LET OP
Milieuschade!
Uitgelopen olie kan het milieu ernstig verontreinigen. De
vloeistof is zeer giftig en kan snel tot waterverontreini-
ging leiden.
–
Olie alleen op een vlakke, verharde ondergrond vul-
len/aftappen.
–
Gebruik een vulpijp of trechter.
–
Vang afgetapte olie in een geschikte container op.
–
Veeg gemorste olie direct zorgvuldig weg en verwij-
der de doek conform de lokale voorschriften.
–
Verwijder olie conform de lokale voorschriften.
LET OP
Risico op materiële schade!
Indien incorrect opgeslagen of niet afgetapte brandstof-
fen worden gebruikt, kan de carburateur verstoppen of
de werking van de motor beïnvloeden.
–
Giet de niet benodigde brandstof in een luchtdicht
reservoir en bewaar dit in een donkere, koele ruim-
te.
Plaats het product op een vlak, recht oppervlak.
Benodigd gereedschap:
• Maatbeker 1 liter (olie-/brandstoftest)*
• Trechter*
• Doek*
9.1
Motorolie bijvullen (afb. 9)
LET OP
Het product wordt geleverd zonder motorolie. Voor
ingebruikname daarom altijd olie bijvullen. Gebruik
hiertoe multifunctionele olie (SAE 10W-30 of SAE
10W-40).
Controleer regelmatig voor elke ingebruikname het olie-
peil. Een te laag oliepeil kan de motor beschadigen.
1. Schroef de oliepeilstok (18) los.
2. Vul de tank met behulp van een trechter met mo-
torolie. Let op de max. vulhoeveelheid (zie de techni-
sche gegevens). Vul de olie voorzichtig bij tot aan de
onderkant van de vulpijp.
3. Veeg de oliepeilstok (18) met een schone, pluisvrije
doek schoon.
4. Plaats de oliepeilstok (18) weer terug en er weer uit.
Controleer het oliepeil, zonder de peilstok er weer in
te schroeven.
5. Het oliepeil moet binnen de middelste markering op
de oliepeilstok (18) staan.
6. Als het oliepeil te laag is, voeg dan de aanbevolen
hoeveelheid olie toe (zie technische gegevens).
7. Schroef de oliepeilstok (18) vervolgens weer vast.
9.2
Brandstof bijvullen (afb. 10)
GEVAAR
Brand- en explosiegevaar!
Brandstof kan zich bij het vullen ontsteken en eventueel
exploderen. Dit leidt tot ernstige verbrandingen of zelfs
de dood.
• Schakel de motor uit en laat deze afkoelen.
• Houd uit de buurt van hitte, vlammen en vonken.
• Vul brandstof alleen in de open lucht bij.
• Draag veiligheidshandschoenen.
• Vermijd huid- en oogcontact.
• Start het product met een afstand van min. 3 m tot de
vullocatie van de brandstof.
• Let op voor ondichte plekken. Start de motor niet als
er brandstof uitloopt.
LET OP
Het product wordt geleverd zonder brandstof.
Voor ingebruikname daarom altijd brandstof
bijvullen. Gebruik hiervoor Super E10 benzi-
ne.
1. Reinig de omgeving van het vulgedeelte. Verontreini-
gingen in de brandstoftank (11) veroorzaken bedrijfs-
storingen.
2. Open voorzichtig de tankdop (10) zodat eventuele
overdruk kan ontsnappen.
3. Vul de brandstoftank (11) met behulp van een trechter
met brandstof. Let op de max. vulhoeveelheid (zie de
technische gegevens). Vul de brandstof voorzichtig tot
aan de onderkant van de vulpijp.
4. Sluit de tankdop (10) weer. Controleer of de tankdop
goed is afgesloten.
5. Reinig de tankdop (10) en de omgeving.
10 In gebruik nemen
AANWIJZING
Enige geluidsoverlast van dit product is on-
vermijdelijk. Stel werkzaamheden met lawaai
uit tot goedgekeurde en aangewezen tijden.
Houd u zo nodig aan rustperiodes en beperk
de duur van het werk tot het absolute nood-
zakelijke.
Voor uw persoonlijke bescherming en de be-
scherming van personen in de buurt, dient u
geschikte gehoorbescherming te dragen.
10.1
Instellen van de maaihoogte
(afb. 11)
LET OP
Het verstellen van de maaihoogte mag alleen
bij uitgeschakelde motor en verwijderde bou-
giestekker worden uitgevoerd.
www.scheppach.com
NL | 77