Inhaltsverzeichnis
Werbung
• Inspecteer het masker en vervang het indien het kussen hard geworden of gescheurd is of
indien er onderdelen zijn beschadigd.
• Controleer de drukinstelling(en) van het behandeltoestel.
Lekkagesymbool en poortinstellingen
Sommige beademingsapparaten kunnen een lekkagesymbool en waarde hebben in de
instelprocedures van de maskerselectie. De lekeigenschappen van dit masker is lekkagesymbool
( ). Het lekkagesymbool en de waarde vertegenwoordigen de intentionele lekeigenschappen
van de interface. Bij beademingsapparaten met een maskerselectieregelaar voert u de
lekkagesymboolwaarde ( ) in die overeenkomt met de lekkagesymboolwaarde op het masker.
Verkrijgen van de juiste passing
1. Houd het masker licht tegen het gezicht van de patiënt aan
gedrukt en schuif het hoofdstel over zijn of haar hoofd.
Het is mogelijk dat u een van de wartelclips moet
loskoppelen voordat u het hoofdstel aanbrengt bij
de patiënt. Sluit de wartelclip weer aan nadat u het
hoofdstel hebt aangebracht.
2. Stel de voorhoofdsarm met vier standen zo af dat er
een minimale druk van het masker op de neusbrug
is, waarbij de lekkage bij het maskerkussen zo klein
mogelijk wordt gehouden. De laagste stand geeft de
hoogste druk op de neusbrug en sluit het maskerkussen
het beste af. De hoogste stand geeft de laagste druk op
de neusbrug en sluit het maskerkussen het minst af. Plaats
de voorhoofdsarm totdat het masker comfortabel past bij de
patiënt met een zo klein mogelijk lek bij het maskerkussen bij
de neusbrug.
3. Bevestig het patiëntcircuit (uitademingshulpmiddel en flexibele
slang) op de afvoerklep.
4. Trek de klittenbandjes van het hoofdstel los en trek ze
geleidelijk strak zodat het masker strak genoeg maar
comfortabel zit met zo min mogelijk lekkage bij het
maskerkussen.
5. Schakel het niet-invasieve beademingsapparaat in. Laat de
patiënt normaal ademhalen.
6. Stel het hoofdstel af totdat het masker praktisch geen lekken
heeft bij het kussen en comfortabel past. Stel eerst de
bovenste zijbandjes af en zorg dat ze boven de oren komen
te liggen. Stel vervolgens de onderste bandjes af en zorg dat het hoofdstel goed tegen de
achterkant van het hoofd past. Stel de spanning van de bandjes opnieuw af als er lekken zijn
wanneer de patiënt van positie verandert.
Let op: De bandjes niet te strak aantrekken. Te strak aantrekken kan lekken veroorzaken
of verergeren.
Het masker afnemen
Koppel de halsriempjes los door de wartelclips uit hun fittingen te trekken.
Het masker en hoofdstel opnieuw bevestigen
1. Schuif de wartelclips van het hoofdstel in de gezichtsplaat totdat ze vastklikken.
2. Steek de twee onderste bandjes door de toepasselijke wartelclip. Vouw ze om en druk
het haaklipje op elk bandje totdat het bandje goed vastzit.
3. Steek de bovenste bandjes door de gleuven in de voorhoofdsteun. Vouw ze om en druk
het haaklipje op elk bandje totdat het bandje goed vastzit.
4. Plaats de bovenste bandjes zodat ze comfortabel boven de oren komen te liggen en trek
ze aan indien nodig.
C
D
E
F
39
A
B
H
G
Afbeelding 2
A = voorhoofdsteun
B = steunarm
C = afstellipjes
D = gezichtsplaat masker
E = afvoerklep (niet blokkeren)
F = uitademingshulpmiddel
(los van masker)
G = flexibele slang
H = wartelclip
I = maskerkussen
J = hoofdstel
J
I
Werbung
Inhaltsverzeichnis
