• Bij gebruik in gesloten vertrekken komt houtstof vrij
dat schadelijk is voor de gezondheid.
• Gevaar op ongevallen door handcontact in het niet
afgedekte snijbereik van het werkstuk.
• Gevaar op letsel bij het verwisselen van werktuigen
(gevaar op snijwonden).
• Gevaar door het wegslingeren van werkstukken of
delen van werkstukken.
• Beknellen van de vingers.
• Gevaar door terugslag.
• Kantelen van het werkstuk door een te klein
• Aanraken van het snijwerktuig.
• Wegslingeren van takken en werkstukdelen.
Wij wijzen erop dat onze toestellen overeenkomstig
hun bestemming niet ontworpen zijn voor commerci-
eel, ambachtelijk of industrieel gebruik. Wij zijn niet
aansprakelijk indien het apparaat in ambachtelijke of
industriële bedrijven alsmede bij gelijk te stellen acti-
viteiten wordt gebruikt.
5. Belangrijke aanwijzingen
m LET OP! Bij gebruik van elektrische apparaten
dient u de volgende fundamentele veiligheidsmaat-
regelen te nemen ter bescherming tegen elektrische
schokken, letsel en brandgevaar. Lees alle voorschrif-
ten alvorens deze machine te gebruiken en bewaar de
veiligheidsvoorschriften.
Veilig werken
1.
Hou u uw werkplaats netjes
- Wanorde op uw werkplaats leidt tot gevaar voor
ongelukken.
2.
Hou rekening met de omgevingsinvloeden
- Stel elektrisch materieel niet bloot aan de regen.
- Gebruik elektrisch materieel niet in vochtige of
natte omgeving.
- Zorg voor een goede verlichting.
- Gebruik elektrisch materieel niet in de buurt van
brandbare vloeistoffen of gassen.
3.
Bescherm u tegen elektrische schok
- Vermijd lichamelijk contact met geaarde delen,
b.v. buizen, radiatoren, fornuizen, koelkasten.
4.
Buiten bereik van personen houden.
- Laat andere personen, met name kinderen,
het elektrische gereedschap of de kabel niet
aanraken. Let op dat deze personen buiten de
werkzone verblijven.
76 | NL
www.scheppach.com
5.
Bewaar uw gereedschappen op een veilige
plaats
- Niet gebruikte gereedschappen moeten in een
droge gesloten ruimte buiten bereik van kinderen
worden bewaard.
6.
Overbelast uw gereedschap niet
- U werkt beter en veiliger in het opgegeven ver
- mogensgebied.
7.
Gebruik het juiste gereedschap
- Gebruik geen te zwakke gereedschappen of
voorzetstukken voor zwaar werk.
- Gebruik gereedschappen niet voor doeleinden
en werkzaamheden waarvoor ze niet bedoeld
zijn; gebruik b.v. geen handcirkelzaag om bomen
te vellen of takken te kappen.
- Gebruik de machine niet om brandhout mee te
zagen.
8.
Draag de gepaste werkkledij
- Draag geen wijde kleding of sieraden. Ze kunnen
door bewegende delen worden gegrepen.
- Bij het werken in open lucht draagt u best rub-
berhandschoenen en slipvast schoeisel.
- Draag bij lang haar een haarbescherming.
9.
Maak gebruik van de beschermende uitrusting
- Draag een veiligheidsbril.
- Gebruik een stofmasker bij werkzaamheden
waarbij stof vrijkomt.
10.
Sluit de stofafzuiginrichting aan als u hout,
houtachtige grondstoffen of kunststoffen ver-
werkt.
- Indien inrichtingen voor het aansluiten van sto-
fafzuiginrichtingen voorhanden zijn overtuig u
er zich van dat deze aangesloten zijn en ge-
bruikt worden.
- Gebruik in afgesloten ruimtes is alleen toege-
staan met een geschikt afzuigsysteem.
11.
Onttrek de kabel niet aan zijn eigenlijke bestem-
ming
- Draag het gereedschap niet aan de kabel en
gebruik de kabel niet om de stekker uit het stop-
contact te trekken. Bescherm de kabel tegen
hitte, olie en scherpe kanten.
12.
Beveilig het werkstuk
- Gebruik spaninrichtingen of een bankschroef
teneinde het werkstuk vast te zetten. Het wordt
zodoende veiliger vastgehouden dan met uw
hand en maakt het mogelijk de machine met
de beide handen te bedienen.
- Voor lange werkstukken is extra ondersteuning
(tafel, blokken enz.) vereist om kantelen van de
machine te voorkomen.
- Druk het werkstuk stevig op het werkblad en
tegen de aanslag, om te voorkomen dat het
werkstuk gaat wiebelen of verschuiven.
13.
Vermijd een onnatuurlijk lichaamshouding
- Zorg er steeds voor dat u stevig en stabiel staat.
- Voorkom dat u uw handen in een onhandige
stand houdt waardoor een of beide handen het
zaagblad zouden kunnen raken bij een plotse-
linge verschuiving.
14.
Onderhoud uw gereedschap zorgvuldig
- Hou uw gereedschappen scherp en schoon om
goed en veilig te werken.
- Neem de onderhoudsvoorschriften en de in-
structies voor het verwisselen van gereed-
schappen in acht.
- Controleer regelmatig de stekker en de kabel
en laat deze bij beschadiging door een erkende
vakman vervangen.
- Controleer de verlengkabel regelmatig en ver-
vang beschadigde kabels.
- Hou handgrepen droog en vrij van olie en vet.
15.
Neem de stekker uit het stopcontact
- Verwijder nooit losse houtsplinters, houtkrullen
of vastzittende houtstukken als het zaagblad
draait.
- Als u de machine niet gebruikt, voordat u on-
derhoud uitvoert of gereedschappen wisselt,
zoals zaagbladen, boren en frezen.
- Als het zaagblad tijdens het zagen wordt ge-
blokkeerd door een grote toevoerkracht, scha-
kelt u het apparaat uit en koppelt u deze los van
het netwerk. Verwijder het werkstuk en contro-
leer of het zaagblad soepel loopt. Schakel het
apparaat in en voer de zaagsnede opnieuw uit
met gereduceerde toevoerkracht.
16.
Laat geen gereedschapssleutels steken
- Controleer of de sleutels en afstelgereedschap-
pen verwijderd zijn alvorens de zaag aan te
zetten.
17.
Voorkom onbedoelde inschakeling
- Controleer of de schakelaar is uitgeschakeld
wanneer u de stekker in het stopcontact steekt.
18.
Gebruik een verlengsnoer voor gebruik buitens-
huis
- Gebruik buitenshuis uitsluitend verlengsnoeren
die hiervoor zijn goedgekeurd en die als zoda-
nig zijn gelabeld.
- Gebruik de snoeren alleen als de trommel is
afgerold.
www.scheppach.com
19.
Blijf steeds alert
- Ga voorzichtig te werk. Gebruik uw gezond ver-
stand tijdens de werkzaamheden. Gebruik de
machine niet wanneer u niet geconcentreerd
bent.
20.
Controleer uw toestel op beschadigingen
- Voordat u het gereedschap verder gebruikt
dient u de veiligheidsinrichtingen of licht be-
schadigde onderdelen zorgvuldig op hun be-
hoorlijke en reglementaire werkwijze te con-
troleren.
- Controleer of de bewegelijke onderdelen naar
behoren functioneren en niet klem zitten alsook
of onderdelen beschadigd zijn.
Alle onderdelen moeten naar behoren gemon-
teerd zijn om de veiligheid van de machine te
verzekeren.
- De bewegende beschermkap mag niet in ge-
opende stand worden vastgeklemd.
- Beschadigde veiligheidsinrichtingen en on-
derdelen dienen deskundig door een erkende
vakwerkplaats te worden hersteld of vervangen
tenzij in de handleidingen anders vermeld.
- Beschadigde schakelaars dienen door een
klantendienst-werkplaats te worden vervangen.
- Gebruik geen defecte of beschadigde aansl-
uitkabels.
- Gebruik geen gereedschappen waarvan de
schakelaar niet kan worden in- of uitgescha-
keld.
21.
LET OP!
- Bij gebruik van andere inzetstukken en andere
accessoires bestaat gevaar voor persoonlijk
letsel.
22.
Laat de machine repareren door een erkend
elektricien
-
Dit elektrisch gereedschap beantwoordt aan de
desbetreffende veiligheidsbepalingen. Herstel-
lingen mogen enkel door een elektrovakman
worden verricht, anders kunnen zich ongeluk-
ken voor de gebruiker voordoen.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften
• Draag tijdens alle werkzaamheden aan de zaag-
band veiligheidshandschoenen!
• Bij het zagen van rond of onregelmatig gevormd
hout moet een voorziening worden gebruikt die
zorgt dat het werkstuk niet wordt verdraaid.
• Bij het zagen van de hoge kant van planken moet
een voorziening worden gebruikt die het werkstuk
beveiligd tegen terugslaan
NL | 77