Herunterladen Diese Seite drucken

COMPANION 27806 Anleitungshandbuch Seite 13

Werbung

1. Veiligheidsregels
Veilige bedieningsmethoden voor zittrekkers
BELANGRIJK:
DEZE MAAIMACHINE FAN HANDEN EN VOETEN AMPUTEREN
EN VOORWERPEN WEGSLINGEREN.
HET NIET
OPVOLGEN
VAN DEZE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
KAN ERNSTIG OF DODELIJK LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN.
@
I. TRAINING
Lees deinstructJes aandachtig.Zorg dat u vertrouwd bent
mot de bedieningselemantan en het juiste gebruik van
de machine.
Laat kinderen of man,sen die niet bekand zijn met de in-
structies, de maaimachine niet gebruiken. Het is mogelijk
dat plaatselijke voorschriften een beperking stellen aan
de leeffijd van de bestuurder.
Maai nooit terwijl mensen, vooral kinderen, of huisdieren
in do buurt zijn.
Bedenk dat de bestuurder of gebruiker verantwoordelijk
is veer ongetukken of risico's die andere mensen of hun
eigendommen kunnen overkomen.
Geen passagiers vervaeren.
Alle bestuu rders dienen vakkundige instructieste ontvan-
gen. Bij dergelijke instmcUes dient de nadruk te worden
gelegd op:
- de noodzaak voor aandacht en concentratie bij het
werkan met zittrekkers;
- een zittrekker die opeen belling wegglijdt, kan nietonder
controle worden gehouden door te remmen.
De hoofdredenen voor besturingsvadies
zijm
a) onvoldoande houvast;
b) te snel rijden;
c) ontoereikend remmen;
d) het soort machine is niet geschikt voor de taak;
e) gebrek aan kennis van het effectvan bodemcondities,
vooral hellingen;
f) verkeerd vastkoppelen en verkeerde verdeling van
de lading.
n. VOORBEREIDING
Draag tijdens het maaien altijd stevige schoenen en een
lange broek. Gebmik de machine nietbleetsvoets ofterwijl
u open sandalen draagt.
Inspecteer de plek waar de machine zal worden gebruikt,
grondig en vorwijder alle voorwerpen die door de machine
kunnen worden weggeslingerd.
WAARSCHUWING
- Benzine is licht ontvlambaar.
Bewaar brandstcf in blikken die speciaal voordet dnel
zijn bestemd.
- Tank alleen buiten an reek niet tijdens het tanken.
- Tank voordat u de motor start. Draai de dop nooitvan
de benzinetank af of tank nooit terwijl de motor draait
of heet is.
- AIs benzine is gemorst, probeer de motor dan niet te
starten maar haal de machine van de plaats vandaan
waar u benzine heeft gemorst en zorg dat u geen ont-
stekingsbron teweeg brangt totdetde benzinedampen
zijn verdreven.
- Draai de dop van alle brandstoftanks en -blikken weer
goed vast.
Vervang defecte geluiddempers.
Inspecteer v_K_rhet gebruik altijd of de messen, mes-
bouten en maai-inrichting
niet versleten of beschadigd
zijn.Vervang versleten of beschadigde messen en bouten
in sets om het evenwicht in stand te houden.
Op machines met meerdere messan dient u eraan te
denken det het draaien van ddn mes andere messen kan
doen draaien.
III. BEDIENING
Laat de motor niet draaien in een beslotan ruimte waar
gevaadijke koolmonoxydedampen zich kunnen verza-
melen.
Maai alleen bij daglicht of goed kunstlicht.
Veerdet u de motor gaat startan, moet u alle meshulp-
stukkoppelingen uitschakelen en naar de vfijloop schake-
Ion.
Gebruik de trekker niet op hellingan van meer den 10°.
Dank eraan dater geen "vailige" hellingen bestaan. Bijhet
rijden op hellingen met gras dient men extra voorzichtig
te zijn. Lo zorgt u ervoor dat de trekker niet omslaat:
-
stop en start niet piotseling bij het op- of afrijden van
een belling.
-
schakel de koppeling langzaam in, houd de machine
altijd in de versnelling, vooral bij het afrijden van een
heuvel;
- de snelheid van de machine dient op heilingen en in
scherpe bochten laag te worden gehouden;
-
kijk uit voor bulten en kuilen en andere verborgen
gevaren;
- maai neeit dwars op de helling tenzij de maaier veer
dit dnel is ontworpen.
Wees voorzichtig bij het trekken van ladingen of het
gebruik van zwaar materieel.
- Gebruik alleen gnedgekeurde aanhaakpunten voor
een trekstang.
-
Beperk de lading tot hetgeen u veilig kunt hanteren.
-
Maak geen scherpe bochten. Wees voo=ichtig bij
achteruit djden.
-
Gebruik contragewicht(an) ofwielgewichten wanneer
det in de handleiding wordt aangeraden.
Kijk uit voor her verkeer wanneer u de weg oversteekt of
zich nabij een weg bevindt.
Stop de messen voordat u andere oppervlakken dan gras
oversteekt.
Voer bij bet gebruik van hulpstukkan het matedaaJ nooit
af in de richting van omstanders en laat niemand in de
buurt van de machine komen terwijl deze in bedrijf is.
Gobruik de maaimachine nooit met defecte bescherm-
kappen en schermen of zonder beveiligingsinrichtingen
op hun plaats.
Verander de instellingvan de motorregelaar niet en laat
de motor niet met tehoge toeren draaian. AIs do motor
met te hoog tnerental draait, kan het risicovan lichamelijk
letsel groter worden.
Voordat u de bestuurdersstoel vorlaet:
de altakas uitschakelen en de hulpstukken needa-
ten;
naarde vrijloopschakelen en de parkeerram inschake-
len;
de motor stoppen en de sleutel verwijderen.
Schakel de aandrijving naar de hulpstukken uit, stop de
motor en maak de bougiekabel(s) los of venNijder bet
contactsleuteltje,
-
voordat u opgehoopt matedaal weghaalt of een ver-
stopte ak, oer leeg maakt;
-
voordatu de maaimachino cont roleert, schoonmaakt
of eraan werkt;
13

Werbung

loading