Grundfos SL1 Serie Montage- Und Betriebsanleitung Seite 320

2.1 Producttekening
5
2
6
4
Afb. 1 SL1 pomp
Pos. Beschrijving
1 Hijsbeugel
2 Typeplaatje
3 Olie-aftapschroeven
4 Persflens
5 Kabelstekker
6 Klem
7 Pomphuis
2.2 Regelen en bewaken
De pompen kunnen worden geregeld via de Grundfos regelaars
LC en LCD, en de speciale regelaars DC en DCD.
Zie paragraaf 8.2 Pompregelaars.
Pompen met sensor worden samen met een IO 113 geleverd.
Zie paragraaf 8.6 IO 113.
2.3 Toepassingen
SL1 en SLV pompen zijn ontworpen voor het verpompen van
deze vloeistoffen:
• grote hoeveelheden drainage- en oppervlaktewater
• huishoudelijk afvalwater met toiletafvoer,
• afvalwater met een hoge concentratie vezels
(SuperVortex waaier)
• gemeentelijk en commercieel riool- en afvalwater.
2.4 Bedrijfscondities
De Grundfos SL1 en SLV pumps zijn geschikt voor de volgende
bedrijfsomstandigheden:
• S1 bedrijf (continu bedrijf), de pomp moet altijd tot aan de
bovenkant van de motor worden ondergedompeld in de ver-
pompte vloeistof. Zie afb. 2.
• S3 bedrijf (bedrijf met tussenpozen), de pomp moet altijd tot
boven de kabeldoorvoer worden ondergedompeld in de ver-
pompte vloeistof. Zie afb. 2.
Voor meer informatie over S1 en S3 bedrijf, zie paragraaf
9.2 Bedrijfsmodi.
320
1
3
7
pH-waarde
SL1 en SLV pompen in permanente opstellingen kunnen worden
gebruikt voor het verpompen van vloeistoffen met de volgende
pH-waarden:
Pomp-
type
SL1/SLV Norm
SLV
1)
Vloeistoftemperatuur
0 °C - +40 °C.
Gedurende korte periodes (maximaal 3 minuten) is een tempera-
tuur van maximaal +60 °C toegestaan (geldt niet voor Ex uitvoe-
ringen).
Omgevingstemperatuur
Voor niet-explosieveilige pompen mag de omgevingstemperatuur
gedurende een kortere periode (max. 3 minuten) hoger zijn dan
+40 °C.
Dichtheid en viscositeit van de verpompte vloeistof
Voor het verpompen van vloeistoffen met een hogere dichtheid
en/of kinematische viscositeit dan van water dienen motoren met
een dienovereenkomstig vermogen te worden gebruikt.
Stroomsnelheid
Wij adviseren u een minimale stroomsnelheid aan te houden om
afzettingen in het leidingsysteem te vermijden.
Aanbevolen stroomsnelheden:
•
•
Vrije kogeldoorlaat
Van 50 t/m 100 mm, afhankelijk van de pompcapaciteit.
Bedrijfsmodus
Maximaal 20 inschakelingen per uur.
Afb. 2 Stopniveaus
Materiaal-
Materiaal
uitvoering
Gietijzeren waaier en
pomphuis
Roestvrijstalen waaier en
Q
gietijzeren pomphuis
Voor fluctuerende pH-waarden is het bereik pH 4 t/m 14.
Waarschuwing
Explosieveilige pompen mogen nooit vloeistoffen
pompen met een temperatuur hoger dan +40 °C.
Waarschuwing
Voor explosieveilige pompen moet de omgevings-
temperatuur op de installatielocatie liggen tussen -20
°C en +40 °C.
Voor explosieveilige pompen moet de omgevings-
temperatuur op de installatielocatie liggen tussen 0
°C en +40 °C.
in verticale leidingen: 1,0 m/s
in horizontale leidingen: 0,7 m/s
S1 bedrijf
S3 bedrijf
pH-waarde
1)
6,5 - 14
1)
6-14