TF-prothesen
Neem de opbouwinstructies voor het gekozen prothesekniescharnier in acht.
Effectieve hakhoogte schoen [mm]
4.2.3 Kokeraansluiting aansluiten
Kort de kokeraansluiting in op de juiste lengte. Trek de zwarte slangbeschermhoes 4Y310 over de
kokeraansluiting. Monteer het proximale inlaatventiel (afb. 1, pos. 5) aan de Triton Harmony voet
1C62 en duw de slangbeschermhoes omlaag om de kokeraansluiting te borgen.
4.2.4 Statische opbouwoptimalisatie
Indien nodig kunnen de opbouwadviezen (Modulaire TF-beenprothesen: 646F219*, Modulaire
TT-beenprothesen: 646F336*) bij Ottobock worden aangevraagd.
Pas de prothese zo mogelijk aan met behulp van de L.A.S.A.R. Posture.
4.2.5 Dynamische opbouwoptimalisatie
Pas de prothese in het frontale vlak (ML) en het sagittale vlak (AP) aan door verandering van
de hoek of door verschuiving, zodat een goed hielcontact, een gemakkelijke afwikkeling en een
optimale gewichtsverplaatsing naar de contralaterale zijde gewaarborgd zijn. Let bij onderbeen-
prothesen op een fysiologische kniebuiging in de standfase.
4.3 Gebruik van de optionele hielwig
VOORZICHTIG
Valgevaar door verandering van de kniedynamiek bij gebruik van hielwiggen.
Door het gebruik van hielwiggen kan de knie bij belasting van de prothese in de standfase ge-
makkelijker worden gebogen. Daarom is bij de dynamische opbouwoptimalisatie – met name
bij gebruik van een kniescharnier zonder standfasecontrole – grote voorzichtigheid geboden.
4.3.1 Gebruik van de hielwiggen
Met elke Triton Harmony prothesevoet 1C62 worden twee hielwiggen meegeleverd:
• een "zachte" hielwig (transparant);
• een "stijve" hielwig (grafietkleur).
Wanneer de patiënt voelt dat het hielcontact halverwege de standfase te licht is of wanneer de
knie zich halverwege de standfase in hyperextensie bevindt, kan de hiel met behulp van een van
de twee hielwiggen worden verstijfd.
4.3.2 Hielwig aanbrengen
INFORMATIE
Ottobock adviseert de voet eerst zonder hielwig uit te proberen.
• De hielwig is zo geconstrueerd dat er geen lijm nodig is om hem aan de prothesevoet te
bevestigen.
• Richt de hielwig (afb. 3, pos. F) voor het aanbrengen zo uit, dat de uitsparing (afb. 3, pos. L)
in de wig proximaal en posterior gepositioneerd is.
92 | Ottobock
5 – 15
10 – 20
Passende voetovertrek
Normaal
Smal