Herunterladen Diese Seite drucken

DAB NGPANEL Installations- Und Wartungsanleitungen Seite 185

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für NGPANEL:

Werbung

Bij het vullen: de pompcapaciteit van de bruikbare
pompen is niet voldoende om de tank te legen.
W0-005
W0-006
Bij het afvoeren: een of meer pompen zijn geforceerd
in werking terwijl het niet nodig is om de tank te
legen, of er zijn andere oorzaken die de aanzuigtank
ertoe aanzetten om zich te legen zonder
tussenkomst van de pompen.
W0-007 Interne spanning buiten specificatie
Geen ingangsspanning
W0-008
Er is water waargenomen in de oliekamer van een
W0-009
van de twee pompen
Door de controle (of handbediening) worden meer
W0-010
dan 8 starts per minuut gevraagd voor een van de
twee pompen
Bij de eerste inschakeling wordt een discrepantie
waargenomen van de status van het waterniveau in
vlotter A of tussen de vlotters A en B.
W0-012
Vlotter/voeler die verbonden is met de ingang B
neemt een discrepantie waar van het waterniveau
ten opzichte van de vlotter/voeler die verbonden is
met de ingang C
W0-013
NEDERLANDS
1. Controleer of de aanwezige pompen allebei geactiveerd zijn
(niet uitgesloten uit de pompactie). Als dat niet het geval is,
activeer ze dan vanuit het menu Status pompen.
2. Als er pompen met een fout zijn, probeert u deze fouten te
resetten door de oorzaak ervan op te heffen en een reset uit te
voeren vanuit het menu Fouten- en alarmengeschiedenis.
3. Elimineer eventuele verstoppingen in het pers- en/of
aanzuiggedeelte.
4. Gebruik pompen met een grotere pompcapaciteit.
1. Hef de geforceerde werking op.
2. Hef de oorzaak van het legen van de tank op die niet te wijten
is aan de pompen die verbonden zijn met het paneel.
1. Stroomoverbelasting van de dieptesensor die verbonden is met
AIN1, of van de overstromingssensor die verbonden is met
AIN2. Controleer of de sensoren niet beschadigd zijn.
2. Defect op de printplaat. Contacteer de klantenservice.
Schakel de voeding naar het paneel weer in om de normale werking
te hervatten
Controleer of de pompafdichtingen intact zijn
1. Bij controle door middel van vlotters of niveauvoelers, gebruik
de vlotter voor stopzetting van de pompen. Als deze al wordt
gebruikt, moet de juiste werking hiervan worden hersteld.
2. Gebruik bij controle door middel van een dieptesensor niveaus
die sterker van elkaar gescheiden zijn.
1. Controleer of de vlotter die verbonden is met de ingang B niet
vastzit in hoge positie (Afvoermodus) of lage positie (Vulmodus)
en of de vlotter die verbonden is met de ingang A niet vastzit in
lage positie (Afvoermodus) of hoge positie (Vulmodus).
2. Controleer in het geval van niveauvoelers of er zich op de voeler
die verbonden is met ingang A geen niet-geleidende stoffen
hebben afgezet (bv. plastic, hout, glas en papier) en of de
verbindingskabel van de voeler intact is.
3. Als de vlotter/voeler die verbonden is met ingang A later is
toegevoegd, terwijl het paneel ingeschakeld was, moet het
paneel nu opnieuw worden gestart.
Controleer of de vlotter die verbonden is met de ingang B niet vastzit
in lage positie (Afvoermodus) of hoge positie (Vulmodus) en of de
vlotter die verbonden is met de ingang C niet vastzit in hoge positie
(Afvoermodus) of lage positie (Vulmodus).
Controleer in het geval van niveauvoelers of er zich op de voeler die
verbonden is met ingang B geen niet-geleidende stoffen hebben
afgezet (bv. plastic, hout, glas en papier) en of de verbindingskabel
van de voeler intact is.
175

Werbung

loading