Scheppach SG7100x Originalbetriebsanleitung Seite 86

• Zorg voor voldoende ventilatie van het apparaat.
• Controleer of de bougiestekker aan de bougie is be-
vestigd.
• Eventueel aangesloten elektrisch apparaat loskop-
pelen van de stroomgenerator.
9.1 Aardingsschroef (17) (afb. 1)
m Let op! Elektrische schok!
- Geen ongeïsoleerd draad om te aarden gebruiken.
- Generator moet goed geaard zijn.
Om statische ladingen af te laten vloeien, moet de be-
huizing worden geaard.
1. Verbind hiertoe een kabel aan een zijde op de aar-
dingsklem (17) van de generator en aan de andere
kant met een externe massa (bijv. aardpen).
9.2 Accu (16) vastklemmen (afb. 6)
1. Verwijder de accuhouder, door de twee zeskant-
bouten met een steeksleutel SW10 te verwijderen.
2. Verwijder de accu (16) en verwijder de be-
schermkappen van de polen.
3. Verbind aansluitend de rode kabel met de plus-
pool (+) en de zwarte kabel met de minpool (-).
4. Plaats de beschermkappen op de beide polen.
5. Schuif de accu (16) weer terug in de generator.
6. Breng de accuhouder weer aan en schroef de
twee zeskantbouten met een steeksleutel SW10
in.
Aanwijzing: De accu laadt tijdens het bedrijf zelf op.
9.3 Olie bijvullen (afb. 8)
m Let op!
De generator wordt geleverd zonder motorolie.
Voor ingebruikname daarom altijd olie bijvullen.
Gebruik hiertoe 10W30 olie.
Aanwijzing:
Controleer regelmatig voor elke ingebruikname het
oliepeil. Een te laag oliepeil kan de motor beschadigen.
Het oliewaarschuwingssysteem is ontworpen om
motorschade door een tekort aan olie in het carter te
voorkomen. Voordat het oliepeil in het carter tot onder
de veiligheidsmarkering kan dalen, stopt het oliewaar-
schuwingssysteem de motor automatisch.
Als het oliewaarschuwingssysteem de motor stopt,
dient u motorolie bij te vullen.
Het starten is pas weer mogelijk als er motorolie is bij-
gevuld.
86 | NL
1. Plaats het apparaat op een vlak, recht oppervlak.
2. Schroef de oliepeilstok (14) los.
3. Vul motorolie bij met behulp van een olievulfles
(niet meegeleverd). Let op de max. vulhoeveel-
heid van 110 ml. Vul de olie voorzichtig bij tot aan
de onderkant van de vulpijp.
4. Veeg de oliepeilstok (14) met een schone, pluis-
vrije doek schoon.
5. Schroef de oliepeilstok (14) weer tot aan de aan-
slag in de vulpijp.
6. Trek de oliepeilstok (14) eruit en lees in horizon-
tale positie het oliepeil af. Het oliepeil moet zich
tussen L (low) en H (high) van de oliepeilstok (14)
bevinden.
7. Als het oliepeil te laag is, herhaalt u de werkwijze.
8. Schroef de oliepeilstok (14) vervolgens weer vast.
9.4 Brandstof bijvullen (afb. 1)
m Let op!
De generator wordt geleverd zonder benzine. Voor
ingebruikname daarom altijd benzine bijvullen.
Gebruik hiervoor Super E10 benzine.
1. Schroef de tankdop (1) er op.
2. Vul met behulp van een geschikte trechter (A)
maximaal 25 l Super E10 benzine in de brandstof-
tank (22).
3. Let op dat de brandstoftank (22) niet te vol wordt
gevuld en dat er geen benzine wordt gemorst. Ge-
bruik altijd een brandstoffilterelement. Gemorste
benzine direct opnemen en wachten tot de ben-
zinedampen zijn vervlogen (vanwege ontstekings-
gevaar).
4. Controleer het kijkglas (2) terwijl u brandstof bij-
vult. De rode markering in het kijkglas (2) geeft de
minimum vulhoeveelheid aan.
5. Schroef de tankdop (1) er weer op.
m LET OP!
Tank in een goed geventileerde omgeving waarbij
de motor is uitgeschakeld.
Als de motor direct daarvoor in gebruik was, moet
deze eerst afkoelen. Tank de motor nooit in een ge-
bouw, waar de benzinedampen vlammen of vonken
kunnen bereiken.
Benzine is zeer brandgevaarlijk en explosief. U
kunt bij het omgaan met brandstof brandwonden
of ander ernstig letsel oplopen.
www.scheppach.com