Herunterladen Diese Seite drucken

Fahrzeug-Akkupack Aufladen - Reely Cross Tiger II Bedienungsanleitung

1:10 ep monstertruck

Werbung



8. Fahrzeug-Akkupack aufladen

Im Lieferumfang ist kein Akkupack für das Fahrzeug enthalten, dieser muss getrennt bestellt werden. Sie benötigen
einen Akkupack mit 6 SubC-Zellen (NiMH-Akkutechnik oder NiCd) und einer Ausgangsspannung von 7.2V. Ein sol-
cher Akkupack wird oft auch als „Racingpack" bezeichnet.
Der Akkupack ist bei Lieferung in der Regel leer und muss aufgeladen werden.
Bevor ein Akkupack seine maximale Leistung bringt, sind mehrere vollständige Entlade- und Ladezyklen erforderlich.
Fahren Sie einen NiCd-Akkupack nach Möglichkeit immer leer, da es beim mehrmaligen Aufladen eines "halbvollen"
NiCd-Akkupacks zum sog. Memory-Effekt kommen kann. Das bedeutet, dass der Akkupack seine Kapazität verliert,
er gibt nicht mehr die ganze gespeicherte Energie ab, die Fahrzeit wird geringer.
Bei Akkus mit NiMH-Technik ist dieser Effekt viel geringer, ein Aufladen von teilentladenen Akkus unproblematischer.
Hochwertigere Akkupacks haben nicht nur eine höhere Kapazität, so dass Sie länger mit dem Modellfahrzeug fahren
können, sondern auch eine höhere Ausgangsspannung bei Belastung. Somit steht für den Motor mehr Leistung zur
Verfügung, was sich in einer besseren Beschleunigung und einer höheren Geschwindigkeit zeigt.
Wenn Sie mehrere Akkupacks oder Akkus verwenden, kann sich die Anschaffung eines hochwertigen Ladegeräts
lohnen. Dieses bietet normalerweise eine Schnellladung für Akkus an und je nach Ladegerät auch eine Entlade-
funktion.
Akkus erwärmen sich beim Laden oder Entladen (beim Fahren des Fahrzeugs). Laden Sie Akkus erst dann, wenn
diese sich auf Zimmertemperatur abgekühlt haben. Gleiches gilt nach dem Ladevorgang; benutzen Sie den Akku im
Fahrzeug erst dann, wenn der Akku sich nach dem Ladevorgang ausreichend abgekühlt hat.
10

10. Rijdregelaar programmeren
Normaal gezien is de rijdregelaar al van in de fabriek correct
geprogrammeerd. Met slechts enkele stappen kunt u een nieuwe
programmering doorvoeren, bijv. indien de aandrijving start, hoewel
de gashefboom (afb. 1, pos. 13) van de afstandsbediening zich in de
neutrale stand bevindt en de trimregelaar niet ver genoeg kan worden
versteld.
De ingebouwde elektronische rijregelaar heeft een setup-toets (zie
cirkel op de afbeelding rechts), waarmee zowel de middelste stand
als de volgas-positie voor vooruit- resp. achteruit rijden voor de
gashefboom van de zender kan worden geprogrammeerd.
Deze instelling is door de fabrikant al voorgeprogrammeerd, maar kan
(indien nodig) ook door u worden uitgevoerd.
U gaat hiervoor als volgt te werk:
• Stel het voertuig absoluut zo op, dat de aandrijving vrij kan draaien en de wielen geen contact met de grond maken.
Steek uw hand tijdens het programmeren niet in de aandrijving!
• Schakel de afstandsbediening in, verbind de rijdaccu met het voertuig, en schakel het voertuig in (schuifschakelaar
in de stand "ON").
• Laat de gashefboom op de afstandsbediening los, zodat hij zich in de middelste stand bevindt (neutrale stand),
plaats de trimregelaar voor de motor (afb. 1, pos. 10) in de middelste stand. Mogelijk loopt nu de motor/aandrijving.
• Druk kort op de setup-toets van de rijregelaar.
• Er is een pieptoon hoorbaar en de LED op de rijdregelaar knippert één keer, de neutrale stand is opgeslagen. De
motor/aandrijving wordt nu uitgeschakeld, de rijregelaar bevindt zich in de programmeermodus.
• Beweeg de gashefboom op de afstandsbediening naar de volgas-positie voor vooruit rijden (gashefboom naar de
greep trekken) en houd hem daar vast (de motor start niet, omdat de rijregelaar zich nog in de programmeermodus
bevindt).
• Druk kort op de setup-toets van de rijregelaar. U hoort twee pieptonen, en de LED op de rijregelaar knippert twee
keer, de volgas-stand voor vooruit rijden is opgeslagen.
• Beweeg de gashefboom op de afstandsbediening naar de volgas-stand voor achteruitrijden (gashefboom van de
handgreep wegdrukken) en houd hem daar vast.
• Druk kort op de setup-toets op de rijregelaar en laat kort daarna de gashefboom los, zodat deze weer in de neutrale
stand staat; anders loopt de aandrijving aan.
• U hoort drie pieptonen, en de LED op de rijregelaar knippert drie keer, de volgas-stand voor achteruit rijden is
opgeslagen. Het programmeren is klaar, de programmeermodus wordt verlaten.
• Test voorzichtig de nieuwe programmering, om te zien of het voertuig zoals gewenst op de beweging van de
gashefboom van de afstandsbediening reageert.
Afb. 3
79

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Kapitel

loading