PROBLEMEN OPLOSSEN
Zie de instructies voor gebruik voor het compatibele Rhythmia-mappingsysteem voor probleemoplossing in verband met foutmeldingen van de krachtsensor en DIRECTSENSE. Als u vermoedt
dat de kracht niet nauwkeurig is, doorloopt u de volgende corrigerende maatregelen: 1) Controleer de positie van de huls om er zeker van te zijn dat de tip en de distale ringelektrode volledig
buiten de huls liggen, 2) herzie de onbelaste toestand in de bloedpool en nul deze indien nodig opnieuw, 3) controleer de aansluitingen tussen de katheter, de kabel en de aansluitdoos,
of 4) vervang de IntellaNav StablePoint-katheter.
Problemen
Mogelijke oorzaak
Temperatuur wordt
Slechte katheter/-
niet weergegeven
kabelverbindingen
• Impedantiedrempel
Verkoling/stolsel op de
• Temperatuurlimiet
tipelektrode
Vermoedelijke
• Lekkage in de
storing in de
katheter en/of
vloeistofstroom
irrigatieslangenset
• Irrigatiepomp buiten
kalibratie
GARANTIE
Boston Scientific Corporation (BSC) garandeert dat er redelijke zorg is betracht bij het ontwerpen en vervaardigen van dit instrument. Deze garantie vervangt en ontkracht alle andere
garanties die hier niet worden vermeld, hetzij uitdrukkelijk, hetzij impliciet door de werking van de wet of anderszins, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, geïmpliceerde
garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel. Hanteren, opslag, schoonmaken en sterilisatie van dit instrument alsmede andere factoren in verband met de
patiënt, diagnose, behandeling, chirurgische ingrepen en andere zaken die buiten de macht van BSC vallen, zijn direct van invloed op het instrument en de resultaten die ermee worden
verkregen. De aansprakelijkheid van BSC volgens deze garantievoorwaarden is beperkt tot het repareren of vervangen van dit instrument; BSC aanvaardt geen aansprakelijkheid voor incidentele
of bijkomende schade die direct dan wel indirect voortvloeit uit gebruik van dit instrument. BSC aanvaardt geen, en geeft niemand de bevoegdheid tot het in naam van BSC aanvaarden van,
andere of aanvullende aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid in verband met dit instrument. BSC aanvaardt geen aansprakelijkheid voor instrumenten die opnieuw zijn gebruikt,
verwerkt of gesteriliseerd en biedt geen uitdrukkelijke dan wel impliciete garanties in verband met zulke instrumenten, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, garanties van
verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel.
Black (K) ∆E ≤5.0
Corrigerende actieprocedure
1. Controleer of de kabel in de aansluitdoos en de IntellaNav StablePoint-katheter is gestoken.
2. Controleer of de aansluitdoos is aangesloten op de RF-controller.
3. Vervang de kabel en/of de katheter.
4. Als de RF-controller dan nog steeds geen temperatuur weergeeft, kan het zijn dat er een storing is in het
temperatuurdetectiesysteem.
5. Raadpleeg de bedieningsshandleiding en herstel deze storing voordat u weer RF-energie toedient.
1. Staak de toediening van RF-energie.
2. Trek het distale uiteinde recht en trek de IntellaNav StablePoint-katheter terug.
3. Inspecteer de tipelektrode op verkoling/stolsel.
4. Wrijf, indien aanwezig, het tipgedeelte schoon met een steriel gaasje bevochtigd met steriele zoutoplossing (de tip niet boenen of
draaien, omdat beschadiging van de tipelektrodeverbinding kan optreden en de tipelektrode los kan komen te zitten).
5. Controleer, voordat u de katheter opnieuw inbrengt, of de irrigatiepoorten open zijn. Als een irrigatiepoort verstopt raakt:
a. Zorg ervoor dat de IntellaNav StablePoint-katheter uit de patiënt wordt verwijderd.
b. Vul een injectiespuit van 1 ml of 2 ml met steriele zoutoplossing en sluit aan op de zijarm-afsluiter van de IntellaNav StablePoint-
katheter.
c. Injecteer voorzichtig de zoutoplossing uit de injectiespuit in de IntellaNav StablePoint-katheter. Vloeistof moet tijdens het
spoelproces uit alle zes (6) irrigatiepoorten voortkomen.
d. Herhaal indien nodig stap b en c.
e. Als de irrigatiepoorten open zijn, kan de IntellaNav StablePoint-katheter opnieuw in de patiënt worden ingebracht.
WAARSCHUWING: Gebruik de IntellaNav StablePoint-katheter niet als de irrigatiepoorten verstopt zijn of als de katheter niet naar
behoren functioneert.
1. Staak de toediening van RF-energie.
2. Trek het distale uiteinde recht en trek de katheter terug.
3. De IntellaNav StablePoint-katheter en de irrigatieslangenset vervangen en voorvullen buiten de patiënt.
4. Vervang de IntellaNav StablePoint-katheter en/of de irrigatieslangenset als de parameters niet normaal lijken of bij afwijking van de
integriteit van de vloeistofstroom.
5. Raadpleeg de bedieningshandleiding van de irrigatiepomp om te controleren of de vloeistofstroom correct is.
6. Neem contact op met BSC voor het vervangen van de irrigatiepomp.
48