Durchführung Von Messungen - Conrad VC-608 Bedienungsanleitung

Durchführung von Messungen
A Spannungsmessung (DC, AC, AC+DC)
Überschreiten Sie auf keinen Fall die max. zulässigen Eingangs-
größen, auch nicht bei der Messung von überlagerten Gleichspan-
nungen (z.B. Brummspannung). Max. 1000 VDC bzw. 750 VAC rms.
Berühren Sie keine Schaltungen oder Schaltungsteile, wenn Sie
höhere Spannungen als 25 VACrms oder 35 VDC darin messen.
Zur Messung von Spannungen gehen Sie wie folgt vor:
1. Verbinden Sie die rote Meßleitung mit der V/Ohm-Buchse und die schwarze
Meßleitung mit der COM-Buchse.
2. Stellen Sie den Drehschalter auf =~V.
3. Verbinden Sie die Meßspitzen mit dem Meßobjekt (Last, Schaltung usw.). Der DC
- Meßwert wird im großen Display angezeigt. Im kleinen Display wird die Ein-
gangsimpedanz (Bereichsabhängig 10,5 bis 10,05 M Ohm) angezeigt.
4. Mit einer Betätigung des Tasters "ALT F" gehen Sie über zur TRUE-RMS-Wechsel-
spannungsmessung (bis 10 kHz) "AC". In der kleinen Anzeige wird zusätzlich der
dBm-Wert der Wechselspannung angezeigt.
5. Mit einer weiteren (2.) Betätigung des Tasters "ALT F" können Sie Mischspannun-
gen messen und den Echteffektivwert (True rms) anzeigen (ebenf. Bis 10 kHz).
Auch hier wird in der kleinen Anzeige der dazugehörige dBm-Wert abgebildet.
6. Mit einer weiteren (3.) Betätigung des Tasters "ALT F" kehren Sie zur Gleichspan-
nungsmessung "DC" zurück.
Der Eingangswiderstand (Impedanz) beträgt ca. 10 MOhm. Ist vor dem jeweiligen
Meßwert ein "-"- (Minus) Zeichen zu sehen, so ist die gemessene (Gleich-) Spannung
negativ, oder die Meßleitungen sind vertauscht.
Hinweise!
Dadurch daß der Meßeingang sehr empfindlich ist kann es sein, daß bei freilie-
genden Meßleitungen (nicht mit einem Meßobjekt verbunden) irgendwelche
Meßwerte angezeigt werden. Diese "Erscheinung" ist normal und verschwin-
det, sobald Sie Ihre Messung durchführen.
18
E A - meting (stroommeting, AC, DC, AC+DC)
Voor het meten van gelijk- of wissel- of mengspanningen in A tot maximaal 10 A gaat
u als volgt te werk:
1. Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus en de rode meetdraad op de A-
bus.
2. Zet de draaischakelaar op "A=~".
3. Sluit de meetdraden in serie aan op het meetobject (zie volgende afbeelding). De
meetwaarde wordt in het grote display weergegeven.
4. Voor het meten van wisselstromen (AC) in A drukt u eenmaal de toets "Alt F" in. In
plaats van een gelijkstroom kan nu een wisselstroom (AC) in A worden gemeten.
Drukt u de toets "Alt F" nogmaals (2de maal) in, dan kunt u zogeheten mengstro-
men (AC+DC) in A meten. Wanneer u wilt terugkeren naar de gelijkstroommeting
"DCA", druk dan nogmaals (3de maal) op de toets "Alt F".
Het A-bereik (10 A) is beveiligd met een snelle 15 A-"High Energy"-zekering en
kent daarnaast een parallelweerstand (shunt) van 0,01 Ohm.
Meet geen stromen in stroomkringen waarin spanningen groter
dan 600 V= resp. V~ kunnen optreden, om te voorkomen dat het
meetapparaat wordt beschadigd en er een voor u levensgevaarli-
jke situatie zou kunnen ontstaan. Meet in het A-bereik in geen
geval stromen groter dan 10 A (= 4 mA).
Meet uitsluitend in stroomkringen die zijn beveiligd met 16 A.
A
119