8.4
Afzuigmof (17) (Afb. 1)
Dit product is voorzien van een afzuigmof.
De afzuigmof (17) heeft drie verschillende diameters.
Sluit een stofafzuiging aan bij het verwerken van stoffige
materialen.
LET OP
De stofafzuiging moet geschikt zijn voor het te verwer-
ken materiaal.
Gebruik een speciale afzuiginrichting voor het afzuigen
van bijzonder schadelijk of kankerverwekkende stoffen.
1. Bevestig de slang van een geschikt stofzuigsysteem*
(bijv. een industriële stofzuiger) rechtstreeks op de ge-
wenste afzuigmoffen (17).
* = niet altijd meegeleverd!
8.5
Schuifstokhouder (afb. 10)
1. Monteer de bout (I) met de moer (J) voor de schuif-
stokhouder op het frame (21).
Gebruik een 5 mm inbussleutel (D) en een steeksleu-
tel SW 8/10 (A).
2. Bevestig de schuifstok (13) aan de bout (I).
Aanwijzing:
Indien niet gebruikt, moet de schuifstok altijd aan de
schuifstokhouder worden opgeborgen.
9
Voor de ingebruikname
Benodigd gereedschap:
• 1 x steeksleutel SW 8/10 mm* (A)
• 1 x inbussleutel 3 mm* (B)
• 1 x inbussleutel 4 mm* (C)
• 1 x inbussleutel 5 mm* (D)
• 1 x inbussleutel 6 mm* (E)
* = niet altijd meegeleverd!
9.1
Welk lintzaagblad gebruiken
Controleer of het inzetstuk goed past.
Inzetstuk dat verkeerd of niet goed bevestigd is, kan tij-
dens het gebruik losraken en u verwonden.
Het meegeleverde lintzaagblad is bedoeld voor universeel
gebruik. De volgende criteria moeten bij de keuze van het
lintzaagblad in acht worden genomen:
• Met een smal lintzaagblad kunt u kleinere radii snijden
dan met een brede.
• Gebruik brede lintzaagbladen om rechte zaagsneden
te maken. Dit is vooral belangrijk bij het snijden van
hout. Het lintzaagblad heeft de neiging om de houtnerf
te volgen en wijkt daardoor licht af van de gewenste
zaaglijn.
• Fijngetande zaagbanden snijden gladder, maar ook
langzamer dan grofgetande zaagbanden.
• Gebruik alleen onbeschadigde, onberispelijke zaag-
banden. Verbogen, onscherpe of anderszins bescha-
digde lintzaagbladen kunnen breken.
84 | NL
9.2
Het lintzaagblad (6) spannen
(afb. 11)
LET OP
Bij langere stilstand van de lintzaag moet de lintzaag-
blad ontspannen worden, d.w.z. voor het inschakelen
van de zaag moet de lintzaagbladspanning worden ge-
controleerd.
1. Om het lintzaagblad (6) te spannen, draait u de span-
schroef (2) rechtsom.
Aanwijzingen:
• De juiste spanning van het lintzaagblad kan door het
drukken van de vinger tegen de lintzaagblad ongeveer
in het midden tussen de beide bandrollen worden
vastgesteld. Hierbij mag het lintzaagblad slechts mini-
maal (ca. 1-2 mm) worden aangedrukt.
• De voldoende gespannen lintzaagblad geeft een me-
talen geluid, als hier tegen aangetikt wordt.
• Ontspannen van het lintzaagblad, indien deze voor
langere tijd niet wordt gebruikt, zodat deze niet uit
wordt gerekt.
LET OP
Bij een te hoge spanning kan het lintzaagblad breken.
LET OP
Gevaar voor letsel!
Als de spanning te laag is, kan het wiel van de aange-
dreven band doordraaien, waardoor het lintzaagblad
stopt.
1. Om het lintzaagblad (6) losser te zetten, draait u de
spanbout (2) linksom.
9.3
Afstellen van het lintzaagblad (6)
(afb. 11)
LET OP
Voordat de instelling van het lintzaagblad kan worden
uitgevoerd, moet het lintzaagblad correct gespannen
worden.
1. Open de deuren van de behuizing (11) door de inbus-
bouten (11b) los te draaien. Gebruik een 5 mm inbus-
sleutel (D).
2. Draai het bovenste bandwiel (23) langzaam rechtsom.
Het lintzaagblad (6) moet in het midden van het loop-
vlak (24) van het bovenste bandwiel (23) lopen.
Als dit niet het geval is, corrigeert u de hellingshoek
van het bovenste bandwiel (23).
3. Open hiervoor de vleugelmoer (12a).
– Als het lintzaagblad (6) meer naar de achterkant
van het bovenste bandwiel (23) loopt, moet de in-
stelschroef (12) linksom gedraaid worden.
– Als het lintzaagblad (6) naar de voorkant van het
bovenste bandwiel (23) loopt, draait u de instel-
schroef (12) rechtsom.
4. Controleer na het afstellen van het bovenste bandwiel
(23) de positie van het lintzaagblad (6) op het onder-
ste bandwiel (25).
www.scheppach.com