De stimulatieamplitude reguleren
450
450
Met de stimulatiebalk ( 1 ) wordt de stimulatieamplitude
gereguleerd tijdens de teststimulatie voor de leadplaatsing
2
en tijdens de programmering van de stimulator. Wanneer de
stimulatiebalk aanwezig is, bevindt deze zich aan de rechterzijde van
het CP-scherm. De stimulatiebalk bestaat uit:
1
2 Een digitale weergave van het stimulatieamplitudeniveau.
Wanneer de stimulatie UIT staat, wordt de gewenste, of
•
4
geprogrammeerde, stimulatieamplitude grijs weergegeven.
Wanneer de stimulatie AAN staat, wordt de uitgangs-, of
•
3
geleverde, stimulatieamplitude blauw weergegeven.
NB: Bij extreme stimulatie‐instellingen en impedantiewaarden (bijv. hoge
impedantiewaarden) zal de uitgangsstimulatieamplitude mogelijk geringer zijn
dan de geprogrammeerde stimulatieamplitude.
3 Knoppen met een pijl omhoog of pijl omlaag om de
stimulatieamplitude stapsgewijs te verhogen of te verlagen.
Standaard maakt de instelling 'Variable' (variabel) het mogelijk de
•
amplitude te wijzigen met stappen van 0,05 mA als de amplitude
< 1,30 mA is. Bij amplitudes van meer dan 1,30 mA verloopt de
gebruikelijke stapsgewijze wijziging met stappen van 0,10 mA.
Op het scherm CP Settings (CP‐instellingen) kan de stap
•
waarmee de amplitude kan worden gewijzigd, worden
veranderd van 'Variable' (variabel) in een vaste stap van
0,05 mA of 0,10 mA.
De stimulatieamplitude kan stapsgewijs worden gewijzigd
•
ongeacht of de stimulatie uit of aan staat.
4 Een schuifbalk geeft het stimulatieniveau aan en kan omhoog
of omlaag worden geschoven om grote wijzigingen in de
stimulatieamplitude aan te brengen.
NB: De schuifbalk kan alleen worden gebruikt om de stimulatieamplitude te wijzigen
wanneer de stimulatie uit staat.
5 Het grijze vakje tussen de pijl omhoog en de pijl omlaag stelt
het programmeerbare bereik van de stimulatieamplitude,