•
Zijn alle verbindingskabels en aansluitingen in orde? Zijn de stekkers goed in de aansluitbussen
gestoken? Beschadigde stekkers en kabels dienen te worden vervangen.
•
Bij het aansluiten van een accu op het laadapparaat dient u altijd eerst de laadkabel met het laad-
apparaat te verbinden en pas daarna de accu met het laadapparaat/de laadkabel.
•
Bij het loskoppelen, gaat u in omgekeerde volgorde te werk. Er bestaat anders het gevaar van kor-
tsluiting (bijv. door de beide 4 mm ronde stekkers van de laadkabel).
•
Laad altijd maar één accu of accupack.
•
Wanneer u zelfgeconfectioneerde accupacks wilt opladen, dan moeten de cellen soortgelijk zijn
(zelfde type, zelfde capaciteit, zelfde fabrikant). Bovendien moeten de cellen dezelfde laadtoestand
hebben (LiPo-accu's kunnen via de balancer overeenkomstig gelijk worden gesteld, andere accup-
acks zoals NiMH of NiCd, echter niet).
probeer niet de volgende accu's te laden of te ontladen:
•
Accupacks met cellen van verschillende types, verschillende capaciteiten, verschillende fabrikanten.
•
Reeds volledig geladen of slechts zwak ontladen accu's.
•
Niet herlaadbare batterijen.
•
Accu's, die een andere laadtechniek eisen dan NiCd, NiMH, LiPo, LiIo, LiFe of Pb-accu's
•
Beschadigde, uitgelopen of vervormde accu's.
•
Accu's met de beschermingsschakeling of een geïntegreerde laadstroomkringloop.
•
Accu's die met andere componenten elektrische verbonden of ingebouwd zijn.
•
Accu's die door de fabrikant uitdrukkelijk niet voor de laadstromen toegelaten zijn, die bij het laden
met de Multilader VC-1506 optreden.
185