Invacare Matrx MX2 Back Gebrauchsanweisung Seite 341

4.0 MX2-
Voor een standaardopstelling worden de MX2-stangklemmen (A) en montageplaten
(B B ) in elkaar gezet en gemonteerd aan de rugleuningstangen in de meest achterwaartse
positie. Met deze configuratie wordt de beschikbare zitdiepte op de rolstoel maximaal
benut; zie afb. 2.
Bij een gespiegelde configuratie* worden de stangklemmen (A) 180° op de
rugleuningstangen gedraaid. Met deze configuratie wordt de beschikbare zitdiepte op
de rolstoel tot een minimum beperkt, en wordt de MX2-rugleuning indien nodig meer
naar voren gezet; zie afb. 3.
De stangklemmen (A) zorgen voor voor- en achterwaartse verstelling van 38 mm (1,5
(ten opzichte van de rugleuningstangen), afhankelijk van de gekozen montagestand.
Opmerking: Zie hoofdstuk 4.8 voor meer instructies over de diepteaanpassingen bij
de verwijderbare MX2-montage.
*Om een montageplaat/stangklem om te draaien naar in de meest
voorwaartse oriëntatie:
1 Demonteer de montageplaat (B) van de stangklem (A) (2 schroeven);
2 Draai de stangklem (A) 180° en monteer de montageplaat (B) vervolgens
opnieuw in dezelfde richting (zoals geïllustreerd in afb. 3)
Voorzijde
1,5" (38 mm)
A
Afb. 2
Omgekeerde configuratie
stangklem
(minimale zitdiepte)
RUGLEUNING
B
-
VERWIJDERBARE MONTAGE
Standaardconfiguratie
(maximale zitdiepte)
Voorzijde
B
Afb. 3
stangklem
1,5" (38 mm)
A
)
"