Mitsubishi Electric PUMY-P100VHMB Installationshandbuch Seite 45

 3URHIGUDDLHQ
 9RRUGDW X JDDW SURHIGUDDLHQ
&RQWUROHHU QDGDW X GH ELQQHQHQ EXLWHQDSSDUDWHQ LQFOXVLHI SLMSHQ HQ EHGUD-
GLQJ YROOHGLJ KHHIW JHwQVWDOOHHUG KHW JHKHHO RS OHNNHQ YDQ NRHOVWRI ORVVH
elektrische contacten in voeding of besturingsbedrading en polariteit en
controleer of er geen verbreking van een fase in de voeding is.
*HEUXLN HHQ 9 0RKPWHVWHU RP WH FRQWUROHUHQ RI GH ZHHUVWDQG WXVVHQ
GH YRHGLQJVVSDQQLQJ HQ GH DDUGH PLQLPDDO  0Ÿ EHGUDDJW
9RHU GH]H WHVW QLHW XLW RS GH DDQVOXLWSXQWHQ YDQ GH EHVWXULQJVEHGUDGLQJ
(laagspanningscircuit).
Waarschuwing:
U mag de airconditioner niet gebruiken als de isolatieweerstand minder dan
 0Ÿ EHGUDDJW
Isolatieweerstand
Na de installatie of nadat de voeding van het apparaat langere tijd is uitgeschakeld,
GDDOW GH LVRODWLHZHHUVWDQG WRW RQGHU  0Ÿ GRRU GH RSKRSLQJ YDQ NRHOVWRI LQ GH FRP-
pressor. Dit is geen storing. Volg de onderstaande procedures.
1. Haal de bedrading van de compressor los en meet vervolgens de isolatieweerstand
van de compressor.
 $OV GH LVRODWLHZHHUVWDQG ODJHU LV GDQ  0Ÿ LV GH FRPSUHVVRU GHIHFW RI LV GH
weerstand gedaald door de ophoping van koelstof in de compressor.
 3URHIGUDDLHQ
 $IVWDQGVEHGLHQLQJ JHEUXLNHQ
Zie de installatiehandleiding van de binnenunit.
‡ 9RHU YRRU HONH ELQQHQXQLW DI]RQGHUOLMN HHQ WHVWUXQ XLW &RQWUROHHU RI HONH ELQ-
nenunit correct functioneert, volgens de installatiehandleiding die bij de unit
is meegeleverd.
‡ ,QGLHQ X YRRU DOOH ELQQHQXQLWV WHJHOLMN HHQ WHVWUXQ XLWYRHUW NXQW X HYHQWXHHO
aanwezige foutieve aansluitingen van koelpijpen en bedrading niet ontdek-
ken.
* Na het inschakelen van de netvoeding werkt de compressor gedurende
minimaal 3 minuten niet.
‡ 'LUHFW QD KHW LQVFKDNHOHQ YDQ GH QHWYRHGLQJ RI ELM ODJH EXLWHQWHPSHUDWXUHQ
kan de compressor een geluid veroorzaken.
Over het beschermingsmechanisme voor opnieuw starten
Zodra de compressor stopt, treedt een apparaat in werking dat een herstart moet
voorkomen, zodat de compressor ter bescherming van de airconditioner gedurende
3 minuten niet werkt.
 9HU]DPHOHQ YDQ GH NRHOVWRI OHHJSRPSHQ
Voer de volgende procedures uit om koelmiddel te verzamelen als u de binnen- of
buitenunit verplaatst.
1 Schakel de stroomonderbreker uit.
2 Sluit de lagedrukzijde van het meterverdeelstuk aan op de onderhoudsopening
van de gasafsluitkraan.
3 Sluit de vloeistofafsluitkraan.
4 Schakel de voedingsspanning in (stroomonderbreker).
* Ongeveer 3 minuten na het inschakelen van de voeding (netschakelaar) wordt
de communicatie tussen de binnen- en buitenunit gestart. Start het leegpompen
3 tot 4 minuten na het inschakelen van de voeding (netschakelaar).
5 &RQWUROHHU RI 6: LQ GH VWDQG 2)) 8,7 VWDDW HQ ]HW YHUYROJHQV 6: LQ
de stand ON (AAN) om te proefdraaien met koeling. De compressor (buitenunit)
en ventilatoren (binnen- en buitenunits) starten en het proefdraaien met koeling
begint. Direct na het proefdraaien met koeling zet u de onderhoudsschakelaar
6: YDQ GH EXLWHQXQLW VFKDNHODDU YRRU OHHJSRPSHQ YDQ GH VWDQG 2)) 8,7
in de stand ON (AAN).
/DDW GH XQLW QLHW ODQJ GUDDLHQ PHW GH VFKDNHODDU 6: LQ GH VWDQG 21 $$1 
Zet de schakelaar in de stand OFF (UIT) nadat het leegpompen afgerond is.
3. Sluit de bedrading van de compressor weer aan en schakel de voeding in. De
compressor zal nu beginnen met warmdraaien. Meet de isolatieweerstand opnieuw
nadat de voeding gedurende de hieronder aangegeven periode is ingeschakeld.
‡ 'H LVRODWLHZHHUVWDQG GDDOW GRRU GH RSKRSLQJ YDQ NRHOVWRI LQ GH FRPSUHVVRU De
weerstand stijgt tot boven 1 MŸ nadat de compressor 4 uur heeft warmgedraaid.
(De tijd die de compressor nodig heeft om warm te draaien varieert afhankelijk
van de atmosferische omstandigheden en de ophoping van koelstof.)
‡ %LM RSKRSLQJ YDQ NRHOVWRI LQ GH FRPSUHVVRU PRHW GH]H YRRU JHEUXLN WHQ PLQVWH
12 uur warmdraaien om storingen te voorkomen.
4. Als de isolatieweerstand stijgt tot boven 1 MŸ, is de compressor niet defect.
Voorzichtig:
‡ 'H FRPSUHVVRU ZHUNW XLWVOXLWHQG DOV GH IDVHDDQVOXLWLQJ YDQ GH QHWVSDQQLQJ
correct is.
‡ =HW GH QHWVSDQQLQJVFKDNHODDU UXLP WZDDOI XXU YRRUGDW X GH DLUFRQGLWLRQHU
gaat gebruiken aan.
- Als u het apparaat meteen nadat u de netschakelaar heeft omgedraaid aanzet,
kunnen de interne onderdelen ernstig beschadigd worden. Gedurende het seizoen
waarin u het apparaat gebruikt, moet u de netschakelaar altijd aan laten staan.
&RQWUROHHU RRN KHW YROJHQGH
‡ 'H EXLWHQXQLW LV QLHW GHIHFW 'H /(' RS KHW EHGLHQLQJVSDQHHO YDQ GH EXLWHQXQLW ]DO
gaan knipperen indien de buitenunit defect is.
‡ =RZHO GH JDV DOV YORHLVWRIDIVOXLWNUDDQ VWDDQ YROOHGLJ RSHQ
 0HW 6: LQ KHW EXLWHQDSSDUDDW
Opmerkingen:
Bij proefdraaien van de buitenunit zijn alle binnenunits in bedrijf. Daardoor kunt
u geen foutieve aansluitingen van koelpijpen of bedrading detecteren. Voor het
detecteren van foutieve aansluitingen dient u de test met de afstandsbediening
XLW WH YRHUHQ ]LH KLHUYRRU ³ $IVWDQGVEHGLHQLQJ JHEUXLNHQ´
6: ON/AAN
.RHOHQ
6: OFF/UIT
6: ON/AAN
Verwarmen
6: ON/AAN
1DGDW X KHW DSSDUDDW KHHIW ODWHQ SURHIGUDDLHQ ]HW X 6: RS 2))8,7
‡ (QNHOH VHFRQGHQ QDGDW GH FRPSUHVVRU LV JHVWDUW NDQ HHQ PHWDOLJ JHOXLG KRRUEDDU
zijn in het binnenapparaat. Dit geluid is afkomstig van de keerklep en wordt veroor-
zaakt door het kleine drukverschil binnen de pijpen. Het apparaat is niet defect.
De proefdraaimodus kan tijdens het proefdraaien niet worden gewijzigd door
PLGGHO YDQ ',3VFKDNHODDU 6: $OV X GH SURHIGUDDLPRGXV WLMGHQV KHW
SURHIGUDDLHQ ZLOW ZLM]LJHQ ]HW KHW SURHIGUDDLHQ GDQ VWRS PHW ',3VFKDNHODDU
SW3-1. Wijzig vervolgens de proefdraaimodus en hervat het proefdraaien met
schakelaar SW3-1.)
6 Sluit de gasafsluitkraan volledig wanneer de druk op de manometer 0,05 - 0,00
MPa (ongeveer 0,5 - 0,0 kgf/cm 2 ) daalt
7 =HW 6: LQ GH VWDQG 2)) 8,7 RP GH DLUFRQGLWLRQHU WH VWRSSHQ =HW GH RQGHU-
KRXGVVFKDNHODDU YDQ GH EXLWHQXQLW 6: YDQ GH VWDQG 21 $$1 LQ GH VWDQG
OFF (UIT).)
8 Schakel de voedingsspanning (stroomonderbreker) uit.
* Als er teveel koelmiddel aan de airconditioner toegevoegd is, kan de druk mogelijk
niet dalen naar 0,5 kgf/cm2. Als dit gebeurt, gebruik dan een koelmiddelopvang-
bak om al het koelmiddel uit de airconditioner op te vangen. Vul vervolgens na het
verplaatsen van de binnen- en buitenunits de correcte hoeveelheid koelmiddel
aan de airconditioner toe.
Waarschuwing:
Als u het koelmiddel uit het apparaat pompt, zet de compressor dan uit voor-
dat u de koelmiddelleidingen losmaakt. De compressor kan barsten en letsel
veroorzaken als andere stoffen, zoals lucht, het systeem binnendringen.
45