Inhaltsverzeichnis
Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
Werkbegin
Start het toestel zoals in het hoofdstuk "Ingebruikname" is
beschreven.
Ontzeker de koppelingshevel voor de vooruitgang (19),
doordat u de borgpen (21) eruit trekt.
Druk de koppelingshevel voor de vooruitgang (19) omlaag
.
De hakwerktuigen beginnen voorwaarts te draaien.
Houdt het toestel met beide handen vast.
Voer het toestel nooit met draaiende hakwerktuigen
over beton- of asfaltgronden.
Vergrendel
koppelhendel.
Laat de koppelhendel los.
De hakwerktuigen stoppen.
Achteruitversnelling
Voor een betere manoeuvreerbaarheid beschikt de
motorhakfrees over een achteruitversnelling.
Ontzeker
de
achteruitversnelling (24), doordat u de borgpen (57) eruit
trekt.
Druk de koppelingshevel voor de achteruitversnelling (24)
omlaag
De hakwerktuigen beginnen achterwaarts te draaien.
Houdt het toestel met beide handen vast.
Let vooral op obstakels die zich achter u zouden
kunnen bevinden.
Onderhoud en reiniging
Voor aanvang van iedere onderhouds- en
reinigingsbeurt
− Motor afzetten
− Stilstand van de werktuigen afwachten
− Bougiestekker uittrekken
− Draag veiligheidshandschoenen om
verwondingen te voorkomen.
− Voer de onderhoudswerkzaamheden niet in de
buurt van open vuur uit. Brandgevaar!
Verdere onderhouds- en reinigingswerkzaamheden dan die in
dit hoofdstruk staan beschreven, mogen slechts door de
klantenservice worden uitgevoerd.
De in het kader van onderhoud of reiniging verwijderde veilig-
heidsvoorzieningen moeten absoluut weer correct aangebracht
en gecontroleerd worden.
Slechts originele onderdelen toepassen. Andere onderdelen
kunnen tot onvoorspelbare beschadigingen en verwondingen
leiden.
128
nooit
de
koppelingshevel
voor
.
Onderhoud
Het werktuig staat na het uitschakelen niet meteen stil.
Wacht alvorens u met de reparatie of het onderhoud begint
tot alle delen tot stilstand zijn gekomen.
Opdat een lang en betrouwbaar gebruik van het apparaat is
gewaarborgd, voer de volgende onderhoudswerkzaamheden
regelmatig uit.
Controleer het apparaat op blijkbare gebrekken zoals
− losse bevestigingen
− versleten of beschadigde onderdelen
− correct gemonteerde en onbeschadigde afdekkingen of
veiligheidsvoorzieningen.
− tankdop en brandstofleidingen op dichtheid
Noodzakelijke reparaties of onderhoudswerkzaamheden
dienen vóór gebruik van het toestel te worden uitgevoerd.
Koppeltrek instellen
De koppeling moet zo zijn ingesteld, dat ze pas koppelt, wanner
de koppelhendel geheel naar beneden is gedrukt.
Koppelt de koppeling te vroeg of laat ze zich niet inkoppelen, ga
op de volgende manier te werk:
Start de motor zoals in het hoofdstuk "Ingebruikname -
de
Starten bij koude motor" is beschreven.
Druk de koppelhendel (19, 24) omlaag.
,
Let erop dat de hakwerktuigen geen beton- of
asfaltvloer raken.
Justeer de contramoeren, wanneer
zich
de
koppelhendel (19 ,24) niet draaien.
koppeltrek wordt strakker.
zich de hakwerktuigen al draaien, alvorens de
koppelhendel geheel omlaag wordt gedrukt.
achteren – koppeltrek wordt losser.
Trek de contramoeren weer aan.
V-riem / tandriem vervangen
Vervang onmiddelijk een beschadigde tand- of V-riemen.
1.
Verwijder de riemafdekking (29) .
2.
Maak de moeren (a, b) los en verwijder de moer en de
schijf.
3.
Maak de moer (c) los en zwenk de borgplaat naar opzij.
4. Leg de nieuwe V-riem (51) op.
5.
Leg de nieuwe tandriem (52) op.
6. Monteer de moeren a, b en c weer
7. Breng de riemafdekking weer aan.
Luchtfilter reinigen resp. vervangen
Verwijder stof en vuil regelmatig van het luchtfilter om
- startproblemen
- vermogensverlies
– een te hoog benzineverbruik voor te buigen.
Reinig de luchtfilter ca. alle 50 bedrijfsuren, bij bijzonder stoffige
verhoudingen vaker (alle 10 uren).
hakwerktuigen
ondanks
naar voren –
ingedrukte
naar
Werbung
Kapitel
Inhaltsverzeichnis
