Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Algemene Omschrijving - Grundfos SEN series Montage- Und Betriebsanleitung

Abwasser-tauchmotorpumpen
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 18
INHOUD
1.

Algemene omschrijving

1.1
Toepassingen
1.2
Bedrijfsomstandigheden
1.3
Geluidsniveau
1.4
1.5
2.
3.
4.
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6
4.7
4.8
5.
5.1
6.
7.
7.1
8.
8.1
8.2
8.3
8.4
9.
10.
Afvalverwijdering
Lees voor installatie deze installatie- en bedie-
ningsinstructies door. De installatie en bediening die-
nen bovendien volgens de locaal geldende voor-
schriften en regels plaats te vinden.
1. Algemene omschrijving
Dit boekje bevat instructies voor installatie, bedrijf en onderhoud
van Grundfos onderwater afvalwaterpompen, type SEN, welke
zijn uitgerust met motoren van 1,0 tot 21 kW.
Deze instructies bevatten ook specifieke informatie over explosie-
veilige pompen.
1.1 Toepassingen
De SEN pompen zijn ontworpen voor het verpompen van afval-
water voor een groot aantal toepassingen bij gemeenten, indus-
trie en huishoudens.
Afhankelijk van de versie zijn de pompen geschikt voor droge of
ondergedompelde opstelling.
Maximale kogeldoorlaat: 80 mm of 100 mm.
1.1.1 Omgeving met explosiegevaar
In omgevingen met mogelijk explosiegevaar, moeten explosie-
veilige SEN pompen worden toegepast. Zie hoofdstukken
1.5.1 Ex certificatie en classificatie en 8.3 Explosie-veilige pom-
pen.
Opm.: De bevoegde instanties dienen per geval vast te stellen of
de explosieclassificatie van de pomp - EEx dIIB T3 of EEx dIIB T4
- voor de applicatie toereikend is.
1.2 Bedrijfsomstandigheden
Pagina
1.2.1 pH-waarde
87
Alle pompen zijn geschikt voor het pompen van vloeistoffen met
87
een pH-waarde tussen 2 en 14.
87
1.2.2 Mediumtemperatuur
87
0°C tot +40°C.
88
89
1.2.3 Omgevingstemperatuur
89
-20°C tot +40°C.
90
1.2.4 Soortelijke massa en viscositeit van te verpompen
90
vloeistof
Maximale soortelijke massa: 1000 kg/m³.
91
91
Maximale kinematische viscositeit: 1 mm²/s (1 cSt).
91
Opm.: Als er een vloeistof verpompt dient te worden met een
91
hogere soortelijke massa en/of viscositeit als de waarden die
92
hierboven aangegeven worden, dient men het motorvermogen
92
aan te passen.
92
1.2.5 Niveau van de vloeistof
92
Bij een pomp, die toegepast wordt voor ondergedompelde opstel-
92
ling, dient het laagste niveau zich altijd boven het pomphuis te
92
bevinden.
92
93
De pomp moet altijd gevuld zijn met de verpompte
93
vloeistof.
93
Er moet een extra niveauschakelaar worden geïnstal-
94
leerd om er zeker van te zijn dat de pomp wordt
gestopt als de stopniveauschakelaar niet werkt.
94
Om een goede koeling van de motoren te garanderen bij bedrijf,
95
moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
95
Pompen zonder koelmantel met motoren van 1,0 tot
96
4,5 kW en pompen met koelmantel met motoren van
96
5,5 tot 21 kW:
Geen speciale eisen.
Pompen zonder koelmantel met motoren van 5,5 tot 21 kW
alleen toepassen in ondergedompelde opstelling:
De pomp moet altijd voor 2/3 in de verpompte vloeistof staan.
De pompen zijn ontwikkeld voor continu bedrijf, als er sprake is
van intermitterend bedrijf dan geldt de onderstaande tabel:
Motorvermogen
1,0 - 4,5 kW
5,5 - 21,0 kW
1.2.7 Beschermingsklasse
IEC IP 68. De pompen zijn gegarandeerd volgens deze bescher-
mingsklasse tot een diepte van 20 meter, onder normale bedrijfs-
omstandigheden.
1.3 Geluidsniveau
Binnen de grenzen als vermeld in de Richtlijn van de Raad inzake
de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten
betreffende machines (98/97/EG).
Starts per uur
max. 25
max. 20
87

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Sen s1Sen s2Sen sv

Inhaltsverzeichnis