10.7
Externe apparaten opladen (afb. 1)
m GEVAAR!
Gevaar door verkeerd opladen.
1.
Steek de adapterkabel (niet meegeleverd) met
12 V klemmen in de daarvoor bestemde 12 V
DC-aansluiting (12).
11. Reiniging
Schakel voor alle reinigings- en onderhoudswerk-
zaamheden de motor uit. Verwijder bovendien de bou-
giestekker (20) van de bougie.
LET OP! Gevaar voor brandwonden! Wacht tot het
apparaat is afgekoeld voordat u reinigings- of onder-
houdswerkzaamheden uitvoert.
11.1
Reiniging
Zorg dat de veiligheidsinrichtingen, de ventilatiesleu-
ven en de motorbehuizing zo stof- en vuilvrij mogelijk
zijn. Wrijf het apparaat met een schone doek schoon of
blaas het met perslucht bij een lage druk uit. Wij advi-
seren om het apparaat direct na elk gebruik te reinigen.
Reinig het apparaat regelmatig met een vochtige doek
en wat zachte zeep. Gebruik geen reinigings- of op-
losmiddelen. Hierdoor kunnen de kunststofonderdelen
van het apparaat worden aangetast. Let op dat er geen
water in het apparaat terecht komt.
12. Onderhoud
WAARSCHUWING!
Draag bij onderhoudswerkzaamheden altijd veilig-
heidshandschoenen en luchtwegbescherming!
12.1 Controleer het oliepeil (afb. 8)
1.
Ga te werk, zoals beschreven onder punt 9.3.
12.2 Olieverversing
Vervang de motorolie na de eerste 20 bedrijfsuren,
daarna steeds na 50 uur resp. om de drie maanden.
Het verversen van de motorolie moet bij een bedrijfs-
warme motor worden uitgevoerd.
1.
Plaats de generator op een vlak, recht oppervlak.
2.
Zet een opvangbak (niet bij de levering inbegre-
pen) klaar.
3.
Open de oliepeilstok (14). Verwijder de olieaftap-
plug (13) met een steeksleutel SW 10, om de olie
af te tappen.
4.
Schroef de olieaftapplug (13) weer terug vast.
88 | NL
5.
Vul nieuwe motorolie bij (max. 110 ml).
6.
Schroef de oliepeilstok (14) weer vast.
7.
Voer de afgewerkte olie op correcte wijze af.
12.3 Luchtfilter (afb. 9)
AANWIJZING!
Risico op materiële schade!
Het bedrijf van de motor zonder of met een beschadigd
filterelement kan tot motorschade leiden.
- Laat de motor nooit zonder of met een beschadigd
luchtfilterelement draaien. Dan komen er verontrei-
nigingen in de motor terecht, die de motor ernstig
kunnen beschadigen.
Luchtfilter (8a) elke 50 bedrijfsuren reinigen, zo nodig
vervangen.
1.
Plaats het deksel van het luchtfilter (8) weer terug.
2.
Verwijder de schuimvulling.
3.
Voor het reinigen van het filter mogen geen scher-
pe reinigingsmiddelen of benzine worden gebruikt.
4.
De elementen moeten worden gereinigd door
het uitkloppen van een vlak oppervlak. Bij sterke
vervuiling met zeeploog wassen, aansluitend met
schoon water uitspoelen en aan de lucht laten dro-
gen.
5.
De montage volgt in omgekeerde volgorde.
12.4 Accu (9) laden met auto-oplader (afb. 1)
m GEVAAR!
Gevaar door onjuist opladen van de accu!
Bij een te hoge laadspanning bestaat er explosiege-
vaar voor de accu (9).
- De laadstroom van de oplader mag niet hoger zijn
dan 5 A en de laadspanning mag max. 14,4 V zijn.
1.
Verwijder de accu (9) zoals in hoofdstuk 13.2 be-
schreven.
2.
Sluit de accu (9) op een geschikt auto-oplader
voor accu's aan. Verbind aansluitend de rode ka-
bel met de pluspool (+) en de zwarte kabel met de
minpool (-) van de oplader.
3.
Laad de accu (9) minimaal 5 uur op.
Let op!
Gevaar op kortsluiting!
- Om kortsluiting te vermijden, maakt u altijd eerst de
minkabel (-) van de accu (9) los en sluit u deze als
laatste weer aan.
- Let er bij het aansluiten/loskoppelen van de ac-
cu-aansluitkabels op, dat de polen (+/-) elkaar en/of
het frame niet aanraken.
www.scheppach.com