Werbung
Voor u nochtans de tandwielaandrijving (zie afbeelding 4, pos. 3) van de achterste naar de voorste
stand kunt ombouwen, is het noodzakelijk de riemspanning te verminderen. De juiste werkwijze leest u
in het deel „Instellen van de tandriemspanning".
• Schuif de vervang-tandriemaandrijving (zie afbeelding
4, pos. 3) van onder af in het mechanisme en plaats
tegelijk mee de tandriem. Bevestig daarna de bovenste
lagerplaat met 4 borgschroeven.
Belangrijk!
Voor u de onderste lagerplaat van de tandriem-
aandrijving aanbrengt moet u er op letten, dat de zijde,
van waaraf het kogellager ingezet werd, naar boven
wijst.
De kleine opening voor de as (1) moet naar beneden
wijzen. Alleen op die manier is gegarandeerd, dat het
kogellager tijdens het gebruik niet uit het mechanisme
kan wallen.
Bij de aandrijving voor de verbrandingsmotor wordt door het gebruik van de achterste boringen de speling voor de
tandflanken automatisch aangegeven.
In dit geval kunt u de 8 borgschroeven van de tandriemaandrijving nu vast aantrekken.
Bij de aandrijving met de elektrische motor trekt u de schroeven maar los aan, zodat aansluitend nog de
tandflankspeling kan worden afgeregeld.
• Hef de rotoras terug zo ver op, dat u het vervang-hoofdtandwiel vanaf de zijkant terug in het chassis kunt inzetten.
Schuif daarna de rotoras terug in de asopening (vrijloop) van het hoofdtandwiel en borg de verbinding met de
eerder verwijderde borgschroef (zie afbeelding 3, pos. 1).
Onze tip:
Breng een weinig middelvaste schroefborglak of het schroefdraad, voor u de moer opdraait.
118
• Das hintere Taumelscheiben-Servo (1) mit dem kurzen
Anlenkgestänge (2) wird von der linken Seite her in die
rechte Chassisplatte eingesetzt und festgeschraubt.
• Hängen Sie danach das Anlenkgestänge in die Gelenk-
kugel der Taumelscheibe (3) ein.
• Das Servo-Anschlusskabel wird im Chassis nach vor-
ne verlegt.
Achtung!
Wenden Sie bei der Montage des Taumelscheiben-
gestänges keine zu große Kraft auf. Die Gelenkkugel
aus Kunststoff (3) kann sonst sehr leicht abbrechen!
• Nachdem alle Taumelscheiben-Servos montiert sind,
Afb. 5
überprüfen Sie die korrekten Längen der Anlenkungen.
• Die Hebel der Taumelscheiben-Servos (1) müssen,
ebenso wie die beiden Umlenkhebel (2), absolut senk-
recht bzw. waagerecht stehen.
• Die Taumelscheibe (3) muss dann parallel zur Lager-
platte des oberen Rotorwellenlagers ausgerichtet sein
(siehe gestrichelte Hilfslinien).
• Bei Bedarf justieren Sie die Länge der Anlenkgestänge
durch Verdrehen der Gelenkpfannen nach.
Bild 26
Bild 27
27
Werbung
Kapitel
