MTD J 15 Originalbetriebsanleitung Seite 28

Gebruiksaanwijzing motorhakmachine
Dieptespoor (3) instellen.

Hoe dieper het dieptespoor
is ingesteld, hoe dieper en
langzamer de machine hakt.
Dieptespoor met bout en

insteekveer weer bevestigen.
Transportwiel instellen
Het transportwiel (5) is in de fabriek
zo ingesteld dat de machine in rust
horizontaal staat. Voor het hakken
moet het wiel naar boven worden
gezet.
Hakken
Afbeelding 4
Trek aan de wielhouder (A) en

duw deze naar boven tot de
houder in de hakstand vastklikt.
Controleer of deze goed is

vastgeklikt.
Transporteren
Afbeelding 5
Trek aan de wielhouder (A) en

duw deze naar beneden tot de
houder in de hakstand vastklikt.
Controleer of deze goed is

vastgeklikt.
Stuur instellen
Hoogte instellen (naargelang de
uitvoering)
Afbeelding 3
Schroeven (1) iets losdraaien.

Stuur op gewenste hoogte

instellen.
Schroeven (1) weer vastdraaien.

Tanken en oliepeil
controleren
Explosie- en brandgevaar
!
Tank alleen buiten en bij een
uitgezette en koude motor.
Rook niet tijdens het tanken.
Tank nooit vol. Als brandstof
overloopt, laat u de overgelopen
brandstof vervluchtigen voordat
u start.
Bewaar brandstof uitsluitend in
geschikte, voor brandstof bedoelde
tanks.
Loodvrije benzine tanken

(zie motorhandleiding).
Brandstoftank maximaal tot 2 cm

onder de rand van de vulopening
vullen.
Brandstoftank stevig afsluiten.

Controleer het oliepeil

(zie motorhandleiding).
Motor starten
Afbeelding 1
Neem ook de aanwijzingen in de
handleiding van de motor in acht.
Gevaar
!
Zorg ervoor dat zich niemand in de
buurt van de machine bevindt.
Zorg er bij het starten voor dat
u stevig staat.
Start de motor alleen buitenshuis.
Instellingen voor het starten
van de motor
Controleer tankinhoud en oliepeil

en voeg indien nodig olie en
brandstof toe (zie motorhand-
leiding).
Open de benzinekraan

(afhankelijk van de uitvoering).
Bougiestekker (4) op de bougie

steken.
Voor het starten met een koude
motor
Machines met choke
Zet de gashendel (1) op

START/
of
Zet de chokehendel op de motor

(naargelang het motortype, zie
de handleiding van de motor in
de stand CHOKE/
gashendel op /max.
Machines zonder choke
(naargelang het motortype):
Druk de primer (zie de

handleiding van de motor) 3
tot 5 keer stevig in en zet de
gashendel op /max.
Voor het starten met een warme
motor
Zet de gashendel op

Motor starten
Steun met een hand op het stuur

en trek langzaam aan de trek-
starter (11) tot een weerstand
voelbaar is en trek vervolgens
snel en met kracht door. Trek-
starter niet laten terugschieten,
maar langzaam terugbrengen.
Als de motor loopt

– Zet de chokehendel terug
(naargelang het motortype, zie
de handleiding van de motor).
– Zet de gashendel (1) op het
gewenste toerental:
= hoog motortoerental
= laag motortoerental
Motor stoppen
Afbeelding 1
Gashendel (1) op

zetten.
Sluit de benzinekraan

(afhankelijk van de uitvoering).
Met de machine werken
Verwondingsgevaar
!
Houd personen, in het bijzonder
kinderen, uit de buurt van het
gevaarlijke gebied.
Voorkom open vuur en vonkvor-
ming en rook niet tijdens de werk-
zaamheden.
Gebruik de machine alleen als zich
deze in een onberispelijke toestand
bevindt.
Controleer het terrein waarop de
machine wordt gebruikt en ver-
wijder alle voorwerpen die door de
machine weggeslingerd kunnen
worden.
Werk alleen bij voldoende licht
:
en werk langzaam en voorzichtig.
Hak niet in de buurt van sloten en
oevers.
Het werkbereik van de bediener
bevindt zich tijdens gebruik achter
de stuurstang.
en zet de
De door de stuurstang gegeven
veiligheidsafstand tot het rond-
lopende gereedschap moet altijd in
acht worden genomen.
Houd nooit uw handen of voeten
onder draaiende delen.
Til of draag nooit een machine met
lopende motor. Zet de motor uit en
trek de bougie-stekker los voordat
u de machine controleert, instelt of
/max.
reinigt en voordat u werkzaam-
heden aan de machine uitvoert.
Gebruik de machine niet bij slechte
weersomstandigheden of bij kans
op regen of onweer.
Verwondingsgevaar door
!
kantelen
Werk langzaam en voorzichtig,
vooral wanneer u van rijrichting
verandert. Rijd met de machine
alleen dwars op een helling, nooit
naar boven of naar beneden.
Let op obstakels, hak niet in de
buurt van stoepen.
Gebruik de machine niet op
hellingen van meer dan 20%.
Nederlands
/STOP
25