Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 33
6.
Centreer de handgreep van de Magneet opnieuw.
7.
Draai de Magneet tot deze de positie bereikt die is geko-
zen als de druk voor de te implanteren klep.
8.
Verwijder de Magneet verticaal om ervoor te zorgen dat
de kleprotor weer effectief wordt vergrendeld in de ge-
kozen positie.
9.
Plaats de Magneet op meer dan 50 cm afstand van de
klep.
10. Breng het Kompas volledig in de Lokalisator in om de
nieuwe druk te bevestigen.

10.2. Stopmethode

De juiste oriëntatie van de Lokalisator ten opzichte van het
flowtraject van de klep is van essentieel belang voor het ac-
curaat aflezen van het Kompas.
Onder dikke huid is de locatie van de connectors soms
moeilijk te bepalen, waardoor het lastig is om de optimale
oriëntatie van de Lokalisator te bepalen.
In een dergelijk geval geldt het volgende:
– Als de huidige druk van de klep bekend is (bijgewerkte Pa-
tiëntidentificatiekaart of recente röntgenopname), kan de
oriëntatie van de Lokalisator tijdens de meting met behulp
van het Kompas worden gecorrigeerd door de Lokalisator/
Kompas-eenheid iets te draaien om de Kompasnaald uit te
lijnen met de bekende druk van de klep.
– Als de huidige druk niet helemaal zeker is, is een correcte
meting alleen mogelijk middels de hieronder beschreven
stopmethode. Bij deze methode wordt de klep afgesteld
op een van de eindposities (of stops). Hierdoor wordt het
mogelijk de oriëntatie te corrigeren tijdens het opnieuw in-
brengen van het Kompas.
OPMERKING
De maximale positie wordt doorgaans geselecteerd
als stop om aldus de vermindering van drainage tij-
dens hantering te minimaliseren.
Stopmethode
Na de initiële meting is de Lokalisator gecentreerd en geeft
de Kompasnaald een druk aan.
Volg onderstaande stappen voor een correcte oriëntatie van
de Lokalisator:
1.
Zonder de Lokalisator te verplaatsen:
a.
verwijder het Kompas;
b.
lijn de markering op de Magneet uit met de druk-
waarde en breng de Magneet verticaal in de Lokali-
sator in.
2.
Draai de Magneet tot deze de geselecteerde uiterste po-
sitie bereikt.
3.
Ga vervolgens twee posities voorbij de stop.
4.
Verwijder de Magneet verticaal om ervoor te zorgen dat
de kleprotor weer effectief wordt vergrendeld in de ge-
kozen positie.
5.
Plaats de Magneet op meer dan 50 cm afstand van de
klep.
6.
Breng het Kompas volledig in de Lokalisator in.
Als de klep nu op de stop wordt ingesteld, geeft de Kompas-
naald de richting aan die overeenkomt met de geselecteerde
uiterste positie.
Als deze correct overeenkomt met de indicatie op de Lokali-
sator, is deze correct georiënteerd en was de initiële meting
correct.
Is dit niet het geval, zoals hieronder beschreven, dan kan de
oriëntatie van de Lokalisator worden gecorrigeerd en kan
worden vastgesteld wat de feitelijke initiële druk was vóór
correctie, afhankelijk van het geïmplanteerde klepmodel.
Tel op de Lokalisator het aantal posities tussen de eerder ge-
selecteerde stop en de positie die het Kompas aangeeft.
– Als de naald links van de gewenste stop staat, moet dit
aantal posities worden toegevoegd aan de oorspronkelijk
gemeten positie.
– Als de naald rechts van de gewenste stop staat, moet dit
aantal posities worden afgetrokken van de oorspronkelijk
gemeten positie.
Voorbeeld
In dit voorbeeld staat de naald een positie aan de rechterzijde
(in de meetrichting) ten opzichte van de gewenste stop. Dit
betekent dat u één positie moet aftrekken van de initiële me-
ting voor de feitelijke initiële instelling.
Pagina 65 van 82

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis