Inhaltsverzeichnis
Werbung
tisch an die anliegende Wechselspannung an, d.h. der erforderliche Meßbereich
stellt sich automatisch ein.
2. Verbinden Sie die Meßspitzen mit dem Meßobjekt (Last, Schaltung usw.).
3. Der augenblickliche Meßwert wird angezeigt.
Der Wechselspannungsbereich "~" weist, wie der Gleichspannungsbereich, einen
Eingangswiderstand von 1 MOhm parallel zu < 100 pF (AC-gekoppelt) auf.
Hinweise!
Dadurch daß der Meßeingang sehr empfindlich ist kann es sein, daß bei freilie-
genden Meßleitungen (nicht mit einem Meßobjekt verbunden) irgendwelche
Meßwerte ("Phantommeßwerte") angezeigt werden. Diese "Erscheinung" ist
normal und verschwindet, sobald Sie Ihre Messung durchführen.
C Gleichstrommessung
Zur Messung von Gleichströmen gehen Sie wie folgt vor:
1. Stellen Sie den Drehschalter auf Gleichstrommessung ( =400 mA).
2. Verbinden Sie die Meßleitungen in Serie mit dem Meßobjekt (siehe nachfolgende
Abbildung).
Sicherung
...
– –
Strom-
quelle
Messen Sie keine Ströme in Stromkreisen, in welchen Spannun-
gen größer 250 VDC bzw. VAC rms auftreten können, damit das
Meßgerät nicht beschädigt wird und dadurch für Sie Lebensge-
fahr bestehen kann. Messen Sie auf keinen Fall Ströme über 400
mA.
D Widerstandsmessung und Durchgangsprüfung
Vergewissern Sie sich, daß alle zu messenden Schaltungsteile,
Schaltungen und Bauelemente sowie andere Meßobjekte unbe-
dingt spannungslos sind.
14
Amperemeter/
Meßgerät
A
Meßobjekt,
Verbraucher...
Verschijnt hierna "OL", is de diode in orde. Wordt daarentegen een spannings-
waarde weergegeven, heeft u het meetobject fout aangesloten of het is defect.
Let er bij de diodetest resp. bij de doorgangscontrole beslist op
dat de diode resp. de schakeling, waarin deze eventueel ingebou-
wd is, beslist spanningsloos moet zijn. Alle aanwezige capacitei-
ten moeten ontladen zijn.
rode
zwarte
meetsnoer
meetsnoer
Doorlaatrichting
F Electric Field E.F
Met deze functie laten zich met het meetapparaat contactloos netkabels op aanwe-
zige wisselspanningen in het bereik van 50 VAC tot max. 400 VAC controleren. De
meetsnoeren moeten hiervoor echter in het opbergvak (Let op! Niet knellen) opge-
borgen worden. Voor de meting handelt u als volgt:
1. Stel de draaischakelaar in op E.F
2. De sensor bevindt zich in het kopeinde aan de onderkant van de behuizing. Houdt
het meetapparaat aan het netkabel welke u wilt controleren. Vanaf een afstand
van ca. 10 cm, afhankelijk van de spanningshoogte (bijv. 230 V), klinkt een akoe-
stisch signaal (interval) en de bargraphsegmenten worden elk volgens intensiteit
weergegeven.
3. Het weergavenmaximum is bereikt, wanneer alle segmenten van de bargraph
weergegeven worden en een ononderbroken signaaltoon te horen is.
G Batterijtest
1. Stel de draaischakelaar in op de schakelpositie 1,5 V (batterijsymbool)..
2. Leg de meetpunten met de juiste poling (rood aan + en zwart aan -) op de batteri-
jpolen.
3. Bij de meting van 1,5 V-batterijen wordt een spanning bij een belasting met max.
ca. 1,5 mA weergegeven.
rode
zwarte
meetsnoer
meetsnoer
Blokkeerichting
67
Werbung
Inhaltsverzeichnis
