Werbung
c) Montage der Taumelscheiben-Servos
• Zur Anlenkung der Taumelscheiben liegen dem Modell-
hubschrauber 3 unterschiedlich lange Anlenkgestänge
mit Gelenkkugeln bei.
• Die Gelenkkugeln (1) werden in ca. 9 - 10 mm Abstand
zum Drehpunkt an der Rückseite der Servohebel an-
geschraubt. Danach werden die Anlenkgestänge (2) auf
die Kugeln der Servohebel aufgeklippst.
• Setzen Sie zuerst das linke Taumelscheiben-Servo (1)
mit dem langen Anlenkgestänge (2) entsprechend der
Abbildung in die linke Chassisseite ein und schrauben
es fest.
• Hängen Sie das Anlenkgestänge in den Umlenkhebel
(3) ein.
• Das Servo-Anschlusskabel wird im Chassis nach vor-
ne verlegt.
Achtung!
Ziehen Sie die Montageschrauben nicht zu fest an,
damit die Bohrungen im Chassis nicht ausbrechen.
• Auf der rechten Chassisseite wird das rechte Taumel-
scheiben-Servo (1) mit dem mittellangen Anlenk-
gestänge (2) entsprechend der Abbildung in das Chas-
sis geschraubt. Hängen Sie danach das Anlenk-
gestänge in den Umlenkhebel (3) ein.
• Das Servo-Anschlusskabel wird im Chassis nach vor-
ne verlegt.
26
c) Instellen van de tandflankspeling aan de tandriemaandrijving
Deze instelling is alleen vereist bij gebruik van de uitbreidingsset voor de EP-heli (elektrische aandrijving)!
• Snijd van een blad papier een ong. 5 mm brede strook
af. Houd de strook tegen het tandwiel van de
tandriemaandrijving en verdraai het mechanisme met
de hand, zodanig dat de papierstrook tussen de beide
tandwielen wordt getrokken.
• Schuif aansluitend de tandriemaandrijving naar voor
zover mogelijk en schroef haar op deze positie vast.
Bild 23
• Indien u nu de papierstrook verder uit het mechanisme
draait, moeten de beide tandwielen perfect in elkaar
grijpen en tegelijk toch licht draaien.
Bild 24
Bild 25
Afb. 6
119
Werbung
Kapitel
