Overzicht Van De Instelparameters In De Mymodes; Bluetooth Van De Prothese In-/Uitschakelen; Bluetooth Uit-/Inschakelen Met De Cockpit App - Ottobock 1B1-2 Gebrauchsanweisung

Parameter
Hielweerst.
Afrolweerst.
Trapfunctie

8.4.3 Overzicht van de instelparameters in de MyModes

De parameters in de MyModes beschrijven het statische gedrag van de prothese bij een bepaald
bewegingspatroon, bijv. golf. In de MyModes wordt het dempingsgedrag niet automatisch aange­
past.
In de MyModes kunnen de volgende parameters worden gewijzigd:
Parameter
Hielweerst.
Afrolweerst.
Stophoek

8.5 Bluetooth van de prothese in-/uitschakelen

INFORMATIE
Voor het gebruik van de Cockpit App moet de Bluetooth-functie van de prothese ingeschakeld
zijn.
Als Bluetooth uitgeschakeld is, kan dit worden ingeschakeld door de prothese ondersteboven te
houden (functie alleen beschikbaar in de basismodus) of de acculader aan te sluiten en weer
los te koppelen. Daarna is Bluetooth gedurende ca. 2 minuten ingeschakeld. In deze tijd moet
de app worden gestart, zodat er verbinding kan worden gemaakt. Desgewenst kan de
Bluetooth-functie van de prothese daarna ingeschakeld blijven (zie pagina 286).

8.5.1 Bluetooth uit-/inschakelen met de Cockpit App

Bluetooth uitschakelen
1) Raak terwijl er verbinding is met de prothesecomponent, in het hoofdmenu het symbool aan.
→ Het navigatiemenu wordt geopend.
2) Raak in het navigatiemenu de optie "Functies" aan.
3) Raak daarna de optie "Bluetooth deactiveren" aan.
286
Bereik instel­ Instelgebied
software app
10 — 60 ± 20
110 — 170 ± 10
AAN — UIT AAN — UIT
Bereik instel­ Instelgebied
software app
0 — 195 ± 20
0 — 195 ± 10
-200 — 200 ± 10
aangegeven in
0,1°
Betekenis
Demping van de plantaire flexie.
Snelheid waarmee de voorvoet bij
hielbelasting omlaag beweegt.
Deze parameter bepaalt hoe gemak­
kelijk de voet kan worden afgerold.
Door inschakeling van deze functie
wordt de afrolhoek bij het trap af
lopen vergroot. Hiervoor moet deze
functie in de instelsoftware geacti­
veerd zijn.
Betekenis
Demping van de plantaire flexie.
Snelheid waarmee de voorvoet bij
hielbelasting omlaag beweegt.
Demping van de dorsale flexie.
Het gemak waarmee de waarde van
de parameter "Stophoek" wordt
bereikt resp. sterkte van de weerstand
voor het bereiken van de waarde van
de parameter "Stophoek".
Enkelhoek waar vanaf de beweging in
de afrolrichting (bij dorsale flexie)
wordt geblokkeerd.