DAB NGPANEL Installations- Und Wartungsanleitungen Seite 154

5 INSTALLATIE
Volg de aanbevelingen in dit hoofdstuk zorgvuldig op, om een correcte elektrische, hydraulische en mechanische installatie te realiseren.
Voordat u gaat beginnen met de installatie, moet u zich ervan verzekeren dat de voeding naar de motor en de actuator zijn uitgeschakeld.
Neem de waarden m.b.t. de elektrische voeding die vermeld staan op het plaatje met elektriciteitsgegevens strikt in acht.
5.1 Aanbevolen voorbereidingen
Voor bevestiging aan de muur dienen de volgende aanwijzingen te worden opgevolgd:
- Gebruik een waterpas en de Quick Guide als mal om gaten in de muur te boren.
- Boor vier gaten op de punten die zijn aangegeven op de tekening, aan de hand van de schets van de Quick Guide.
- Steek pluggen in de gaten (niet meegeleverd bij het product).
- Zet het product met de vier schroeven vast aan de muur.
- Leg daarna de gebruikelijke bedrading aan.
5.2 Verbinding met leidingen
Realiseer het hydraulische systeem zoals het meest geschikt is voor de toepassing, aan de hand van de indicatieve schema's aan het
begin van de handleiding. Zie Afb.9 voor Vullen, Afb.11 voor Afvoeren.
5.3 Elektrische aansluiting
Let op: neem altijd de veiligheidsvoorschriften in acht!
Telkens wanneer u het apparaat opent of bedraad, moet u zich ervan verzekeren dat alle afdichtingen en
kabelwartels in orde zijn voordat u het apparaat weer sluit.
In het voedingsnet moet een inrichting zijn opgenomen die volledige afkoppeling verzekert in omstandigheden van
overspanningscategorie III.
Ga na of de netspanning overeenstemt met de nominale spanning van de motor.
De voedingskabels moeten als volgt worden aangesloten op de volgende klemmen:
L1 - L2 – L3 - ⏚ voor driefasige systemen
L - N - ⏚ voor eenfasige systemen
Verzeker u ervan dat alle klemmen helemaal zijn aangehaald, en let hierbij goed op de aarding.
Raadpleeg het Veiligheidsboekje (code 60183268) alvorens de elektrische aansluitingen te maken.
5.3.1 Instrumentele controles door de installateur
- Continuïteit in de veiligheidsaders en de primaire en secundaire equipotentiaalcircuits.
- Isolatieweerstand van het elektrische systeem tussen de actieve circuits L1-N (voor eenfasige systemen met omschakeling van
de uitgangscontacten) en L1-L2-L3 (voor driefasige systemen met omschakeling van de uitgangscontacten) en het
potentiaalvereffeningscircuit.
- Efficiëntietest van de differentieelbeveiliging.
- Test van de toegepaste spanning tussen de actieve circuits L1-N (voor eenfasige systemen met omschakeling van de
uitgangscontacten) en L1-L2-L3 (voor driefasige systemen met omschakeling van de uitgangscontacten) en het
potentiaalvereffeningscircuit.
- Werkingstest.
5.3.2 Beschrijving van de ingangen
Zie Afb. 4, Afb.5.
QS1
L1 – L2 – L3
L - N
⏚
U - V - W
N - L
N - L - C
Functie
Scheidingsschakelaar voedingslijn
Verbinding driefasige voedingslijn
Verbinding eenfasige voedingslijn
Aardaansluiting
Driefasige elektrische verbinding van de pompen
Eenfasige elektrische verbinding van de pompen
Elektrische verbinding voor eenfasige pompen met externe condensator
NEDERLANDS
scheidingsschakelaar QS1

(klemmen 2T1-4T2-6T3 van scheidingsschakelaar QS1)
144