• Voor het in acht nemen van de stofemissiewaarden
bij houtbewerking en voor een veilig bedrijf, moet
een stofafzuigingsinstallatie met ten minste 20 m/s
luchtsnelheid worden aangesloten.
• Verstrek de veiligheidsinstructies aan alle perso-
nen die werkzaamheden aan of met de machine
verrichten.
• Gebruik de zaag niet voor het zagen van brandhout.
• De machine is voorzien van een veiligheidsscha-
kelaar tegen herinschakelen van de machine na
spanningsuitval.
• Controleer voor ingebruikname of de spanning op
het typebordje van het apparaat overeenkomt met
de netspanning.
• Kabeltrommel alleen in afgerolde toestand gebrui-
ken.
• De personen die aan of met de machine werken,
mogen niet worden afgeleid.
• Neem de draairichting van de motor- en zaagband
in acht
• De veiligheidsinrichtingen van de machine mogen
niet worden gedemonteerd of onbruikbaar worden
gemaakt.
• Zaag geen werkstukken die te klein zijn, zodat u ze
goed in uw hand kunt houden.
• Verwijder nooit losse houtsplinters, spaanders of
vastzittende houtstukken als de zaagband draait.
• De van toepassing zijnde ongevallenpreventievoor-
schriften alsook de overige algemene erkende vei-
ligheidstechnische voorschriften moeten in acht
worden genomen.
• Notitieboekje van de industriële bedrijfsvereniging
in acht nemen (VBG 7)
• Stel de verstelbare veiligheidsvoorzieningen dus-
danig in dat deze zo dicht mogelijk tegen het werk-
stuk liggen
m LET OP! Lange werkstukken moeten worden on-
dersteund om te voorkomen dat ze na het zagen van
de tafel vallen. (bijv. met een rolstaander enz.)
• De zaagbandbeveiliging (4) moet tijdens het trans-
port van de zaag in de onderste positie staan.
• Veiligheidsafdekkingen mogen niet worden gebruikt
voor het transporteren of ondeskundig gebruik van
de machine.
• Vervormde of beschadigde zaagbanden mogen niet
gebruikt worden.
• Versleten tafelinzet moet worden vervangen.
• Nooit de machine in bedrijf zetten als de beveili-
gingsklep van de zaagband resp. de losgekoppelde
veiligheidsinrichting is geopend.
78 | NL
www.scheppach.com
• Let op dat de keuze van het zaagband en de snel-
heid voor de te zagen grondstof geschikt is.
• Nooit de zaagband reinigen als deze nog niet tot
stilstand is gekomen.
• Bij rechte zaagsnedes van kleine werkstukken te-
gen de parallelaanslag moet een schuifstok wor-
den gebruikt.
• Draag bij het werken met de zaagband en ruwe
grondstoffen handschoenen!
• Tijdens het transport moet de zaagband-veilig-
heidsinrichting zich in de onderstand stand en na-
bij de tafel bevinden.
• Bij schuine zaagsnedes met een schuine tafel moet
de parallel geleiding worden aangepast aan het on-
derste deel van de tafel.
• Losgekoppelde veiligheidsinrichtingen nooit gebrui-
ken voor het heffen of transporteren.
• Let op dat de zaagband-veiligheidsinrichtingen wor-
den gebruikt en juist zijn ingesteld.
• Zorg dat uw handen altijd op voldoende veilige af-
stand tot de zaagband worden gehouden. Gebruik
een schuifstok voor smalle zaagsnedes.
• Installeer de veiligheidsvoorzieningen zo dicht mo-
gelijk bij het werkstuk.
• Plaats de schuifstok op de hiervoor aangebrach-
te houder op de machine, zodat u deze vanuit uw
standaard werkpositie kunt bereiken en altijd binnen
handbereik hebt.
• In de normale werkpositie bevindt de gebruiker zich
vóór de machine.
m WAARSCHUWING! Dit elektrisch apparaat gene-
reert een elektromagnetisch veld als het is ingescha-
keld. Dit veld kan onder bepaalde omstandigheden
interfereren met actieve of passieve medische implan-
taten. Om het risico op ernstig of dodelijk letsel te beper-
ken, raden we personen met medische implantaten aan
om hun arts en de fabrikant van het medische implan-
taat te raadplegen voordat de machine wordt gebruikt.
Restrisico's
De machine is gebouwd volgens de stand van de tech-
niek en de erkende veiligheidstechnische regels. Toch
kan tijdens de werkzaamheden sprake zijn van enkele
restrisico's.
• Gevaar op letsel voor vingers en handen door een
draaien de zaagband bij ondeskundige geleiding
van het werkstuk. Letsel door een wegslingerend
werkstuk bij ondeskundige bediening of ondeskun-
dige geleiding, zoals bijvoorbeeld het werken zon-
der aanslag.
• Gevaar voor de gezondheid door houtstof of houts-
paanders. Draag absoluut persoonlijke veiligheids-
uitrusting zoals oogbescherming. Afzuiginstallatie
plaatsen!
• Letsel door een defecte zaagband. De zaagband re-
gelmatig controleren op perfecte staat.
• Gevaar op letsel voor vingers en handen bij het
vervangen van de zaagband. Geschikte werkhand-
schoenen dragen.
• Gevaar op letsel bij het inschakelen van de machine
door een draaiende zaagband.
• Gevaar door stroom bij onjuist gebruik van de elek-
tra-aansluitingen.
• Gevaar voor de gezondheid door een draaiende
zaagband bij lang haar en losse kleding. Persoon-
lijke veiligheidsuitrusting zoals een haarnetje en
nauwsluitende werkkleding.
• Bovendien kunnen er ondanks alle getroffen voor-
zieningen verborgen restrisico's bestaan.
• Restrisico's kunnen worden geminimaliseerd als
de „Belangrijke aanwijzingen" en het „Reglementair
gebruik" alsook de gebruiksaanwijzing in acht wor-
den genomen.
6. Technische gegevens
Wisselstroommotor
230 - 240 V ~ 50 Hz
S1* 250W,
Vermogen
S2** 30 min 350W
Toerental
1400 min
Zaagbandlengte
1400 mm
Zaagbandbreedte
3,5 - 12 mm
Zaagbandbreedte max.
12 mm
Zaagbandsnelheid
900 m/min
Snijhoogte
0 - 80 mm
Doorvoerwijdte
200 mm
Tafelgrootte
300 x 300 mm
Tafelgrootte met verbre-
380 x 300mm
ding min.
Tafelgrootte met tafelver-
535 x 300mm
breding max.
Zwenkbereik van de tafel
0° bis 45°
Werkstukgrootte max.
400 x 400 x 80 mm
Gewicht
19 kg
Technische wijzigingen voorbehouden!
www.scheppach.com
* Bedrijfsmodus S1, continubedrijf.
** Bedrijfsmodus S2 kort bedrijf bij constante belas-
ting; Duur van het nominale bedrijf
Het werkstuk moet minimaal een hoogte van 3 mm
en een breedte van 10 mm hebben.
De geluids- en vibratiewaarden zijn bepaald volgens
EN 61029.
Geluidsdrukniveau L
pA
Onzekerheid K
pA
Geluidsvermogen L
WA
Onzekerheid K
pA
Draag een gehoorbescherming.
Het effect van lawaai kan gehoorverlies zijn. Totale vi-
bratiewaarden (vectorsom van drie richtingen) bepaald
volgens EN 61029.
7.
Vóór inbedrijfstelling
De machine moet worden opgesteld zodat ze veilig
staat, dwz. ze moet op een werkbank of een vast o
derstel worden vastgeschroefd. Te dien einde is het
voetstuk van de zaagmachine voorzien van boorgaten.
• Let erop dat de zaagtafel correct gemonteerd is.
• Vóór inbedrijfstelling moeten alle afdekkingen en
veiligheidsinrichtingen naar behoren zijn gemon-
teerd.
-1
• Het lintzaagblad moet vrij kunnen draaien.
• Bij reeds bewerkt hout op vreemde voorwerpen let-
ten zoals b.v. nagels of schroeven etc.
• Voordat u de aan-/uitschakelaar indrukt dient u zich
ervan te vergewissen dat het lintzaagblad correct
is gemonteerd en bewegelijke onderdelen gemak-
kelijk bewegen.
• Controleer of de gegevens vermeld op het kenplaat-
je overeenkomen met de gegevens van het stroom-
net alvorens de machine aan te sluiten.
8. Montage
m LET OP! Voor alle onderhouds-, ombouw- en mon-
tagewerkzaamheden aan de lintzaag moet de netstek-
ker worden losgekoppeld.
Montagegereedschap
1 steeksleutel SW 10/13
1 inbussleutel SW 3
1 inbussleutel SW 4
77,4 dB
3 dB
90,4 dB
3 dB
NL | 79