Controlelijst Vóór Gebruik; Procedures Voor Noodsituaties - Walker Bay Genesis 310 FTL Handbuch

CONTROLELIJST VÓÓR GEBRUIK
!
VOORZICHTIG
Verricht de controlelijstpunten voordat u de boot bedient.
- Documenten inclusief registratie en licenties aan boord.
- Nationale / provinciale / plaatselijke voorschriften voor
bedieningseisen en veiligheidsuitrusting.
- Weersverwachting.
- Plaatselijke gebied en condities.
- Stel iemand op de hoogte van uw geplande route en terugkeertijd.
- Omgevingsgebied op zwemmers en duikers.
- Omgevingsgebied op gevaren zoals rotsen onder water.
- Druk in de buizen is correct en kleppen zijn veilig bevestigd (zie
OPPOMPEN & KLEPPEN).
- Aftapdop is gesloten (zie VOORZIENINGEN &
DEKPLATTEGRONDEN).
- Brandstoftank, leidingen en brandstofsysteemonderdelen zijn intact
en verbindingen zijn stevig.
- Voldoende brandstof voor de retourreis. Overweeg extra brandstof
voor vertragingen tengevolge van weer of stromingen.
- Motor is stevig bevestigd aan de motordrager en de
versnellingshendel staat in de stand "Neutral".
- Mensen en bagage zijn correct en regelmatig verdeeld, en
overschrijden de maximale capaciteit niet.
- Schroef is vrij van belemmeringen.
- Veiligheidsuitrusting aan boord (zie VEILIGHEIDSUITRUSTING).
- Lees het gedeelte van de INSTRUCTIES VOOR DE
BESTUURDER nogmaals, indien nodig.

PROCEDURES VOOR NOODSITUATIES

!
WAARSCHUWING
DOORBORING OF DRUKVERLIES VAN LUCHTKAMER
• Verplaats gewicht naar de andere kant van de boot (ga
voorzichtig te werk bij het verplaatsen van gewicht).
• Stel een lekkende of lege kamer veilig door hem vast te binden of
omhoog te houden.
• Ga onmiddellijk naar het dichtstbijzijnde, veilige, land.
VERMOGENSVERLIES
• Laat het anker vallen.
• Probeer het probleem op te lossen (pak de motorhandleiding
voor de gebruiker, en het reserveonderdelenpakket /
gereedschappakket).
• Geef signalen af voor hulp.
• Blijf bij de boot.
PROCEDURE VOOR PERSOON OVERBOORD
• Gooi een zwemvest toe.
• Ga door wind en golven heen naar de persoon toe.
• Zet de motor uit.
• Draag een zwemvest wanneer u de motorisch aangedreven boot
in uw eentje bestuurt, omdat iemand aan boord hijsen moeilijk is
wanneer u de motorisch aangedreven boot in uw eentje bestuurt.
DRENKELINGEN AAN BOORD HIJSEN ZONDER TE KAPSEIZEN
OF DE BOOT VOL TE LATEN LOPEN
• Zet de motor af voordat u een drenkeling aan boord hijst. Kom
niet te dicht bij de hekplaat of de motor wanneer de motor draait.
• Gebruik de handvaten wanneer u een drenkeling aan boord hijst.
• Ga voorzichtig te werk wanneer u helpt een drenkeling aan boord
te hijsen.
• Verdeel het gewicht wanneer u een drenkeling aan boord hijst,
teneinde kapseizen te vermijden.
• Vermijd dat u overboord valt: sta niet wanneer u de boot bedient,
zit in de boot en niet op de buizen, en gebruik de handvaten.
VOLLOPEN
• Hoos de boot leeg met behulp van een hoosvat, of
open de aftapdop en verplaats de boot met behulp van de motor
• Het water moet de boot verlaten wanneer de boot vooruit vaart.
Sluit de aftapdop wanneer het water is verwijderd.
MILIEU
Mors, verwijder of loos geen brandstof of olie in het (maritieme) milieu.
!
VOORZICHTIG
Treed zorgzaam op ten aanzien van andere mensen en het milieu.
Verontreinig water en lucht niet en vermijd geluidsoverlast.
Mors, verwijder of loos niets in het (maritieme) milieu.
Verwijder alle organisch(e) en anorganisch(e) afval, chemische
stoffen en vuilnis op de aangewezen plaatsen. Jachthavens en
scheepshellingen hebben faciliteiten voor afvalverwijdering; gebruik
deze faciliteiten.
Vaar langzaam in zones waar u geen zog of golfslag mag
produceren.
Vermijd overmatig geluid of overmatige snelheden in de buurt van
andere boten.
Raadpleeg de plaatselijke autoriteiten over de milieuvoorschriften.
Wanneer u de milieuvoorschriften niet naleeft, kan dit leiden tot
strafmaatregelen voor de bestuurder.
71