Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Componenten; Bedrijfsmodus Van Het Systeem - Grundfos Oxiperm OCD-164 Montage- Und Betriebsanleitung

(30-2000 g/h)
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Oxiperm OCD-164:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 106

4.2 Componenten

4.2.1 Zuigleidingen
De zuigleidingen moeten bij de tankgrootte en de systeemcapaci-
teit passen (diameter van de zuigleiding). Ze hebben een tweele-
dige niveaubewaking.
Als het niveau van de componenten (HCl/NaClO
het eerste stadium ("Min" contact/voorleegmelding), dan is alarm
"HCl- MIN" of "NaClO
MIN" het gevolg. Dit wordt aangegeven
2
met het knipperen van een LED op het display van de regelaar.
Het systeem blijft in bedrijf, het relais "voorleegmelding
NaClO
/HCl" wordt geactiveerd.
2
Het systeem wordt uitgeschakeld wanneer het tweede stadium
wordt bereikt ("Min"-"Min"contact/leegmelding), en het alarm
"HCl leegmelding" of "NaClO
leegmelding " wordt weergegeven,
2
het "Alarm" wordt geactiveerd en de rode alarm-LED brandt per-
manentrood.
Indien een hoorn aangesloten wordt op het potentiaalvrije uit-
gangsrelais, wordt deze geactiveerd.
4.2.2 Doseerpompen
De doseerpompen worden aan het dragend frame gemonteerd.
Ze werken volgens de puls/pauze-procedure. De slaglengte wordt
aangepast met een draaiknop. De slaglengte is vooraf ingesteld,
maar dient mogelijk aangepast te worden na doormeten van de
pompen aangezien de locale drukcondities procesafhankelijk zijn.
De doseerpompen voor de systemen OCD-164-30 tot en met
OCD-164-220 worden met een geïntegreerd meetsysteem gele-
verd. Het meten van de opbrengst van de doseerpompen voor de
systemen OCD-164-350 tot en met OCD-164-2000 wordt gedaan
met kalibratiecilinders aan de zuigzijde.
In tabel
2.1.1 Capaciteit en verbruiksgegevens
len doseeropbrengst voor de pompen.
De doseeropbrengst van de pompen moeten ongeveer hetzelfde
worden ingesteld (± 10-15 %) om te zorgen voor gelijkmatig ver-
bruik van de chemicaliën.
Na het doormeten mag de slaglengte niet meer gewijzigd worden.
4.2.3 Doseercontroller
De doseercontrollers garanderen dat beide chemicaliën tijdens
bedrijf in het systeem stromen. Als het debiet van één van de
chemicaliën meer dan 25-30 % daalt, dan gaat de doseercontrol-
ler in alarm en wordt het systeem uitgeschakeld.
Het werkingspunt moet correct worden ingesteld om een veilige
werking van de doseercontroller te garanderen, zie paragraaf
7.
Inbedrijfstelling. Een correct ingesteld werkingspunt wordt aan-
gegeven met knipperende LEDs op de flowchart van de regelaar,
zie paragraaf
6.2 Bedienings- en
4.2.4 Reactor
De reactor staat aan de achterzijde van het dragend frame opge-
steld. De terugslagkleppen aan de in- en uitgang van de reactor
moeten afhankelijk van de systeemdruk worden gekozen. Standaard
kleppen zijn geschikt voor een systeemdruk van minder dan 3 bar.
4.2.5 Bypass
Water uit de bypass leiding verdunt de chloordioxide-oplossing
die in de reactor is gevormd (ongeveer 20 g/l) en brengt deze
naar de hoofdwaterstroom. Diverse uitvoeringen van de bypass
leiding zijn mogelijk:
Bypass leiding met magneetventiel en debietbegrenzer
Bypass leiding met circulatiepomp
Bypass leiding met magneetventiel en doseerkogelventiel
(batch-modus)
Bypass leiding voor externe boosterpomp (en voedingsmodule),
zie paragraaf
10.9 Bypass leiding voor externe
Het water in de bypass leiding wordt met een debietmeter
bewaakt. De debietmeter schakelt het systeem uit als het water-
debiet in de bypass leiding tot onder een minimale waarde daalt;
de LED op de flowchart knippert. De LED brandt permanent als
het waterdebiet hoger is dan de minimale waarde, zie paragraaf
6.2 Bedienings- en
display-elementen.
Plaats een deeltjesfilter als het water uit de bypass
N.B.
leiding vaste deeltjes bevat.
370
) daalt tot aan
2
staat de in te stel-
display-elementen.
boosterpomp.
4.2.6 Na-menger
De chloordioxide-oplossing wordt met het water uit de bypass lei-
ding gemengd in de na-menger (standaard).
4.2.7 Opties
Voedingspanning
230 V, 50/60 Hz
115 V, 50/60 Hz.
Bypass
Bypass leiding met pomp 230 V, 50/60 Hz
Bypass leiding met pomp 115 V, 60 Hz
Bypass leiding met magneetventiel 230 V, 50/60 Hz en debiet-
begrenzer (standaard)
Bypass leiding met magneetventiel 115 V, 50/60 Hz en debiet-
begrenzer
Bypass leiding voor externe boosterpomp, zie paragraaf
10.9 Bypass leiding voor externe
Zuigleidingen
Zuigleiding 1,3 m voor 30/60 liter tank (standaard)
Zuigleiding 2,5 m voor 30/60 liter tank
Zuigleiding 2,5 m voor 200 liter tank.
Afzuiging
Afzuiging, DN 20, 230 V 50/60 Hz (standaard)
Afzuiging, DN 20, 115 V 50/60 Hz
Zonder afzuiging.
Terugslagkleppen van de reactor
Systeemdruk lager dan 3 bar (standaard)
Systeemdruk hoger dan 3 bar.
Bussystemen
Profibus DP module
Ethernet TCP/IP module.
Interface
RS-232 interface
RS-422 en RS-485 interface.

4.3 Bedrijfsmodus van het systeem

Posities tussen haakjes, zie afb. 4.
Wanneer het systeem in normale modus wordt ingeschakeld,
danopent het magneetventiel (3.1). Verdunningswater stroomt
naar de na-menger (5), het debiet wordt geregeld via de schoe-
penradteller (3.2).
De twee doseerpompen voeren gelijktijdig 9 % zoutzuur en 7,5 %
natriumchlorietoplossing met een volumeverhouding 1:1 naar de
reactor (4). De debieten van de chemicaliën worden bewaaktdoor
de doseercontrollers (1.3 en 2.3).
De reactie tussen natriumchloriet en zoutzuur leidt tot een chloordi-
oxide-oplossing met een concentratie van 20 g/l in de reactor (4).
De verblijftijd in de reactor is ongeveer 10 minuten.
In de daaropvolgende menger wordt deze oplossing verdund tot
een concentratie van max. 3,3 g ClO
systeemgrootte en capaciteitsinstellingen, en naar het injectie-
punt gevoerd.
Het systeem wordt onmiddellijk uitgeschakeld als één van de
doseercontrollers of schoepenradtellers een te laag debiet detec-
teert.
Waarschuwing
Chloordioxide is een giftig gas, zoutzuur en natrium-
chloriet zijn zeer corrosieve chemicaliën die op de
juiste wijze gehanteerd moeten worden.
Installerend en bedienend personeel moet daarom
bekend zijn met de voorschriften voor het hanteren
van chloordioxide, zoutzuur en natriumchloriet.
In Duitsland geldt de UVV regelgeving ter voorko-
ming van ongevallen.
boosterpomp.
/l, afhankelijk van de
2

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis