Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Montage / Opstelling; A) Temperatuur-/Luchtvochtigheidsensor Monteren - Conrad WS-3650 Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

12. Montage / opstelling

Het maximale bereik van de sensoren bedraagt 100m (zie "Technische gegevens"). Dit is het bereik in het open veld,
d.w.z. bij direct zichtcontact tussen de zender (sensoren) en ontvanger (weerstation).
Deze ideale configuratie komt in de praktijk natuurlijk bijna niet voor, aangezien zich tussen de sensoren en het
weerstation altijd meubels, muren, ramen of planten bevinden.
Een andere storende factor die het bereik sterk beperkt, is de nabijheid van metalen onderdelen, elektrische/
elektronische apparaten of kabels. Problematisch zijn ook plafonds van staal en beton, isolatieglas met opgedampt
laagje metaal of andere apparaten op dezelfde zendfrequentie.
Gewoonlijk is echter het gebruik in de directe omgeving van een normale woning probleemloos mogelijk.
Voordat u de sensoren op de definitieve plek gaat monteren en hiervoor bijvoorbeeld gaten gaat boren,
dient u de goede ontvangst uitvoerig te testen.
Als geen temperatuur-/luchtvochtigheidsensor wordt herkend, dan geeft het weerstation onderin het
display de tekst "THERMO TX OUT OF RANGE" aan.
Als de regensensor niet wordt herkend, verschijnt "RAIN TX OUT OF RANGE".

a) Temperatuur-/luchtvochtigheidsensor monteren

De plaats van de temperatuur-/luchtvochtigheidsensor dient op een tegen neerslag beschutte plek te
worden gekozen (bijv. onder een afdak), aangezien de sensor anders niet meer de luchttemperatuur
meet.
De sensor mag niet worden blootgesteld aan direct zonlicht (meetwaardevervalsing door warmte van
de zon).
Houd bij de montage van de temperatuur-/luchtvochtigheidsensor ook rekening met de montage van
de windsensor die immers met een kabel aan de temperatuur-/luchtvochtigheidsensor moet worden
verbonden.
Monteer eerst de houder aan bijvoorbeeld een wand. Gebruik
schroeven en pluggen die geschikt zijn voor de betreffende
wand.
Zorg bij het boren of vastschroeven dat geen kabels of
leidingen beschadigd worden.
Via twee sleuven in de houder kan deze ook met kabelbinders
bijvoorbeeld aan een regenpijp worden vastgemaakt.
Plaats de sensor vervolgens op de houder, zie afbeelding
hiernaast.
Zet altijd de beschermkap boven op de sensor. Zorg dat deze
helemaal over de sensor wordt geplaatst, aangezien de bus
van de aansluitkabel naar de windsensor moet worden
beschermd. De ronde punt van de sensor moet in de betreffen-
de opening van de beschermkap steken.
De kabel kan overigens ook aan de binnenkant van de
beschermkap naar achteren worden geleid, zodat deze aan
de achterkant vlakbij de houder naar buiten komt. Daar kan
deze dan met een kabelbinder aan de houder worden
vastgemaakt.
137

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis