Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

I Zener-Diodentest Und Temperaturmessung - Conrad VC-608 Bedienungsanleitung

Digitalmultimeter
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für VC-608:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

I Zener-Diodentest und Temperaturmessung

Zur Messung von Zener-Dioden oder Halbleiterstrecken gehen Sie wie folgt vor:
1. Verbinden Sie die schwarze Meßleitung mit der COM-Buchse und die rote Meßlei-
tung mit der V-Buchse.
2.Stellen Sie den Drehschalter auf "
mit dem Meßobjekt, einer spannungslosen Zenerdiode, die rote Prüfspitze an die
Kathode (Kennzeichnung: Farbring, -Punkt o.ä.) und die schwarze Prüfspitze an
die Anode. Angezeigt wird nun die Zenerspannung der Zener - Diode (z.B. 8,1 V bei
einer ZPD 8.1 oder 3,6 V bei einer 3V6 usw.) im Hauptdisplay. In der kleinen Anzei-
ge wird der (konstante) Teststrom mit 1 mA angezeigt.
3. Wenn Sie eine "normale" Dioden- oder Halbleiterstrecke in Durchlaßrichtung prü-
fen wollen, müssen Sie die rote Prüfspitze mit der Anode und die schwarze Prüf-
spitze mit der Kathode verbinden. Sofern der Halbleiter nicht defekt ist, werden
Sie eine Spannung ab ca. 0,25 V (Germanium) oder 0,7 V (Silicium, bzw. 250 mV,
700 mV) messen. Wenn Sie nun die Prüfspitzen vertauschen, also rot an die
Kathode und schwarz an die Anode, so überprüfen Sie die sog. Sperrichtung der
Diodenstrecke. Wird Ihnen "OL" angezeigt, so ist die Diode in Ordnung. Wird
Ihnen dagegen ein Spannungswert angezeigt, so haben Sie entweder das Meßob-
jekt falsch angeschlossen oder es ist defekt oder es ist eine Zenerdiode.
Achten Sie beim Diodentest darauf, daß die Diode bzw. die Schal-
tung, in der sie eventuell eingebaut ist, unbedingt spannungslos
sein muß. Alle vorhandenen Kapazitäten müssen entladen sein.
26
/ TEMP" und verbinden Sie die Prüfspitzen
"ENTER". De maximum- en minimumwaardefunctie is nu gestart. Bij elke hoogste
(MAX) of laagste (MIN) optredende meetwaarde wordt de weergave in het hoofddis-
play vernieuwd. U kunt de functie(s) verlaten door de toets "HOLD" of de toets "Alt
F" in te drukken of tweemaal de toets "MENU" resp. door de draaischakelaar te
gebruiken.
Tip!
Bij een omgewisselde polariteit (omgekeerd prefix "-") bij de meting van gelijk-
grootheden zijn de minimum- en maximumwaarde eveneens verwisseld.
c) PEAK
De subfunctie PEAK (voor piekwaarde) lijkt op de MIN-MAX-functie, maar dient voor
de registratie van snel veranderende meetsignalen (minder dan 100 ms), zoals aan-
loopstromen van machines (bijv. modelbouwmotoren) enz. Deze subfunctie is echter
alleen mogelijk bij de meting van gelijkgrootheden (gelijkspanning of -stroom), niet bij
wisselgrootheden en ook niet bij andere meetfuncties.
Druk op de toets "MENU". "AUTO OFF" knippert. Kies de subfunctie "+PEAK" (voor
stijgende flanken) of "-PEAK" (voor dalende flanken) en bevestig dit met "ENTER".
Die PEAK-functie wordt nu gestart. Elke nieuwe piekwaarde wordt nu geregistreerd,
vastgehouden ("bevroren", net als Data Hold) en weergegeven. Om de subfunctie te
verlaten, drukt u de toets "HOLD" in of de toets "Alt F" of tweemaal de toets "MENU"
resp. gebruikt u de draaischakelaar.
d) AVG
De Average-subfunctie (AVG = gemiddelde waarde-vorming) dient voor het beter
kunnen aflezen van sterk fluctuerende meetsignalen of meetsignalen met veel ruis.
Hierbij worden continu 100 meetsignalen geregistreerd, opgeteld, door 100 gedeeld
en weergegeven.
Druk op de toets "MENU". "AUTO OFF" knippert. Kies de subfunctie "AVG" en beve-
stig dit met "ENTER". De gemiddelde waarde wordt nu gevormd.
Om de subfunctie te verlaten, drukt u de toets "HOLD" in of de toets "Alt F" of twee-
maal de toets "MENU" resp. gebruikt u de draaischakelaar.
e) STORE en RECALL (opslaan en weergeven)
Maximaal 10 meetwaarden kunnen met de geheugenfunctie (Store = opslaan) wor-
den opgeslagen en in 10 genummerde geheugenplaatsen (0 t/m 9) worden vastge-
legd. Met de subfunctie RECALL kan de inhoud van deze geheugenplaatsen worden
weergegeven. De inhoud van de geheugenplaatsen blijft bewaard, ook als het meet-
apparaat wordt uitgeschakeld (OFF) (EEPROM).
Druk op de toets "MENU". "AUTO OFF" knippert. Kies de subfunctie "STORE" en
bevestig dit met "ENTER". Kies nu het geheugenadres (geheugenplaats) "Addr" (0
t/m 9), voer de meting uit en bevestig de opslag met "ENTER". Op deze manier kunt
u getalswaarden opslaan in alle 10 geheugenplaatsen.
111

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis