Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Stiga VILLA 320 Gebrauchsanweisung Seite 99

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 53
7.4 STARTEN
1. Controleer of de krachtafnemer uitgeschakeld
is.
2. Houd uw voet niet op het aandrijfpedaal.
3. Starten van een koude motor – zet de gashendel
in de chokestand.
Warme start – zet de gashendel op vol gas (ca. 2
cm achter de chokestand).
4. Trap het rempedaal volledig in.
5. Draai de contactsleutel om en start de motor.
6. Als u de choke hebt gebruikt, duw dan zodra de
motor is gestart de gashendel geleidelijk naar
vol gas (ca. 2 cm achter de chokestand).
7. Laat de machine na een koude start niet meteen
belast werken, maar laat de motor eerst enkele
minuten warmdraaien. Op die manier kan de
olie eerst opwarmen.
Bij gebruik van de machine altijd vol gas geven.
7.5 BEDIENINGSTIPS
Controleer altijd of de juiste hoeveelheid olie in de
motor zit. Dit is met name belangrijk bij het wer-
ken op hellingen. 7.2Zie .
Wees voorzichtig bij het rijden op hel-
lingen. Start of stop niet plotseling wan-
neer u een helling op- of afrijdt. Rijd
nooit dwars over een helling. Rijd van
boven naar beneden en van beneden
naar boven.
Deze machine mag op een helling van
maximaal 10° rijden.
Verminder de snelheid op hellingen en
bij scherpe bochten om controle over de
machine te houden en het risico op kan-
telen te beperken.
Draai bij rijden in de hoogste versnel-
ling en bij vol gas het stuur niet volledig
naar één kant. De machine kan dan een-
voudig kantelen.
Blijf met uw handen uit de buurt van de
middensturing en de zittinghouder. Ri-
sico op letsel door beknelling. Rijd nooit
met de machine als de motorkap open
is.
7.6 MAAIEN
7.6.1 Maaihoogte
U krijgt de beste maairesultaten als een derde deel
van het gras wordt gemaaid. D.w.z. dat 2/3 van de
lengte van het gras blijft staan. Zie afb. 13. Voor
het instellen van de maaihoogte, zie 5.4.8
Als het gras lang is en veel korter moet worden,
kunt u beter twee keer maaien met verschillende
maaihoogtes.
NEDERLANDS
Gebruik niet de laagste stand als het oppervlak van
het gazon ongelijkmatig is. Anders loopt u het
gevaar dat de messen beschadigd raken door het
oppervlak en dat de toplaag van het gazon wordt
verwijderd.
7.6.2 Composteren/achteruitworp
Het maaidek kan op twee manieren gras maaien:
• Composteren van het gras in het gazon.
• Uitwerpen van het gras achter het maaidek.
Het maaidek is bij aflevering ingesteld op compos-
teren. Om het gras achter het dek uit te werpen,
moet de plug (14:E) worden verwijderd.
Zie 5.4.13.1 en 5.4.13.2 voor informatie over het
(de)monteren van het maaidek.
7.6.3 Maaiadvies
Volg het onderstaande advies op voor een optimaal
maairesultaat:
• maai regelmatig.
• gebruik de motor op volle kracht.
• het gras moet droog zijn.
• zorg dat de messen scherp zijn.
• houd de onderzijde van het maaidek schoon.
7.7 STOPPEN
Schakel de krachtafnemer uit. Haal de parkeerrem
aan.
7.8 REINIGING
Reinig de machine na ieder gebruik. Voor het rei-
nigen gelden de volgende richtlijnen.
• Reinig de luchtinlaat van de motor (12:D).
• Start na het reinigen met water de machine en
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
Als u de machine onbeheerd achterlaat,
verwijder dan de contactsleutel.
Direct na gebruik kan de motor zeer
heet zijn. Raak de demper, de cilinder
of de koelribben niet aan. Dit kan ern-
stige brandwonden veroorzaken.
Controleer de machine ook regelmatig
op olie- en/of brandstoflekkage.
Spuit nooit water onder hoge druk op
de machine. Hierdoor kunnen asafdich-
tingen of elektrische onderdelen be-
schadigd raken.
een eventueel gemonteerd maaidek om water te
verwijderen dat anders lagers zou kunnen bin-
nendringen en beschadigen.
NL
99

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Villa 520

Inhaltsverzeichnis