Gebruiksaanwijzing
microStop® – MiniSet-containersysteem
Aanwijzingen m.b.t. de validering van de containerbelading zijn te vinden in de internationale richtlijn van
de DGSV "Validering van verpakkingsprocessen conform DIN EN ISO 11607-2".
6.1
Functionele test vóór het laden
Alle onderdelen van de container moeten vóór het gebruik door een visuele controle op mogelijke
beschadigingen worden gecontroleerd. Met name controleren:
•
Metalen delen; de containerkuip mag niet vervormd zijn
Kunststof delen zijn intact zonder breuken/scheuren
•
Afdichtingen zijn intact
•
•
microStop®-schijf is onbeschadigd
Beschadigde delen onmiddellijk vernieuwen resp. repareren; deze mogen niet meer worden ingezet. De
afdichting in het deksel (3) mag geen zichtbare beschadigingen vertonen, anders moet hij worden
vernieuwd. Er mogen alleen gereinigde containermodules worden gebruikt. De afdichting moet bij de
afsluiting over de hele omtrek van de kuip erop liggen.
6.2
Laden van instrumenten
We gaan ervan uit dat de medische producten in de container dienen te worden gesteriliseerd in
zeefkorven conform DIN 58952-2 en DIN 58952-3. De producten moeten met geschikte laadhulpmiddelen,
bijv. houders van silicone, worden ingeladen. Holle elementen, schalen, borden en vergelijkbare gewelfde
vormen moeten met de opening naar beneden erin worden gezet.
7
Laden en uitpakken van de sterilisator
U moet de laadrichtlijnen van de sterilisatorfabrikant naleven. microStop®-containers kunnen tijdens de
sterilisatie en de opslag op elkaar worden gestapeld. Containers moeten zo in de sterilisator worden
geordend, dat er vanaf alle zijvlakken van de container een afstand van minstens 1 cm wordt gegarandeerd
ten opzichte van andere containers of installaties van de sterilisator.
•
De container mag in de sterilisator niet extra verpakt of afgedekt worden.
•
De perforatievelden in het containerdeksel mogen niet zijn afgedekt.
Er mogen geen folieverpakkingen of siliconenmatten direct op de container worden gelegd.
•
Dit kan tot vacuümschade aan de container door onvoldoende drukcompensatie leiden.
Revision 04
159