Reely SKY Dragonfly Pro Bedienungsanleitung Seite 161

• Wordt de draairegelaar naar rechts tot de aanslag (+100) gedraaid, dan reageren de tuimelschijven-servo's in het
bereik van de middenpositie van de stuurknuppel met geringere uitslagen op de stuurcommando's. De helikopter
wordt hierdoor bij zweefvlucht eenvoudiger controleerbaar, omdat de stuurcommando's niet zodanig heftige reacties
bij het model veroorzaken.
De maximaal mogelijke servo-uitslag bij volle knuppelaansturing blijft echter nog steeds beschikbaar (afbeelding
22B).
• Wordt de draairegelaar naar links tot de aanslag (-100) gedraaid, dan reageren de tuimelschijven-servo's in het
bereik van de middenpositie van de stuurknuppel met sterkere uitslagen op de stuurcommando's. De helikopter
reageert daardoor vanuit de zweefvlucht wezenlijk soepeler op de richtingsveranderingen. De maximaal mogelijke
servo-uitslag bij volle knuppelaansturing blijft echter nog steeds beschikbaar (afbeelding 22C).
Praktische tips voor het vliegen
Het eenvoudigste ziet u de reacties op de instellingen, wanneer u de stuurknuppel voor de roll-functie licht naar de
zijkant stuurt, in deze positie houdt en daarbij aan de instelregelaar V2 draait.
Als beginner kunt u het beste een waarde van ca. +40 instellen, zodat de helikopter bij zweefvlucht met meer gevoel
bestuurd kan worden.
De gascurve
Ook wanneer de helikopter niet over een verbrandingsmotor met carburateur, maar over een elektrische aandrijving
beschikt, is in het spraakgebruik het begrip gasfunctie ingeburgerd, wanneer over de vermogensregeling gesproken
wordt.
Met de stuurknuppel voor de pitch-functie worden niet alleen de tuimelschijven-servo's aangestuurd. Ook wordt de
motor via de toerentalinsteller met meer of minder energie verzorgd. Hierbij kan de af fabriek ingestelde gascurve in
een begrensd bereik worden veranderd.
• Het instellen wordt uitgevoerd met de rechter instel-
regelaar V1 (4). Staat de regelaar in de middenpositie,
dan komt dit in normaalvlucht-modus overeen met een
lineaire besturing met 50% gasaandeel, wanneer de
stuurknuppel voor de pitch-functie in het midden staat.
• In de kunst-/rugvlucht-modus komt deze instelling
overeen met een gasaandeel van 60% in de midden-
positie.
• Wordt de draairegelaar naar links tot de aanslag (-100)
gedraaid, dan wordt de gascurve in het middelste bereik
op 40% verlaagd.
• Wordt de draairegelaar naar rechts tot de aanslag
(+100) gedraaid, dan wordt de gascurve in het middelste
bereik op 80% verhoogd.
• De instelling heeft in gelijke mate effect op de gascurve voor de normaalvlucht (afbeelding 24A) en op de gascurve
voor de kunst-/rugvlucht (afbeelding 24B).
Afb. 23
161