Werbung
DIAGNOSTIK (LED 3 - FIG.9/B)
Nr. Blinkzahl
Fehlerbeschreibung
Vorwärts Mikroschalter aktiviert während des
1
Starts.
Rückwärts Mikroschalter aktiviert den Star-
2
tphase.
3
Potentiometer defekt.
Potentiometer nicht neutral Positionen den Star-
4
tphase.
5
Thermischer Schutz.
6
Stufe Leistung beschädigt.
7
Überstromschutz: Kurzschluss.
Leistungsicherung oder Relais an Bord be-
8
schädigt.
9
Unterspannung.
10
Überspannung.
11
Amperometrische Schutz.
12
Motor abstellen
13
Abschalten Sequenz erkannt.
14
E²prom Lesung Scheitern.
15
-
16
Endstufe beschädigt.
DIAGNOSTIEK (LED 3 - FIG.9/B)
Aantal Flitsen
Beschrijving van de fout
Vooruit schakelaar geactiveerd in de star-
1
tfase.
Achteruit schakelaar geactiveerd in de star-
2
tfase. .
3
Defecte potentiometer
4
Potentiometer actief op startfase
5
Thermische beveiliging.
6
Vermogensregeling beschadigd .
7
Overstroom: kortsluiting.
Hoofdzekering of interne relais beschadi-
8
gde.
9
Onderspanning.
10
Overspanning.
11
Bescherming tegen overbelasting.
12
Motor uit te schakelen.
13
Uitschakelsignaal ontdekt.
14
E²prom-fout.
15
-
16
ermogenstrap beschadigd.
RUFEN SIE DEN AUTORISIERTEN KUNDENDIENST
Abhilfe
Setzen Sie die Geschwindigkeit auf Null und und öff nen Sie den Vorwärts Mikroschalter.
Setzen Sie die Geschwindigkeit auf Null und und öff nen Sie den Rückwärts Mikroschalter.
Prüfen Sie die Kabel Potentiometer.
Drehen Sie das Potentiometer auf Neutralstellung oder wenn es in Neutralstellung ist noch, Einstellen der Po-
tentiometer
Warten Sie einige Minuten und überprüfen Sie den Motorstrom.
Ersetzen Sie die elektronische Steuereinheit
Überprüfen Sie die Anschlüsse des Motors: wenn die Verbindungen sind regelmäßige und der Alarm wird wie-
derholt, Ersatz der elektronischen Steuereinheit
(+Batterie) Extern Sicherungsausfallüberwachung oder Verbindungen: Ersetzen Sie die elektronische Steuereinheit
Wenn der Alarm weiterhin
Prüfen Sie den Ladezustand des Batterien kostenlos.
Batteriespannung oberen als 45V: Überprüfen Sie die Batterie.
Prüfen Sie den Motor arbeiten und aktuellen Parameter "Nennstrom" und "Überlast".
Stoppen und Starten der Elektro-Karte.
Prüfen Sie den Schlüsselschalter Verbindungen.
Prüfen Sie den Kalibrierungen: Wenn der Alarm weiterhin besteht, ersetzen die Elektronische Steuereinheit .
-
> wenn der Alarm ständig erscheint, laeuft die Maschine nicht, das elektronische Steuergerät austauschen.
> wenn der Alarm sporadisch oder während der Fahrt/Arbeit der Maschine auftritt, Überprüfen Sie die Stro-
manschlüsse und den Batteriezustand oder deren Ladung.
NEEM CONTACT OP MET EEN BEVOEGD SERVICECENTRUM
Verhelpen
Zet de snelheid naar nul en het activeer de vooruit schakelaar
Zet de snelheid naar nul en het activeer de achteruit schakelaar.
Controleer de bekabeling van de potentiometer
Verplaats de potentiometer naar de neutrale positie, indien zij in de neutrale positie, draai de potentiometer
Wacht enkele minuten en controleer de motor
Vervang de elektronische controle-eenheid.
Controleer de bekabeling van de motor: Als de verbindingen goed zijn en het alarm wordt herhaald, vervang de
controle-eenheid
Controleer de hoofdzekering (+Batterij) en de bekabeling: Als het alarm blijft bestaan, vervang de elektronische
controle-eenheid
Controleer de status van de batterij lading.
Batterijspanning hoger dan 45V: Controleer de batterij status.
Controleer de motorstroom en parameters "nominale stroom" en "overload tijd".
Stop en start de elektrische kaart
Controleer de aansluiting van de startknop.
Controleer de instellingen: Als het alarm aanhoudt, vervang de elektronische controle-eenheid.
-
> als het alarm steeds verschijnt, beweegt de machine niet, vervang de elektronische besturingseenheid.
> als het alarm sporadisch of tijdens het rijden/werken van de machine verschijnt, controleer de stroomaanslu-
itingen en de degradatie of lading van de batterij.
78
Werbung
