen Die Ondersteboven Zijn Geïmplanteerd; Het Meten Van Kleppen Die Zijn Geïmplanteerd In Andere Omstandigheden Dan Aanbevolen; Opslag - Sophysa POLARIS Gebrauchsanweisung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 33
Ga volgens onderstaande instructies te werk als een correc-
tie noodzakelijk is:
1.
Draai de Lokalisator/Kompas-eenheid tot de naald per-
fect uitgelijnd is met de geselecteerde uiterste drukwaar-
de.
2.
Centreer de schacht van de Kompasnaald opnieuw in
het doel, indien nodig.
Vanaf dit punt is de Lokalisator perfect gepositioneerd ten
opzichte van de klep, waardoor een definitieve afstelling mo-
gelijk is.

10.3. Afstellen zonder de Lokalisator

Als er sprake is van een diepere implantatie dan aanbevolen,
kan de standaardprocedure worden uitgevoerd zonder Loka-
lisator tijdens het afstellen van een nieuwe druk. De Magneet
bevindt zich dan dichter bij de klep.
OPMERKING
Deze techniek zonder Lokalisator heeft alleen betrek-
king op drukafstelling. Drukniveaus moeten worden ge-
meten en bevestigd volgens de standaardprocedure
en/of door middel van röntgenonderzoek.
1.
Volg de gebruikelijke procedure om de Lokalisator met
behulp van het Kompas te positioneren.
2.
Teken met een stift twee markeringspunten op de huid:
– een punt om de as aan te duiden die overeenkomt
met de huidige druk van de klep, aangeduid door de
Kompasnaald;
– het andere punt om de as aan te duiden die overeen-
komt met de gewenste druk die met de Lokalisator is
bepaald.
3.
Verwijder de Lokalisator/Kompas-eenheid en plaats de
Magneet daarvoor in de plaats, direct op de implantatie-
locatie en georiënteerd in de richting die overeenkomt
met de huidige druk, als bepaald in de vorige stap.
4.
Houd de basis van de Magneet vast:
a.
Schuif indien nodig de handgreep van de Magneet
een aantal maal heen en weer langs de as van de
huidige druk om de rotor te ontgrendelen.
Let erop dat deze correct gecentreerd en in de as
van de klep blijft.
b.
Centreer de handgreep van de Magneet opnieuw.
5.
Houd de Magneet zo gecentreerd als mogelijk en draai
eraan tot hij de as bereikt die overeenkomt met de ge-
wenste druk.
6.
Verwijder de Magneet verticaal om ervoor te zorgen dat
de kleprotor weer effectief wordt vergrendeld in de ge-
kozen positie.
7.
Controleer de instelling met behulp van het Kompas en
de Lokalisator of met een röntgenopname.
10.4. Specifieke gevallen van kleppen die onderstebo-
ven zijn geïmplanteerd
Een ondersteboven geïmplanteerde klep (maar wel met de
juiste flowrichting) is herkenbaar op een röntgenopname.
Pagina 66 van 82
OPMERKING
Bij een klep die op de schedel is geïmplanteerd, moeten
de vijf radiopake punten ofwel naar de neus van de pa-
tiënt gericht zijn (als de klep aan de rechterzijde is geïm-
planteerd) ofwel van de neus van de patiënt af gericht
zijn (als de klep aan de linkerzijde is geïmplanteerd).
Als de klep ondersteboven is geïmplanteerd, is afstellen mo-
gelijk, maar dit moet dan volgens de volgende procedure
worden uitgevoerd:
1.
Positioneer de Lokalisator in de tegenovergestelde rich-
ting van de flow (pijn naar de inlaatconnector).
2.
Centreer de Lokalisator/Kompas-eenheid met behulp
van de doelen op het Kompas.
3.
Voer de meting en vervolgens de afstelling uit volgens
de stappen als beschreven in Paragraaf 8.2. De klepdruk
na implantatie meten en/of wijzigen (p. 61), met gebruik-
making van de symmetrische aanduiding op de Lokali-
sator.
De aanduiding 200 mmH
met een waarde van 30 mmH
4.
Controleer de nieuwe afstelling met behulp van röntge-
nopnames.
10.5. Het meten van kleppen die zijn geïmplanteerd in
andere omstandigheden dan aanbevolen
Het niet onder de aanbevolen omstandigheden implanteren
van een klep kan leiden tot een Kompasuitlezing van een
drukwaarde die niet overeenkomt met het patiëntdossier of
de klinische status van de patiënt.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de Polaris
graaf "Implantatietechniek", voor aanvullende informatie.
In dit geval zal een röntgenopname alle twijfel wegnemen,
omdat dit absoluut bewijs vormt van de correcte afstelling
van de klep en de correcte richting van de implantatie.

11. Opslag

LET OP
Vanwege de kracht van het magnetisch veld moet de
Magneet in de afgeschermde koffer worden bewaard
wanneer hij niet wordt gebruikt.
LET OP
Stel de afstelkit niet bloot aan temperaturen hoger dan
50 °C (122 °F). Gebeurt dit toch, dan kan dit het functio-
neren van de Magneet nadelig beïnvloeden.
LET OP
Bewaar de afstelkit niet in de nabijheid van een bron
van magnetische velden om het juiste functioneren van
de magneet te waarborgen.
Bewaar alle componenten van de afstelkit, na gebruik of bij
opslag, samen in de oorspronkelijke afgeschermde verpak-
king.
Bewaar de afgeschermde verpakking op een koele, droge
plaats buiten bereik van licht.
De producten zijn ontworpen om bestand te zijn tegen een
opslagtemperatuur van maximaal 50 °C (122 °F).
O komt bijvoorbeeld overeen
2
O.
2
®
-klep, para-

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis