Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Hakbreedte 80 cm:
Trek de veersteker (43) uit de bout (45) en verwijder
dan de bout (45) uit de as.
Dan kunt u de beschermruiten (4) afnemen.
Schuif het eenvoudig hakmes rechts (3a) alsook het
eenvoudig hakmes links (3b) in de desbetreffende opname
van het dubbel hakmes.
Let op de correcte positie van de hakmessen!
(De meslemmets moeten in rijrichting wijzen)
Zeker de hakmessen met de bouten (45) en spieën
(43).
Hakbreedte 80 cm
Steek de beschermschijven (4) rechts en links in de
opname van het hakmes en bevestig ze weer met telkens
een bout (45) en spie (43).
Handgreep / Bedienhoogte instellen
Stel de handgreep voor werkbegin op de gewenste
bedienhoogte in. De handgreep laat zich in drie posities
instellen.
Maak de spie (43) los en trek de gebogen bout (27) uit
de handgreep.
Beweeg de handgreep in de gewenste positie
Steek de bout (27) weer in en zeker hem met een spie.
Hakspoor instellen
De hakspoor remt de vooruitsnelheid en regelt de werkdiepte van
de hakwerktuigen. Hoe dieper de hakspoor is ingesteld, des te
dieper kunnen zich de hakwerktuigen door de grond graven.
Kantel de hakspoor (37) naar beneden.
Licht de hakspoor (37) op en laat hem in de gewenste
positie weer zakken.
Stel de werkdiepte in overeenstemming met de
bodemverhoudingen in. De in de tabel vermelde instellingen zijn
slechts richtwaarden.
Grote werkdiepte bij:
Zanderige licht leemachtige gronden
Regelmatig loswerkte gronden
Gemiddelde werkdiepte bij:
Zeer droge/nate zanderige en licht leemachtige gronden
Zelden losgewerkte gronden
Lage werkdiepte bij:
Zeer leemachtige en kleiachtige gronden
Harde en stenige gronden
Werk bijzonder voorzichtig bij deze bodemverhoudingen.
Reduceer het werktempo en houdt het toestel goed vast.
Wees bijzonder oplettend!
Bij het bewerken van sterk waterhoudige leemachtige en
kleiachtige gronden kan het gebeuren, dat zich de grond
verdicht en het wegvloeien van water wordt voorkomen.
Stel een geringe werkdiepte in, wanneer de motor
wordt overbelast (motortoerental daalt en motorgeluid
verandert zich).
Zwenk de hakspoor (37) voor het transport in de
transportpositie.
Transportwielen
Voor een eenvoudig transport is de motorhakfrees met een
transportwiel uitgerust. Voor werkbegin zwenkt u de
transportwielen in werkpositie.
Trek de beugelzekering (39) eruit.
Zwenk het transportwiel (38) in de gewenste positie.
Laat de beugelzekering weer vastklikken.

Werkinstructies

Houdt handen en voeten steeds in een veilige afstand
ten opzichte van het werktuig.
• Houdt het toestel bij het werken steeds met beide handen
veilig vast.
• Voer het toestel niet direct langs muren of steenplaten,
omdat anders de hakwerktuigen kunnen worden beschadigd.
• Voer het toestel in een passende, gelijkmatige snelheid in
rechte lijnen over de bodem.
Om een bijzonder lossen en kruimelige grond te
behalen, is het raadzaam, de grond meermaals te bewerken.
Voorzichtig bij richtingwissel of obstakels! Laat de
koppelhendel bijtijds los en voer het toestel voorzichtig
omheen.
Achteruitversnelling: Let vooral op obstakels, die zich achter
u zouden kunnen bevinden.
Wanneer de hakwerktuigen blokkeren of het toestel
ongewoon sterkt trilt, schakel meteen de motor uit en wacht
tot de hakwerktuigen stilstaan. Controleer het toestel:
- Een geblokkeerde transmissie kan tot koppelingsschade
leiden.
-
Maak de hakwerktuigen met geschikte hulpmiddelen
schoon. Legt het toestel hiervoor naar achteren op de
handgrepen. Neem van tevoren de hakspoorn (4) eruit.
- Vervang beschadigde hakwerktuigen
Werken aan een helling
Gebruik het toestel alleen aan hellingen met minder
dan 10° stijging.
Tank het toestel alleen tot de helft.
Werk naar mogelijkheid altijd dwars ten opzichte
van de helling.
Werk nooit van boven naar beneden.
Voorzichtig bij richtingwissel!
Respectaţi în mod obligatoriu toate indicaţiile de protecţie.
127

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis