De proefstimulator programmeren
482
1
2
3
5
4
Parameters aanpassen
In het vak 'Stimulation Parameters' (stimulatieparameters) zijn
diverse aanpasbare stimulatieparameters te zien ( 5 ).
Ga als volgt te werk om de frequentie en de pulsbreedte aan te passen:
Druk op de pijl naar links of de pijl naar rechts naast de huidige
•
waarde om de parameter stapsgewijs te verlagen of te verhogen.
Frequency (frequentie): de stimulatiefrequentie kan worden
•
aangepast van 2–130 Hz. Aanpassingen kunnen van 2–50 Hz
worden gemaakt met stappen van 1 Hz en van 50–130 Hz met
stappen van 5 Hz.
Pulse Width (pulsbreedte) kan worden ingesteld tussen 60 en
•
450 μs en kan worden aangepast met stappen van 10 μs.
Ga als volgt te werk om de Ramping (geleidelijke toename van de
stimulatie) aan te passen:
De instellingen voor de geleidelijke toename zijn actief wanneer
•
de instellingen in de stimulator zijn ingesteld.
NB: De instellingen voor de geleidelijke toename zijn niet actief tijdens de
teststimulatie. Om de geleidelijke toename te testen, slaat u de stimulatie‐
instellingen in de stimulator op door op 'Set Program 1' (programma 1 instellen) of
'Set Program 2' (programma 2 instellen) te drukken, vervolgens terug te gaan naar
het scherm Patient Device (apparaat van patiënt) en de stimulatie te activeren.
Druk op de knop voor de parameter en er verschijnt een pop‐
•
upvenster waarin de instelling voor de geleidelijke toename kan
worden aangepast.
Hiermee kan de stimulatie worden verhoogd of verlaagd tussen
•
een amplitude van nul en de beoogde stimulatieamplitude
wanneer de stimulatie aan en uit wordt gezet.
De duur van de geleidelijke toename kan worden
•
geprogrammeerd op 'Off' (uit), 1, 2, 4, 8, 15 of 30 seconden.