Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Controleren En Vervangen Van De Olie; Inspectie En Aanpassingen Van De Ruimte Tussen Waaier En Pomphuis - Grundfos SEN series Montage- Und Betriebsanleitung

Abwasser-tauchmotorpumpen
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 18

8.1 Controleren en vervangen van de olie

De oliekamer heeft drie bouten, A, B en C, voor het aftappen van
de olie en het controleren, bijvullen van het oliepijl, zie afb. 11.
Afb. 11
Bout B wordt gebruikt als indicatie van het oliepeil in de olieka-
mer, zie afb. 12.
Afb. 12
Procedure:
1. Plaats de pomp in zo'n positie, dat bout A omhoog staat.
Bij het losdraaien van de bout A, kan er nog druk in
de oliekamer zijn. Maak bout A niet los voordat de
druk volledig is verdwenen.
2. Plaats een schone opvangbak onder de pomp om de afge-
tapte olie op te vangen. Draai de naar opzij gerichte bout B
los een bekijk het olie niveau. De hoeveelheid afgetapte olie
met daarin al dan niet water geeft een indicatie van het lekken
van de laagste asafdichting, dit kan normaal zijn.
3. Draai de pomp of verwijder bout C en zorg ervoor dat alle olie
uit de kamer afgetapt wordt in de opvangbak. Giet een mon-
ster van de olie in een glazen bak en bekijk de conditie van de
olie.
Bij een heldere olie kan de olie hergebruikt worden.
Ingeval van overmatig veel water in de olie dient de olie ver-
wijderd en vervangen te worden.
Opm.: Gebruikte olie dient in overeenstemming met de plaat-
selijke milieu wetgeving te worden verwijderd.
Een laag olie niveau kan duiden op een defecte bovenste
mechanische afdichting. Neem contact op met een geautori-
seerd service bedrijf voor verdere revisie van de pomp en
mogelijke reparaties.
4. Vul de oliekamer met olie door het bovenste gat A totdat het
oliepeil het niveau van gat B bereikt. Vervang de O-ringen
voor nieuwe ringen, schroef de bouten weer in de gaten en
draai ze goed aan.
Gebruik viscositeitsklasse SAE 10 W 30.
ONDINA 917 kan alleen in temperatuurklasse T4
toepassingen gebruikt worden.
94
8.2 Inspectie en aanpassingen van de ruimte tussen
waaier en pomphuis
Aanpassingen van de ruimte tussen de waaier en pomphuis is
alleen relevant voor pompen met kanaalwaaiers (SEN1 en SEN2
pompen).
De juiste ruimte tussen waaier en pomphuis is 0,7 mm ±0,2 mm.
De ruimte moet opnieuw afgesteld worden als deze groter dan
1,2 mm is geworden. De procedure voor de aanpassing van de
waaierspeling is verschillend voor pompen in ondergedompelde
opstelling en pompen in droge opstelling. Beide procedures zijn
hieronder beschreven.
8.2.1 Controle van de ruimte tussen waaier en pomphuis
voor pompen in ondergedompelde opstelling
1. Leg de pomp vlak op de werkbank.
2. Zoek de zes bevestigingsbouten om het pomphuis aan de
motor te bevestigen en de drie afstelbouten, zie afb. 13.
3. Controleer de afstand tussen de waaier en het pomphuis
rondom de gehele pomp met behulp van een voelerplaatje.
4. Draai de waaier met de hand en conroleer hem op verschil-
lende punten, zie afb. 14.
Afb. 13
Afb. 14
Als de waaierruimte moet worden bijgesteld, moet een van de
onderstaande procedures worden gevolgd.
Afstel-
bout
Bevestigings-
bouten

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Sen s1Sen s2Sen sv

Inhaltsverzeichnis