Informatie over het omschakelen
•
Ongeacht de configuratie van de MyModes in de instelsoftware is het altijd mogelijk met een
bewegingspatroon terug te schakelen naar de basismodus (modus 1).
•
Door aansluiten/loskoppelen van de acculader kan er op elk gewenst moment worden terug
geschakeld naar de basismodus (modus 1).
•
Controleer voor overige activiteiten altijd of de gekozen modus staat voor de gewenste bewe
ging.
Omschakelen
1) Houd het prothesebeen onder het lichaam.
2) Tik met de hiel van de prothesevoet minimaal 3 keer maar niet meer dan 5 keer naar achteren
tegen een vast object.
→ Door middel van een piep- en trilsignaal wordt bevestigd dat het bewegingspatroon is her
kend.
3) Kantel de prothesevoet licht naar achteren en belast de voorvoet.
INFORMATIE: Wanneer de prothesevoet zich in sterke dorsale flexie bevindt, kan de
hiel worden belast.
→ Er klinkt een bevestigingssignaal om aan te geven dat er met succes is omgeschakeld
naar de basismodus.
INFORMATIE: Wanneer dit bevestigingssignaal niet wordt gegeven, is de prothe
sevoet niet correct of te kort belast. Herhaal de procedure op de juiste manier om
alsnog om te schakelen.
4) Ontlast het prothesebeen.
→ Er wordt van modus gewisseld.
•
Controleer voor het zetten van de eerste stap altijd of de gekozen modus staat voor de
gewenste beweging.
8.4 Prothese-instellingen wijzigen
Als er een verbinding met een prothesecomponent actief is, kunt u de instellingen van de actieve
modus met de Cockpit App aanpassen.
INFORMATIE
Voor het aanpassen van de prothese-instellingen moet de Bluetooth-functie van de prothese
ingeschakeld zijn.
Als Bluetooth uitgeschakeld is, kan dit worden ingeschakeld door de prothese om te draaien of
de acculader aan te sluiten en weer los te koppelen. Daarna is Bluetooth gedurende ca. 2 minu
ten ingeschakeld. In deze tijd moet de verbinding tot stand worden gebracht.
Informatie over het wijzigen van de prothese-instellingen
•
Controleer voordat u de instellingen gaat wijzigen, altijd in het hoofdmenu van de Cockpit
App of de gewenste prothesecomponent is geselecteerd. Anders zouden de parameters van
de verkeerde prothesecomponent gewijzigd kunnen worden.
•
Tijdens het opladen van de accu van de prothese kunnen de prothese-instellingen niet wor
den gewijzigd en kan er niet worden omgeschakeld naar een andere modus. Alleen de status
van de prothese kan worden opgevraagd. Op de onderste beeldschermregel van de Cockpit
App verschijnt in plaats van het symbool
•
De door de orthopedisch instrumentmaker ingestelde waarde bevindt zich in het midden van
de schaal. Wanneer u deze waarde hebt gewijzigd, kunt u de oorspronkelijke waarde weer
instellen door in de Cockpit App de knop "Standaard" aan te raken.
284
het symbool
.